Waar ben je naar op zoek?

Hoe worden de activiteiten op de werf gecombineerd met het scheepvaartverkeer op het Albertkanaal?

Voor de bouw van de Kanaaltunnels maken we over een deel van het Albertkanaal langs één zijde een grote bouwkuip. Dit neemt natuurlijk heel wat plaats in beslag, waardoor er op het Albertkanaal gedurende de werken slechts éénrichtingsverkeer mogelijk zal zijn. Om de hinder en wachttijden voor het scheepvaartverkeer te beperken, zal de werfzone strikt georganiseerd worden. Port of Antwerp-Bruges introduceerde daarom in samenwerking met Lantis de Vessel Traffic Services (VTS) ter hoogte van de werken. Dit systeem moet de goede doorstroming van de scheepvaart garanderen. Het gebied waarin de werken plaatsvinden is bovendien onderworpen aan extra eisen, zoals een snelheidsbeperking. Op die manier garanderen we de veiligheid voor iedereen.

a. Wat is VTS en waarom hebben jullie dat nodig?

VTS staat voor Vessel Traffic Services. De Vessel Traffic Services (VTS) is reeds actief in andere sectoren van de haven, maar werd nu ook uitgebreid naar de sector Weel waar de Oosterweelwerken plaatsvinden. Het systeem monitort het scheepvaartverkeer en voorziet schepen van informatie en advies over risico's, weersomstandigheden en navigatie. Naast de uitbreiding van de VTS en de bouw van een digitale passageplanner werden ook mobiele radar units ontwikkeld, camera's geïnstalleerd, en signalisatieborden aangebracht. Ten slotte werden er extra VTS-operatoren en passageplanners in dienst genomen om de uitbreiding te ondersteunen. Zij zullen dag en nacht de schepen begeleiden in hun passage langs de werf. 

Naast begeleiding zal er, samen met het Havenbedrijf, ook aan passageplanning worden gedaan. Dat is ook nodig aangezien er ter hoogte van de werfzone éénrichtingsverkeer wordt ingesteld.

Interesse in hoe de VTS werkt? Bekijk dit verduidelijkend filmpje.

b. Sinds wanneer is de VTS voor deze sector operationeel?

De hoofdwerken voor de bouw van de Kanaaltunnels op het Albertkanaal startten in mei 2024. De VTS en passageplanning gingen in dienst op 13 mei 2024.

c. Voor welke sector geldt deze VTS?

Deze VTS is opgericht voor de sector Weel, van het vijfde Havendok tot het dokje van Merksem.

Hoeveel tol zal er gevraagd worden voor elke tunnel?

Het hele tunnelproject kan enkel betaald worden als er ook tol geheven wordt. De onderzoeken lopen nog om te bepalen hoeveel er in de Kennedytunnel, de Oosterweeltunnel en de Liefkenshoektunnel betaald zal moeten worden. Belangrijk is dat het verkeer en zeker het vrachtverkeer naar de juiste tunnel wordt geleid. Hoe verder die tunnel van de stad ligt, hoe goedkoper hij moet zijn om erdoor te rijden.

Lees Waarom er een gedifferentieerde tolheffing zal worden toegepast om het verkeer te sturen

Wat is De Grote Verbinding?

De Grote Verbinding vertelt het toekomstverhaal van de Oosterweelverbinding en de leefbaarheids- en overkappingsprojecten. Met deze ongeziene stadsvernieuwing bouwen Antwerpen en Vlaanderen aan een leefbare stad en regio.

  • De overkapping van de Ring stuurt het auto- en vrachtverkeer onder de grond. Zo komt er bovengronds ruimte vrij om goed te leven, met volop groen en schonere lucht. 
  • Een reeks doordachte ingrepen op het vlak van mobiliteit, groen en ruimtelijke inrichting verbinden bestaande en nieuwe wijken aan beide kanten van de Ring. Zo wordt de stad een hechte metropool.
  • De Oosterweelverbinding maakt de Antwerpse Ring rond en zorgt zo voor een betere mobiliteit. Antwerpen en zijn haven kunnen op die manier een motor blijven voor de Vlaamse en Europese economie. 

Tussen september 2017 en mei 2018 zijn zes ontwerpteams aan de slag gegaan om projecten uit te werken die de leefbaarheid rond de Antwerpse Ring verhogen. Dit deden ze samen met heel wat Antwerpenaren, stakeholders en partners, waaronder de Vlaamse overheid, de stad, de haven, de burgerbewegingen, Lantis en de intendant. Hieruit zijn 18 leefbaarheidsprojecten geselecteerd. Samen vormen deze projecten zeven Ringparken en een Scheldebrug. 

Deze parken, de brug en de Oosterweelverbinding worden de komende jaren verder uitgetekend en gebouwd. Het volledige toekomstproject kreeg de toepasselijke naam ‘De Grote Verbinding’.

De Vlaamse overheid, de stad, de haven, de burgerbewegingen, Lantis en de intendant hebben deze plannen de afgelopen jaren vormgegeven.

Waarom zal een gedifferentieerde tolheffing worden toegepast om het verkeer te sturen?

Op 14 februari 2014 heeft de Vlaamse Regering gekozen voor een systeem van gedifferentieerde tolheffing op de drie Scheldekruisende tunnels (de Liefkenshoektunnel, de Kennedytunnel en de Scheldetunnel) op snelwegniveau om het verkeer te sturen. De Waaslandtunnel valt hier niet onder want dit is een lokale tunnel. Vrachtverkeer zal de hoogste tol betalen in de Kennedytunnel, een lagere tol in de nieuwe Scheldetunnel en de laagste tol in de Liefkenshoektunnel. De verschillende toltarieven zijn nog niet bepaald. Voor personenvervoer blijft wel één tunnel tolvrij. Dit systeem wordt volop uitgewerkt, in overleg met Europa. Met deze beslissing willen de Vlaamse Regering het verkeer optimaal sturen en wegleiden van de stad.

Wanneer zal ik over de Oosterweelverbinding rijden?

Volgens de huidige planning zijn de werken aan de ganse Oosterweelverbinding afgerond in 2030. Enkele jaren geleden was er sprake van 2025 als einddatum. Vanwaar dit verschil?

Uitbreiding van het project zorgt voor wijziging in timing

Tot 2017 gingen we nog uit van 2025 als einddatum voor alle Oosterweelwerken. Het project dat toen op de ontwerptafel lag, lijkt echter in de verste verte niet meer op het project waarvoor we vandaag een vergunning zullen indienen. Wat is er sinds 2017 gebeurd?

Op 15 maart 2017 sloot de Vlaamse Regering samen met stad Antwerpen en de burgerbewegingen het Toekomstverbond. Burgerbewegingen en Lantis gingen toen samen aan de tekentafel zitten om de overkapping van de Antwerpse Ring aan het ontwerp toe te voegen. Ook andere projecten die de leefbaarheid in de omgeving van de Ring moeten verbeteren, werden aan het project toegevoegd. In totaal werden er 18 leefbaarheidsprojecten geselecteerd waarvan er 11 vallen binnen het projectgebied van de Oosterweelverbinding.
Door deze beslissing is de scope van het Oosterweelproject volledig gewijzigd. Wij hebben de 11 leefbaarheidsprojecten die binnen ons projectgebied vallen opgenomen in onze plannen en zullen deze tegelijk met of onmiddellijk aansluitend op de werken aan de Oosterweelverbinding realiseren.

Een stevige uitbreiding van het aantal werven dus, waardoor ook de kostprijs toenam en de timing wijzigde. Zo gaan we er volgens onze huidige planning van uit dat deze werken klaar zullen zijn in 2030.

En de Oosterweelwerken op Linkeroever en in Zwijndrecht dan?

We plannen het project af te ronden tegen 2025. Dan zal ook de nieuwe infrastructuur in gebruik worden genomen.

Wat is de rol van de Oosterweelverbinding in het verhaal van De Grote Verbinding?

De Oosterweelverbinding maakt deel uit van de ‘Grote Verbinding’: een geheel van projecten die van Antwerpen een beter bereikbare en meer leefbare plek maken, met meer groen en schonere lucht. De Grote Verbinding vertelt het toekomstverhaal van de Oosterweelverbinding en de leefbaarheids- en overkappingsprojecten. Met deze ongeziene stadsvernieuwing bouwen Antwerpen en Vlaanderen aan een leefbare stad en regio.

De Oosterweelverbinding maakt de Antwerpse Ring rond en zorgt zo voor een betere mobiliteit. Antwerpen en zijn haven kunnen op die manier een motor blijven voor de Vlaamse en Europese economie. Wij leggen verkeersveilige infrastructuur aan en tegelijkertijd bouwen we samen aan een leefbare omgeving voor iedereen. Hoe?

  • Door geen rijstrook teveel aan te leggen binnen de Oosterweel.
     
  • Door het aanbod van duurzame vervoersalternatieven uit te breiden, te versterken en te stimuleren (betere fietsvoorzieningen, groter aanbod openbaar vervoer, uitbreiding P+R's rond de stad...)
     
  • Door de geselecteerde leefbaarheids- en overkappingsprojecten die binnen ons projectgebied vallen mee uit te voeren.

De Oosterweel moet een hefboom vormen naar een meer duurzame vorm van mobiliteit. Het project is pas geslaagd wanneer we tegen 2030 kunnen spreken van een verandering in ons verplaatsingsgedrag, een 'modal shift'. Tegen 2030 moet 50 procent van alle verplaatsingen gebeuren per fiets, trein, tram, bus, taxi, waterbus, deelsystemen, enzovoort. En nog maar 50 procent met de wagen. 

Tegelijkertijd voeren we 11 van de 18 projecten geselecteerde leefbaarheids- en overkappingsprojecten uit die binnen het projectgebied van de Oosterweel vallen. Zo geven we mee vorm aan 5 van de 7 Ringparken:

Ringpark Noordkasteel:

  • Oosterweelknoop / Noordkasteel
    Na een geoptimaliseerd ontwerp van de Oosterweelknoop investeren we verder in geluidsreductie, een parkzone met zwemvijver aan het Noordkasteel en een plein voor het bakstenen SAMGA-gebouw. Dit project wordt volledig toegevoegd aan het project van de Oosterweelverbinding.

Ringpark Groenendaal:

  • Bermenlandschap langs een verlaagde R1 Noord
    We verlagen de R1 noordwaarts richting de Masurebrug om de aanleg van latere overkappingen (zoals het project Groen Hart - Luchtbal – Lambrechtshoeken) mogelijk te maken. Daarnaast worden ambitieuze groenbuffers aangelegd, die de geluidsoverlast in Merksem drastisch verminderen. Dit project wordt volledig toegevoegd aan het project van de Oosterweelverbinding.
  • Stationsomgeving Luchtbal
    We realiseren een overkapping van 850 meter ter hoogte van de Groenendaallaan en het Station Luchtbal en laten fiets en openbaar vervoer vlot op elkaar laten aansluiten om combimobiliteit te stimuleren.

Ringpark Lobroekdok: 

  • Steenborgerweert / Kap Dam
    We kleuren de overkapping in het noorden van de Damwijk groen in met park- en vrijetijdsvoorzieningen.
  • Bermenlandschap Albertkanaal
    We bedden de ingesleufde R1 naast het Lobroekdok verder in met fietsverbindingen en we investeren in de ecologische continuïteit van de groenzones.
  • Kap Sportpaleis
    We breiden de reeds geplande overkapping ter hoogte van het Sportpaleis stevig uit en verbinden de Damwijk met de Deurnese wijk Kronenburg. We verbeteren de toegankelijkheid van de evenementenzone rond het Sportpaleis.

Ringpark het Schijn: 

  • Waterpark (gedeeltelijk)
    We overkappen de op- en afritten ter hoogte van de Ten Eekhovelei en realiseren een leefbaarheidswinst voor de Deurnese buurt Ten Eekhove.
  • Schijnvallei / Ter Loo / Deurne
    We realiseren een groene overkapping van bijna 100 meter tussen het Rivierenhof en Hof Ter Loo.

Ringpark West:

  • Voltooien fietsnetwerk Linkeroever
    We voltooien het fietsnetwerk op Linkeroever met een fietsbrug over de E17 en verbinden zo ook Burchtse Weel en Galgenweel.
  • Stille bermen Zwijndrecht-Burcht
    We houden woord aan de Zwijndrechtenaren en realiseren een ambitieus geluidsproject. We herbevestigen de beloofde geluidsreductie met 10 decibel.
  • Stille bermen Linkeroever
    We trekken het geluidsproject van Zwijndrecht door voor mens en natuur op Linkeroever.

Deze projecten worden tegelijk met of onmiddellijk aansluitend op de werken aan de Oosterweelverbinding gerealiseerd. Ze worden maximaal meegenomen in de bouwvergunning voor de Oosterweelwerken op Rechteroever.

Verdwijnt het Sint-Annabos?

Het  Sint-Annabos (52.3 ha) blijft grotendeels staan tijdens de werken aan de Oosterweelverbinding. Tijdelijk verdwijnt er wel ongeveer 14.4 hectare van het Sint-Annabos zodat we de nieuwe Scheldetunnel kunnen bouwen.

Daarnaast nemen we 20.3 hectare van het Sint-Annabos ter hoogte van de Scheldeoever in voor de bouw van een nieuwe en hogere Scheldedijk. Die komt ook meer landinwaarts te liggen. De ondergrond van de huidige Scheldedijk is immers te onstabiel om het gewicht te kunnen dragen van een hogere dijk. De vrijgekomen ruimte aan de kant van de Schelde gebruiken we voor de aanleg van een nieuw slikken- en schorrengebied (18 ha) en een overstromingsbos (6 ha). Dankzij deze hogere dijk beschermen we het achterliggende gebied beter tegen overstromingen, een ingreep die kadert binnen het Sigma-plan.

Na de aanleg van de Scheldetunnel planten we nieuwe bomen en groen. Ook verbinden we het Sint-Annabos met Blokkersdijk, Middenvijver en Het Vliet . Zo ontstaat één, divers natuurgebied. De definitieve inrichting van het Sint-Annabos bepalen we in overleg met alle betrokken actoren. 

 
 

Hoe betaal je in de Park and Ride Merksem, Luchtbal en Linkeroever?

Je hebt twee opties. Je kan vooraf een plaats online reserveren en betalen. Bij een online reservatie geef je de nummerplaat in. Bij aankomst openen de slagbomen altijd. Indien je niet vooraf reserveert kan je ook binnenrijden maar moet je de nummerplaat ingeven en betalen met een betaalkaart aan één van de betaalautomaten. Pas dan kan je ook buiten rijden. Bekijk hier het filmpje over betalen aan één van de betaalautomaten in de Park and Rides.
 

Wat zijn de maatregelen tegen geluidshinder?

Met de Oosterweelverbinding zorgen we voor een stillere omgeving voor wie woont, werkt of ontspant naast de Ring. Over het volledige project gebruiken we stil wegdek en bedden we de snelweg in. Zo komen op de linkeroever groene bermen die het geluid bufferen en de snelweg uit het zicht houden. Waar er minder ruimte is, werken we met geluidsschermen. Ook een structurele verlaging van de maximumsnelheid naar 90km/u zorgt voor een rustigere omgeving. 

Op de rechteroever breken we het Viaduct van Merksem af en leggen we de R1 in een dieper gelegen sleuf, wat eveneens het lawaai voor de omgeving sterk zal doen afnemen. Bovendien is het bij een sleuf eenvoudiger om geluidswerende wandbekleding toe te voegen of om de Ring te overkragen of te overkappen. Lees meer over andere voordelen voor de leefbaarheid in en rond Antwerpen

Buurtbewoners kunnen er verder op rekenen dat we ook tijdens de werken het geluidsniveau aanvaardbaar houden. Daarom nemen we allerlei maatregelen zoals het verlagen van de maximumsnelheid op tijdelijke wegen of het plaatsen van geluidsschermen op plaatsen waar we dichter tegen bewoning komen dan de huidige Ring. Om na te gaan of deze maatregelen voldoende zijn, plaatsen we geluidsmeters zo dicht mogelijk in woonzones die aan de werken grenzen. Zo kunnen we tijdig ingrijpen indien nodig. 

Hoe werkt de Park and Ride?

In de Park and Ride parkeer je vlot, veilig en goedkoop. Bij betaling krijg je geen ticket. De slagbomen openen op basis van nummerplaatherkenning. Je kan altijd binnenrijden maar alleen buiten rijden als je hebt betaald. Je kan vooraf betalen via een online reservatie in één van de Park and Rides naar keuze of je kan bij één van de betaalautomaten in het gebouw elektronisch betalen. Je reservatie is 24u geldig. Wil je langer parkeren dan kan dat tot maximum 15 dagen aansluitend. Vanaf de Park and Ride zet je je reis verder naar Antwerpen met één van de vervoersmiddelen naar keuze. De betaling of reservatie van dit transport is exclusief je reservatie in de Park and Ride.

Verdwijnt een deel van het Rivierenhof?

De Oosterweelverbinding verandert weinig aan het knooppunt E34/E313 nabij het Rivierenhof. Er komen slechts beperkte aanpassingen aan de aansluitingen naar de nieuwe verkeerswisselaar aan het Sportpaleis. Deze blijven grotendeels in lijn met hoe het vandaag is. Wat verandert er dan wel? Aan de oostzijde van de Turnhoutse baan - waar nu het Ringfietspad onder de brug loopt - schuiven we het fietspad op om plaats te maken voor een afrit. Hierdoor nemen we aan de rand van het Rivierenhof ruimte in over een afstand van ongeveer 150 meter.

Hoe verhoogt de Oosterweelverbinding de verkeersveiligheid?

De Antwerpse Ring zit vandaag muurvast door ongevallen en files. Oorzaak daarvan is een te hoge verkeersdrukte en ondermaatse infrastructuur als te krappe bochten, te steile hellingen, slecht aangesloten op- en afritten en het ontbreken van een noordelijk deel van de Ring. De Oosterweelverbinding zorgt met het rondmaken van de Ring in de eerste plaats voor een vlottere doorstroming en spreiding van het verkeer op de Ring. De Ring wordt zo efficiënter gebruikt en je hebt altijd een alternatief beschikbaar in geval van ongevallen: als er in het zuiden van Antwerpen iets gebeurt, kan je uitwijken naar het noorden en omgekeerd. Daarnaast worden een aantal gevaarlijke situaties weggewerkt door de aanleg van nieuwe op- en afritten, zachtere bochten en hellingen. Gevolg: minder ongevallen en minder files.

Lees meer over hoe Oosterweel zorgt voor veiligere en vlottere wegen 
 

Ligt de Park en Ride Merksem, Luchtbal of Linkeroever in de LEZ?

Nee, Alle P+R's liggen buiten de lage-emissiezone in Antwerpen.
 

Wordt het Sint-Annabos een slibstort?

Neen, slib mag je alleen maar storten op daartoe vergunde stortplaatsen. Daar behoort het Sint-Annabos niet toe. Er wordt ook geen zand opgeslagen in het Sint-Annabos. Het weggegraven zand van de aanleg van de nieuwe Scheldetunnel stockeren we tijdelijk in het Noordelijk Insteekdok nabij de Kieldrechtsluis. Hierdoor kan het merendeel van het Sint-Annabos tijdens de werken blijven staan. Eens de tunnel er ligt, voeren we het zand terug om de tunnelelementen mee toe te dekken. 

Lees meer over de bouw van de Scheldetunnel

Wat verandert er aan de zuidelijke Ring?

Het zuidelijke deel van de Ring - het stuk tussen de Kennedytunnel op Rechteroever en de knoop met de E313/E34 - valt buiten het projectgebied van de Oosterweelverbinding. Hier worden dus geen Oosterweelwerken uitgevoerd. Al zullen de Oosterweelwerken er wel voor zorgen dat de mobiliteit en de leefbaarheid ook hier erop vooruitgaat.

Hoe? Doordat we het verkeer beter spreiden op de Ring, zal het minder druk worden op het zuidelijke deel van de Ring en in de Kennedytunnel. Op de Ring zal namelijk vooral lokaal verkeer rijden, terwijl doorgaand verkeer en havenverkeer over een noordelijk alternatief - het zogenaamde haventracé - gestuurd zal worden. Zo krijg je meer ademruimte op de Ring, inclusief op het zuidelijke deel ervan. 

Staan er dan geen specifieke projecten op stapel om het zuidelijke deel van de Ring aangenamer en gezonder te maken? Toch wel. Maar deze vallen niet onder Oosterweel. De stad zal hier in het kader van de Grote Verbinding werk van maken. Meer info over die projecten lees je op www.degroteverbinding.be.
 

Kan ik reserveren voor de Park and Ride?

Ja dat kan. Je kan online een plaatsje reserveren en betalen in een Park and Ride naar keuze. Je geeft je nummerplaat in bij de reservatie. Bij aankomst en vertrek openen de slagbomen door nummerplaatherkenning. 
 

Verbeteren de Oosterweelwerken op Linkeroever en in Zwijndrecht ook de aansluiting op het openbaar vervoer? 

Wie naar de stad wil, kan makkelijk zijn auto laten staan in de nieuwe P+R ter hoogte van de Blancefloerlaan en de nieuwe verbindingsweg tussen de E34 en de E17. Deze biedt plaats aan 1500 voertuigen, 150 fietsen en is voorzien van een nieuwe tramhalte. Zo is het centrum van Antwerpen nog beter bereikbaar via het openbaar vervoer. 

Hoeveel kost parking in de Park en Ride?

Je betaalt €1 per dag (24u) + € 3/ per aansluitende dag (24h).
 

Zorgen de werfactiviteiten in het met PFAS/PFOS-verontreinigd gebied voor de verspreiding van verontreinigde grond via de lucht? Hoe wordt dit gemeten?

We begrijpen dat er bij de omwonenden ongerustheid kan zijn over de PFAS/PFOS-verontreiniging. Zowel Lantis als de aannemer dragen er zorg voor dat de verontreinigde gronden binnen het projectgebied blijven, ook in de vorm van opwaaiend stof.

Stofmeetnet rond de Oosterweelwerken meet voortdurend de concentratie fijn stof in de lucht

Om de impact van de Oosterweelwerken op de verspreiding van fijn stof via de lucht in de omliggende woonkernen te meten, rollen Lantis en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) een stofmeetnet uit. Via vijf meetstations – die de volledige Oosterweelwerf omringen – meten we tot het einde van onze werken in dit gebied (2027), continu en ‘in real time’ de concentraties fijn stof in de omgevingslucht. Indien er stofpieken worden gemeten waarschuwt de VMM de stofverantwoordelijke van Lantis, zodat er bijkomende maatregelen genomen kunnen worden.

Belangrijk om hierbij te onderstrepen is dat een stofpiek niet hetzelfde is als een verhoogde aanwezigheid van PFAS in de lucht. Je kan veel fijn stof hebben, maar daarom heb je niet veel PFAS. Niet alle grond waar we in of mee werken is immers verontreinigd. En gezien de aanwezigheid van ook andere activiteiten dan onze werfactiviteiten kunnen ook die zorgen voor de vorming van fijn stof. De meetresultaten zullen via de website van de VMM raadpleegbaar zijn.

Periodieke metingen op de Oosterweelwerf

Om te controleren of de maatregelen tegen het verspreiden van verontreinigde gronden ook effectief zijn, voert Lantis ook luchtmetingen uit op verschillende locaties en op verschillende tijdstippen op de Oosterweelwerf op Linkeroever.  

Met deze meetcampagne volgt Lantis het potentiële blootstellingsrisico tijdens de werken op over een langere termijn. De resultaten van de metingen voegen we hieronder steeds toe van zodra ze beschikbaar zijn. Alle reeds uitgevoerde luchtmetingen toonden aan dat er geen verhoogd blootstellingsrisico is voor omwonenden via de lucht door stof. 

 

Bekijk hier de kaart met luchtmetingen.

Reeks 1: 9 juni 2021 – geen PFAS gevonden in stofmeting 

Om het potentiële maximale blootstellingsrisico via stofvorming door de activiteiten op de Oosterweelwerf te berekenen, zijn op 9 juni 2021 ‘totaal stof metingen’ uitgevoerd op drie locaties. Bij zo’n meting wordt de omgevingslucht over een filter gezogen, waarop de aanwezige stofdeeltjes achterblijven. De uitdrukking ‘totaal stof’ betekent dat er geen onderscheid gemaakt wordt in soorten stof die we aantreffen. 

Voor de berekening werd de totaal stofconcentratie gecombineerd met de hoogst gemeten PFAS-concentratie in de bodem binnen de werfzone. De volledige berekening is terug te vinden in onderstaand rapport. Het resultaat van de berekening wordt uitgedrukt in PFOA-equivalent. PFOA is net als PFOS een lid van de ‘PFAS-familie’. Uit de bodemanalyses in opdracht van Lantis op Linkeroever en Zwijndrecht, blijkt dat de verontreiniging voornamelijk uit PFOS bestaat. Om de resultaten te kunnen vergelijken met internationale standaarden, wordt alles omgerekend naar een PFOA-equivalent. 

Uit de berekening blijkt dat er een maximale theoretische opname is van 0,0038 µg PFOA-eq./dag. Deze waarde ligt ruim 10 keer lager dan de gezondheidskundige grenswaarde die het Europese Voedselveiligheidsagentschap (EFSA) hanteert, namelijk 0,044 microgram (µg) PFOA/dag. Zo’n gezondheidskundige grenswaarde geeft aan welke hoeveelheid PFOA je tijdens jouw leven dagelijks maximaal mag opnemen zonder dat dit gevolgen heeft voor je gezondheid. Op basis van deze toetsing kunnen we dus stellen dat er geen verhoogd blootstellingsrisico is voor omwonenden via de lucht door opwaaiend stof van de Oosterweelwerf. 

Om deze berekening te bevestigen, werd op 9 juni 2021 ook een eerste reeks PFAS-luchtmetingen uitgevoerd. Het labo kon geen aanwezigheid van PFAS aantonen. Geen enkele meting gaf namelijk concentraties hoger dan de rapportagegrens van 0,004 µg/m³ tot 0,006 µg/m. Hoeveel lager de werkelijke concentraties liggen, kan niet exact gezegd worden. Hierdoor is het ook niet mogelijk om de PFAS-concentratie in de lucht te vergelijken met de EFSA gezondheidskundige grenswaarde van 0,044 µg PFOA-eq./dag. Een rapportagegrens van 0,006 µg/m³ komt immers overeen met 0,130 µg PFOA-eq./dag (0,006 µg/m³ x 2 x 10,8 m³/dag). 

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 9 juni 2021 terug*: 

Omdat bij deze eerste PFAS-luchtmeting de rapportagegrens niet laag genoeg was om het potentiële blootstellingsrisico te berekenen en af te wegen tegenover de EFSA-grenswaarde, werd de methode verfijnd om een lagere rapportagegrens te bekomen voor de volgende metingen.  

Reeks 2: 29 juni en 1 juli 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden 

De tweede reeks metingen werd uitgevoerd op 29 juni en 1 juli. In totaal zijn er op zes locaties metingen uitgevoerd. De rapportagegrens voor deze metingen lag op 0,0003 µg/m³ tot 0,0004 µg/m³. Daarmee lag de nieuwe rapportagegrens 10 keer lager dan de rapportagegrens van de eerste meeting, waardoor er nog nauwkeuriger gemeten kon worden. Bovendien kan met die rapportagegrens ook het potentiële blootstellingsrisico getoetst worden aan de EFSA gezondheidskundige grenswaarde. 

Op vijf meetlocaties lagen de meetwaarden onder de rapportagegrens, dus werden opnieuw geen PFAS aangetoond. Op de zesde meetlocatie, op het terrein van 3M, werd wel PFOS gevonden, in een concentratie juist boven de rapportagegrens (0,00039 µg/m³). Op basis van dezelfde berekening als in het eerste rapport, komt dit overeen met een potentiële inname van 0,0084 µg PFOA-eq./dag. Deze waarde ligt ruim onder de afgeleide EFSA gezondheidskundige grenswaarde van 0,044 µg PFOA/dag, waarbij uitsluitend blootstelling via de lucht beschouwd wordt. Dit toont opnieuw aan dat er geen verhoogd blootstellingsrisico was voor omwonenden.  

 
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 29 juni en 1 juli 2021 terug*: 

Reeks 3: 16 juli 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden 

De derde reeks metingen is uitgevoerd op 16 juli. De zes meetlocaties bevonden zich op een deel van de 3M-site die Lantis in werfleen heeft en waar eerder een PFOS-concentratie gemeten werd. Tijdens de meting werd er op de site in de grond gewerkt.

Op elk van de zes punten werd geen PFAS gemeten boven de rapportagegrens. Voor vijf van de zes meetpunten was de rapportagegrens 0,0003 µg/m³. Voor de zesde locatie was er een probleem met de stroomvoorziening, waardoor er slechts de helft van de tijd stof aangezogen werd. Doordat het aangezogen luchtvolume lager ligt, is de rapportagegrens hier 0,0006 µg/m³.  

Om een vergelijking te kunnen maken met de EFSA gezondheidskundige grenswaarde, werd de potentiële maximale dagelijkse PFOS-inname berekend door te veronderstellen dat de werkelijk gemeten concentratie gelijk is aan de rapportagegrens. Dit geeft een maximaal blootstellingsrisico van 0,013 µg PFOA-eq/dag (0,0006 µg PFOS/m³ = 0,0012 µg PFOA-eq./m³ x 10,8 m³/dag), hetgeen duidelijk lager ligt dan de EFSA gezondheidskundige grenswaarde van 0,044 µg PFOA/dag.  

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 16 juli 2021 terug*: 

Reeks 4: 25 augustus 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden 

De vierde reeks metingen werd uitgevoerd op 25 augustus. Er vonden geen specifieke werken in PFAS houdende grond plaats. Daarom is er gekozen om metingen uit te voeren op locaties waar verstoffing kon optreden (zoals braakliggend terrein), waar gronden liggen opgeslagen en/of werfverkeer aanwezig is. 

De zes meetlocaties lagen verspreid over de werfzone in de buurt van de E34 en het knooppunt Sint-Anna. Het totaal stofgehalte lag hoger op plaatsen met veel werfverkeer dan op braakliggend terrein. Toch werd enkel op het eerste meetpunt PFOS boven de rapportagegrens gemeten. Op de andere plaatsen werd geen PFAS gemeten boven de rapportagegrens van 0,0003 tot 0,0004 µg PFOS/m³ (afhankelijk van het volume lucht per meettoestel). De gemeten PFOS-concentratie op het eerste meetpunt bedroeg 0,0005 µg/m³, wat overeenkomt met een PFOA-equivalent van 0,001 µg/m³. De potentiële dagelijkse PFOS-inname, uitgedrukt als PFOA-equivalent, ligt met 0,011 µg PFOA-eq./dag (0,001 µg PFOA-eq./m³ x 10,8 m³/dag), duidelijk lager dan de EFSA gezondheidskundige grenswaarde van 0,044 µg PFOA/dag. Er werd dus geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden. 

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 25 augustus 2021 terug*:

Reeks 5: 17 september 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden 

De vijfde reeks metingen werd uitgevoerd op 17 september. Er vonden geen specifieke werken in PFAS houdende grond plaats. Daarom is er gekozen om metingen uit te voeren op locaties waar verstoffing kon optreden (zoals braakliggend terrein), waar gronden liggen opgeslagen en/of werfverkeer aanwezig is. 

De zes meetlocaties lagen verspreid over de werfzone in de buurt van de E34 en het knooppunt Sint-Anna. Het totaal stof gehalte lag hoger op plaatsen met activiteiten zoals werfverkeer dan op braakliggend terrein. Maar op geen enkel meetpunt werd PFAS gemeten boven de rapportagegrens van 0,0003 tot 0,0004 µg PFOS/m³ (afhankelijk van het volume lucht per meettoestel). Op de vijfde meetlocatie werd er omwille van een stroomonderbreking bij het meettoestel een lager volume lucht verwerkt. Om te compenseren dat er hier minder lang gemeten werd, lag de rapportagegrens voor dit toestel op 0,0007 µg/m³. 

Om een vergelijking te kunnen maken met de EFSA gezondheidskundige grenswaarde, werd de potentiële maximale dagelijkse PFOS-inname berekend door te veronderstellen dat de werkelijk gemeten concentratie gelijk is aan de hoogste rapportagegrens (meetpunt vijf). Dit geeft een maximaal blootstellingsrisico van 0,015 µg PFOA-eq/dag (0,0007 µg PFOS/m³ ofwel 0,0014 µg PFOA-eq./m³ x 10,8 m³/dag), wat duidelijk lager ligt dan de EFSA gezondheidskundige grenswaarde van 0,044 µg PFOA/dag. Er werd dus geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden. 

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 17 september 2021 terug*:  

Lagere PFAS-grenswaarden, zelfde resultaat: alle metingen tonen geen verhoogd blootstellingsrisico

Het tijdelijke toetsingskader dat Lantis opstelde, werd in oktober 2021 door het Vlaams Instituut voor Technologie en Ontwikkeling (VITO) beoordeeld en bevestigd, mits enkele aanpassingen. Het belangrijkste hierbij is dat de gemeten PFAS-waarden niet meer worden omgezet naar PFOA-equivalenten om ze zo te kunnen vergelijken met de TWI die door EFSA werd opgesteld van 33 ng PFOA/dag of een concentratie van 4.1 ng/m³ PFOA in de lucht. 

Voortaan wordt de som van vier PFAS (PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS) gebruikt om die af te zetten tegen de gezondheidsnorm. De gezondheidswaarde wordt bovendien verstrengd zodat de som van PFAS voortaan niet hoger mag zijn dan 2,2 ng/m³. 

Het is belangrijk om te weten dat dat ook dit toetsingskader slechts tijdelijk is. Op basis van voortschrijdend inzicht en lopende onderzoeken, wordt dit minstens jaarlijks geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd. Eens er Vlaamse normen worden opgemaakt, zal Lantis die uiteraard ook hanteren. 

Vorige metingen opnieuw geëvalueerd met nieuwe methode 

Niet alleen gebruikt Lantis een nieuw toetsingskader voor de toekomstige metingen. We hebben ook de resultaten van de vijf voorgaande metingen vergeleken met de nieuwe grenswaarde. Sommige van de PFAS die gemeten werden, kwamen in zulke lage concentraties voor, dat ze niet exact bepaald konden worden. Ze lagen immers onder de rapportagegrens. Daarom werkten we telkens drie scenario’s uit met de volgende waarden: 

  • ondergrens (OG): de concentraties van de PFAS die gerapporteerd worden als ‘< RG’, worden gelijk gesteld aan nul. 
  • midden grens (MG): de concentraties van de PFAS die gerapporteerd worden als ‘< RG’, worden gelijk gesteld aan de helft van de rapportagegrens. 
  • Bovengrens (BG): de concentraties van de PFAS die gerapporteerd worden als ‘< RG’, worden gelijk gesteld aan de rapportagegrens. 

Conclusie blijft hetzelfde: geen overschrijdingen van toegelaten blootstelling 

Voor de resultaten van de voorgaande metingen verandert er weinig tot niets. De conclusie uit de eerdere rapporten blijft gelden. Op bepaalde locaties is er PFAS in de lucht vastgesteld, maar er is geen sprake van een overschrijding van de toegelaten blootstelling via de lucht. 

Enkel voor de metingen van 16/07 en van 17/09 is er een theoretische kans dat er op 1 specifiek meetpunt een lichte overschrijding was van de toegelaten blootstelling. Maar dat is te wijten aan technische storingen waardoor rapportagegrens verhoogd werd om te compenseren voor een lager volume verwerkte lucht. In realiteit valt te verwachten dat de gemeten waarde in overeenstemming is met de andere meetpunten en dus lager ligt dan de verhoogde rapportagegrens.

Bekijk hier het volledige rapport.*

*Omwille van het beschermen van privacy zijn persoonsgegevens uit de rapporten anoniem gemaakt.

Reeks 6 & 7: 30 september & 1 oktober 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden

Op 30 september en 1 oktober voerden we een nieuwe reeks metingen uit ter hoogte van de Palingbeek (werfzone Scheldetunnel). Die locatie was zeer interessant aangezien er ontgravingswerken uitgevoerd werden en er tijdens het voorgaande bodemonderzoek een verhoogde PFAS-concentratie in de bodem was vastgesteld.

Op beide dagen werden vijf meetpunten opgezet. Op 30 september werden er vier ten noorden van de Charles de Costerlaan geplaatst, het vijfde stond ten zuiden ervan. Een dag later werden de meetstations 4 en 5 iets dichter bij de Charles de Costerlaan geplaatst. Zo konden we de licht verplaatste werfactiviteiten beter opvolgen.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat er weinig verstoffing was in vergelijking met de metingen tijdens drogere perioden (60 à 70 versus 386 µg stof/m³). We kunnen daaruit afleiden dat de uitgevoerde grondwerken slechts beperkt voor verstoffing en bijgevolg potentiële verspreiding zorgden.

Geen enkele meting gaf een PFAS-concentratie boven de rapportagegrens van 0,4 ng/m³. Als we dan uitgaan van een worstcasescenario waarbij de PFAS-concentraties gelijk zijn aan de rapportagegrens, komen we uit op een maximale concentratie van 1,6 ng/m³. De PFAS-concentratie ligt in dit worstcasescenario lager dan de huidige toetsingswaarde van 2,2 ng/m³. We kunnen dus stellen dat er geen verhoogd blootstellingsrisico werd vastgesteld.

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 30 september en 1 oktober 2021 terug*:

Reeks 8: 27 oktober 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden

Op 27 oktober werd een nieuwe reeks metingen uitgevoerd, met vijf meetpunten tussen het terrein van 3M en de E34 en een zesde meetpunt aan de school ‘de Leerexpert’ in Zwijndrecht, ter hoogte van Burchtse Weel.

Door een fout bij het inschakelen van de pomp is er geen meting uitgevoerd op meetlocatie 1, gelegen op het terrein van 3M. Op meetlocatie 4, aan de werfkeet waar ook vervuilde gronden worden gestockeerd, was er eveneens een technisch probleem. Hierdoor lag het volume aangezogen lucht lager dan op andere locaties. Dit lagere volume resulteert in een hogere rapportagegrens voor dit meetstation (1 ng/m³) in vergelijking met de analyses uitgevoerd voor de andere meetstations (0,2 tot 0,5 ng/m³). 

De resultaten voor totaal stof tonen opnieuw aan dat er weinig verstoffing was in vergelijking met de metingen tijdens drogere perioden (60 à 70 versus 386 µg stof/m³). We kunnen daaruit afleiden dat de uitgevoerde activiteiten slechts beperkt voor verstoffing en dus potentiële verspreiding zorgden.

Hoewel er voor meetstation 4 geen PFAS gevonden werden boven de rapportagegrens van 1 ng/m³, is er een theoretische kans – indien de effectieve concentratie gelijk zou zijn aan de rapportagegrens – dat het totale PFAS-gehalte gelijk is aan 4 ng/m³. Omdat hier wetenschappelijk gezien geen zekerheid over bestaat, doen we over dit meetpunt geen uitspraak. Gezien de lagere rapportagegrens voor de andere meetpunten, kan hiervoor wel met zekerheid gesteld worden dat de huidige toetsingswaarde van 2,2 ng/m³ niet overschreden werd. We kunnen dus stellen dat er geen verhoogd blootstellingsrisico werd vastgesteld.

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 27 oktober 2021 terug*:

Reeks 9: 25 november 2021: PFAS-concentratie gemeten op de werf op korte afstand tot de werkzaamheden

Op 25 november 2021 zijn er werken uitgevoerd op de 3M site in het kader van de aanleg van de veiligheidsberm en dan met name de aanvoer van met PFAS-vervuilde grond. Dergelijke activiteiten houden een bijkomend verspreidingsrisico in. Daarom zijn er totaal stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op verschillende locaties.

De resultaten voor totaal stof tonen in het algemeen aan dat er weinig verstoffing was (20 tot 66 µg/m³) in vergelijking met de metingen uitgevoerd gedurende drogere perioden (60/70 tot 386 µg stof/m³). De verstoffing ten gevolge van de activiteiten bleek, mede door de weersomstandigheden, zeer beperkt.

Wat PFAS betreft zijn er enkel effectieve PFOS-concentraties vastgesteld ter hoogte van de twee meetpunten aan de ingang van de 3M site, daar waar de vrachtwagens geladen werden en het terrein opreden. Ter hoogte van de overige drie meetpunten verder op het terrein waren de vastgestelde PFAS-concentraties kleiner dan de rapportagegrens van 0,5 en 0,4 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen.

De tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) wordt ter hoogte van deze drie punten voor geen van de berekende grenzen (onder, midden en boven) overschreden. Op de twee meetpunten ter hoogte van de ingang is er dus wel een PFAS-concentratie gemeten van respectievelijk 1,4 en 2,0 ng/m³. Voor de laagste concentratie vastgesteld ter hoogte van meetpunt 1 valt de middengrens samen met de tijdelijke toetsingswaarde en houdt de bovengrens een overschrijding in. Ter hoogte van meetpunt 2 blijkt er sprake van een overschrijding van de tijdelijke toetsingswaarde voor zowel de midden- als bovengrens. De vastgestelde PFAS-concentraties zijn de hoogste concentraties in lucht gemeten sinds de opstart van de metingen. Daarnaast is er bij voorgaande meetcampagnes niet eerder op twee meetpunten een PFAS-concentratie vastgesteld. Hierdoor is het momenteel nog niet mogelijk om te bepalen of het een werkelijk verschil in concentratie betreft, of dat er toch andere factoren spelen. Wanneer de, door het labo ingeschatte, meetfout van 20 tot 30 % in acht genomen wordt, lijkt het verschil van een factor 1,5 eerder relatief. Mogelijks levert de toenemende dataset in de toekomst meer inzichten op.

Vast staat wel dat de teruggerekende PFAS-concentratie per kg stof, voor meetpunt 1 en 2 bedraagt dit respectievelijk 21 en 42 mg PFAS per kg droge stof, merkelijk hoger liggen dan de concentraties die zijn vastgesteld in de getransporteerde grond en tijdens bodemonderzoeken binnen de hele werfzone. Vermoedelijk is het wel mogelijk dat dergelijke hoge concentraties voorkomen op de 3M site. Echter is het ook uit de analyse van de windrichting niet geheel duidelijk of de oorzaak daar gezocht moet worden.

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 25 november 2021 terug*:

Reeks 10: 22 december 2021: PFAS-concentratie gemeten aan de rand van de werf op korte afstand tot de werkzaamheden. Vermoedelijk geen verhoogd blootstellingsrisico gezien de windrichting.

Op 22 december 2021 zijn er totaal stof en PFAS-metingen uitgevoerd op korte afstand van de Neerstraat te Zwijndrecht. De aanleiding was het uitvoeren van grondwerken vlakbij de Neerstraat en de melding van VMM/VITO dat de weersomstandigheden gelijkaardig zouden zijn aan die waarbij eerder reeds fijn stof pieken geregistreerd werden. Of deze veroorzaakt werden door activiteiten op de werf is niet met zekerheid te zeggen.

De twee meetpunten lagen tegen de zuidgrens van de werf aan. Meetpunt 1 lag aan de westelijke rand van werkzone. Meetpunt 2 bevond zich op kortere afstand en juist ten zuiden, windopwaarts dus, van de op dat moment uitgevoerde werken. Vanuit meetpunt 2 bekeken, bevond meetpunt 1 zich iets meer in de windafwaartse lijn. De meetresultaten tonen dat de stofvorming (50 en 69 µg/m³) laag was vergeleken met de meetresultaten tijdens drogere periodes (60/70 tot 386 µg stof/m³).

Wat PFAS betreft was de concentraties op meetpunt 1 kleiner dan de rapportagegrens (RG). Op meetpunten 2 is er wel een PFAS-concentratie gemeten van 2,0 ng/m³. De concentratie van de overige drie PFAS ligt onder de rapportagegrens van 0,5 ng/m³. Volgens de berekende onder-, midden en bovengrens was er ter hoogte van meetpunt 1, dat dichter bij de bewoning lag, geen overschrijding van de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Voor meetpunt 2 valt de berekende ondergrens onder de tijdelijke toetswaarde, maar wijzen zowel de middengrens als de bovengrens op een overschrijding. Echter worden verhoogde concentraties ter hoogte van de bewoning onwaarschijnlijk geacht, aangezien emissies ten gevolge van de werkzaamheden door de heersende windrichting (voornamelijk) weggevoerd werden van de woningen gelegen ten zuiden van de werf.

Vertrekkende van de gemeten stof- en PFAS-concentratie kan teruggerekend worden naar de hoeveelheid PFAS per kg stof. Deze waarde blijkt echter merkelijk hoger te zijn dan de bodemconcentraties in deze zone van de werf, en zelfs de gehele werkzone, vastgesteld tijdens eerder uitgevoerde bodemanalyses (hoogste concentratie vastgesteld bij boring B20003: 551 µg PFAS/kg droge stof). Er is vandaag geen eenduidige verklaring voor deze vaststelling. Mogelijks heeft dit te maken met het heterogene verticale profiel van PFAS-concentratie in de bodem, of met de waterafstotende eigenschap van PFAS waardoor stofdeeltjes met geadsorbeerde PFAS sterker zullen verstoffen dan stofdeeltjes met minder of geen geadsorbeerde PFAS.

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 22 december 2021 terug*:

Reeks 11: 28 maart 2022: geen verhoogd PFAS-blootstellingsrisico vastgesteld

Op 28 maart 2022 zijn er drie metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren het droge weer en de vele overschrijdingen van de fijn stof (PM10) waarschuwings-/actiedrempel ter hoogte van de monitoringstations van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De verhoogde fijn stof (PM10) zeggen niet direct iets over de eventuele PFAS-blootstelling. Om hier op een zo kort mogelijke termijn inzicht in te krijgen, werd besloten om uitzonderlijk flexibele metingen in te zetten buiten de werf. De resultaten van deze metingen worden gekenmerkt door een hogere rapportagegrens dan de metingen uitgevoerd door de VMM, maar zijn in het algemeen wel sneller beschikbaar.

Op twee locaties (Burchtse Weel en Neerstraat) is er een technisch probleem opgetreden waardoor het aangezogen volume lucht te beperkt is om een zinvolle toetsing uit te voeren en een uitspraak te doen over de eventuele PFAS-blootstelling.

Het meetpunt waarvan wel resultaten beschikbaar zijn, is de waterzuiveringsinstallatie van Lantis op de 3M site. Uit de totaal stof metingen blijkt dat de hoeveelheid stof beperkt was in vergelijking met de verstoffing gemeten tijdens andere droge periodes. Mogelijk zat de afwezigheid van activiteit op het terrein hier voor iets tussen. De PFAS-concentraties waren allemaal kleiner dan de rapportagegrens van 0,1 ng/m³. Dit maakt ook dat er volgens de berekende onder-, midden- en bovengrens geen overschrijding was van de tijdelijke toetsingswaarde voor zowel arbeiders als omwonenden, waaraan enkel getoetst wordt in de directe omgeving van bewoning.

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 28 maart 2022 terug*:

Reeks 12: 29 maart 2022: geen verhoogd PFAS-blootstellingsrisico vastgesteld

Op 29 maart 2022 zijn er drie stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren, net zoals op 28 maart, het droge weer en de vele overschrijdingen van de fijn stof (PM10) waarschuwings-/actiedrempel ter hoogte van de monitoringstations van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).

De meetresultaten voor stof tonen aan dat er ter hoogte van de twee meetpunten die zich op (zeer) korte afstand van de werf bevinden verstoffing was. Het derde meetpunt bevond zich bij de waterzuiveringsinstallatie van Lantis op de 3M site, maar hier trad omzeggens geen verstoffing op.

Op basis van de PFAS-meetresultaten kan er gesteld worden dat de verhoogde stofconcentraties niet gepaard gingen met een verhoogde PFAS-blootstelling. Alle resultaten liggen onder de rapportagegrens van 0,1 of 0,2 ng/m³ (afhankelijk van het aangezogen volume). Deze rapportagegrenzen laten in de meeste gevallen een toetsing aan de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden toe volgens de verschillende benaderingen (onder-, midden- en bovengrens). Enkel volgens de bovengrens benadering voor de twee meetpunten met de hogere rapportagegrens (Burchtse Weel en Neerstraat) kan geen uitspraak gedaan worden. Uit de toetsing volgens de overige benaderingen volgt dat de PFAS-concentratie ter hoogte van de drie meetpunten minstens kleiner was dan de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden.

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 29 maart 2022 terug*:

Reeks 13: 12 april 2022

Op 12 april 2022 zijn er vier stof- en PFAS-metingen uitgevoerd. Bij het bepalen van de meetlocaties is gekeken naar locaties met veel (transport-) activiteiten en locaties met speciale aandacht omwille van PM10 overschrijdingen en aanwezige bodemverontreiniging. Er is gekozen voor een meting aan de Burchtse Weel (gemiddeld meeste PM10 meldingen), de waterzuivering op het 3M terrein (hoge PFAS concentraties in de bodem), de grondstock aan de E34 (opslag deels onbegroeide grond) en de Sint-Anna knoop (veel transportbewegingen over een deels geasfalteerde weg).

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de verstoffing ter hoogte van de Burchtse Weel, de waterzuivering en de grondstock aan de E34 beperkt was in vergelijking met eerder gemeten stofconcentraties op droge dagen (60/70 tot 386 µg stof/m³). Zeker voor het meetpunt aan de Burchtse Weel zit de windrichting hier vermoedelijk voor iets tussen. De wind waait namelijk vanaf het meetpunt in de richting van de werf. Ter hoogte van de Sint-Anna knoop is er daarentegen wel een hoge totaal stofconcentratie vastgesteld. De reden hiervoor is het transport van grond met vrachtwagens en tractors over een voor het grootste deel geasfalteerde weg die er tijdens (een deel van) de meting droog bij lag. De snelheid heeft ook duidelijk een invloed op de stofvorming. Er kan overwogen worden om het verder verlagen van de maximale snelheid, zeker op droge dagen, in te voeren als stof beperkende maatregel.

Wat de EFSA PFAS (PFNA, PFOA, PFHxS en PFOS ) betreft, waren alle concentraties kleiner dan de rapportagegrens (RG) van 0,1 of 0,2 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Van de vier meetpunten moet enkel dat ter hoogte van de Burchtse Weel getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarden voor omwonenden (0,4 ng/m³). Hier wordt voor elke benadering aan voldaan. De andere meetpunten bevinden zich op de werf en moeten bijgevolg getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Ook hier wordt ruimschoots aan voldaan voor alle benaderingen.

De PFAS analyseresultaten ter hoogte van het meetpunt ‘E34 - grondstock’ duiden wel op de aanwezigheid van twee andere PFAS met een concentratie boven de RG. Het gaat om PFBA (0,6 ng/m³) en PFBS (0,2 ng/m³). Geen van beide werden in het verleden gemeten in lucht (in opdracht van Lantis). Ook recente resultaten van VITO/VMM wijzen op zeer lage concentraties. Momenteel is het moeilijk te zeggen waarom juist deze twee PFAS werden gemeten. Volgende (reeds opgezette) meetcampagnes in dezelfde omgeving kunnen hier mogelijk meer duidelijkheid in scheppen.

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 12 april 2022 terug*:

Reeks 14: 3 mei 2022

Op 3 mei 2022 zijn er zes stof- en PFAS-metingen uitgevoerd. Bij het bepalen van de meetlocaties is gekeken naar locaties met veel (transport-) activiteiten, locaties met PM10 overschrijdingen volgens het monitoringswerk van de VMM en de opmerking van de VMM bij het recente VITO rapport betreffende het ontbreken van meetpunten tussen 3M en de Oosterweelwerf. Deze opmerking komt voort uit het feit dat er in het rapport wordt aangegeven dat het op basis van de huidige gegevens niet mogelijk is om een onderscheid te maken tussen 3M en de Oosterweelwerf als bron. Er is gekozen voor een meting aan de Burchtse Weel (gemiddeld meeste PM10 meldingen), de waterzuivering en nog plaatsen op het 3M terrein (hoge PFAS-concentraties in de bodem), de grondstock aan de E34 (opslag deels onbegroeide grond) en de Sint-Anna knoop (veel transportbewegingen over een deels geasfalteerde weg).

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de verstoffing ter hoogte van alle meetpunten beperkt was in vergelijking met eerder gemeten stofconcentraties op droge dagen (60/70 tot 386 µg stof/m³ en een uitschieter tot 626 µg stof/m³), maar dat er wel een onderscheid gemaakt kan worden tussen een aantal meetpunten. De gemeten concentraties aan de Burchtse Weel en de Sint-Anna knoop zijn namelijk hoger dan op de overige meetpunten. Ter hoogte van de Burchtse Weel kan dit het gevolg zijn van de windrichting, aangezien deze van over de werf kwam. Gedurende de meetperiode zijn er twee PM10 meldingen geweest vanuit het VMM monitoringsnetwerk. De Sint-Anna knoop is een locatie met veel transport over een deels geasfalteerde weg, wat typisch aanleiding geeft tot (licht) hogere stofconcentraties. De gemeten stofconcentratie was wel merkelijk kleiner dan de meting op 12 april 2022, wat verklaard kan worden door het feit dat de weg nu gesproeid was. Deze maatregel lijkt dus zijn effect niet te missen.

Wat de EFSA PFAS (PFNA, PFOA, PFHxS en PFOS ) betreft, waren alle concentraties ter hoogte van de meetpunten Burchtse Weel en Sint-Anna knoop kleiner dan de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Voor het meetpunt ter hoogte van de Burchtse Weel is de tijdelijke toetsingswaarden voor omwonenden (0,4 ng/m³) relevant. Hier wordt aan voldaan. Ook de meting aan Sint-Anna knoop voldoet aan deze tijdelijke toetsingswaarde, terwijl eigenlijk de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) relevant is. Bijgevolg wordt hier zeker aan voldaan. Voor de vier andere meetpunten is er telkens een PFOS-concentratie vastgesteld, hoger dan de RG. De overige drie EFSA PFAS-concentraties waren wel altijd kleiner dan de RG van 0,1 ng/m³. Aangezien deze meetpunten binnen de werfzone liggen zijn de tijdelijke toetsingswaarden voor arbeiders (2,2 ng/m³) relevant. Hier wordt voor alle benaderingen aan voldaan.

De PFAS-analyseresultaten ter hoogte van het meetpunt ‘3M-halverwege’ duiden bijkomend op de aanwezigheid van PFBS met een concentratie boven de RG, namelijk 10 ng/m³. Momenteel is het moeilijk te zeggen waarom juist deze PFAS op deze locatie werd gemeten. Ook is het moeilijk om de exacte bron te identificeren. Volgende meetcampagnes in dezelfde omgeving kunnen hier mogelijk meer duidelijkheid in scheppen.

Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 3 mei 2022 terug*:

Reeks 15: 15-16 juni 2022

Van 15 op 16 juni 2022 zijn er zes stof- en PFAS-metingen uitgevoerd. Bij het bepalen van de meetlocaties is gekeken naar locaties met veel (transport)activiteiten, locaties met PM10 overschrijdingen volgens het monitoringswerk van de VMM en de opmerking van de VMM bij het VITO rapport ‘studie naar PFAS in lucht en depositie in de omgeving van 3M en Zwijndrecht’ (april 2022) dat er meetpunten ontbreken tussen 3M en de Oosterweelwerf. De locaties situeren zich dan ook ter hoogte van de Burchtse Weel, de Neerstraat, de 3M site, de grondstocks aan de E34 en knoop Sint-Anna.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de verstoffing ter hoogte van alle meetpunten beperkt was in vergelijking met eerder gemeten stofconcentraties op droge dagen (60/70 tot 386 µg stof/m³ en een uitschieter tot 626 µg stof/m³), en dat de concentratie ter hoogte van de  Burchtse Weel en de Sint-Anna knoop enigszins hoger was dan bij de overige meetpunten. Dat de stofconcentraties hier iets hoger lagen kan het gevolg zijn van respectievelijk de windrichting die van over de werf kwam en de verkeersbewegingen in de directe omgeving van de meetopstelling. Wat betreft de Sint-Anna knoop ligt de stofconcentratie vele male lager dan de eerder vastgestelde piek, hetgeen te verklaren is door het feit dat de weg bij het opzetten van de meting minstens gedeeltelijk gesproeid was.
 
Wat de EFSA PFAS (PFNA, PFOA, PFHxS en PFOS ) betreft, waren alle concentraties ter hoogte van de meetpunten Burchtse Weel en Sint-Anna knoop kleiner dan de rapportagegrens (RG) van respectievelijk 0,1 en 0,2 ng/m³. Dit wil zeggen dat er in beide gevallen voldaan wordt aan de tijdelijke toetsingswaarde voor respectievelijk omwonenden (0,4 ng/m³) en arbeiders (2,2 ng/m³). Voor de vier andere meetpunten is er telkens een PFOS-concentratie vastgesteld hoger dan de RG, terwijl de overige drie EFSA PFAS concentraties wel altijd kleiner waren dan de RG van 0,09 tot 0,2 ng/m³. Voor de vastgestelde PFOS-concentratie ter hoogte van de punten die op de werf gelegen zijn (respectievelijk 0,23, 0,14 en 0,78 ng/m³), werd voor alle benadering voldaan aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders. De gemeten PFOS-concentratie aan de Neerstraat bedroeg 0,39 ng/m³. Volgens de ondergrens benadering wordt er juist voldaan aan de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden, maar bij toepassing van de midden grens en bovengrens benadering is dit niet het geval (respectievelijk 0,69 en 0,99 ng/m³). Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de tijdelijke toetsingswaarde een jaargemiddelde toetsingswaarde betreft. Een overschrijding tijdens een momentopname wilt dus niet noodzakelijk zeggen dat er effectief gezondheidsrisico’s optreden, maar is wel een waarschuwing om de situatie verder op te volgen. In opdracht van Lantis worden er bijkomende metingen opgezet wanneer er activiteiten plaatsvinden die potentieel verstoffing in de hand werken. Op deze manier tracht men snel zicht te krijgen op eventueel verhoogde PFAS-concentraties. De VMM heeft daarbij een continue meetpost (PM10 en PFAS) staan ter hoogte van de Neerstraat waarmee de gemiddelde PFAS-concentratie in lucht opgevolgd wordt en de jaargemiddelde toetsing kan worden uitgevoerd.

Reeks 16: 4–5 juli 2022

Op 4 en 5 juli 2022 zijn er totaal stof en PFAS-metingen uitgevoerd op de werf van de Oosterweelverbinding. Bij het bepalen van de meetlocaties is gekeken naar locaties met veel (transport) activiteiten en locaties met PM10 overschrijdingen volgens het monitoringswerk van de VMM. Ook is er rekening gehouden met de opmerking van de VMM dat er meetpunten ontbreken tussen 3M en de Oosterweel werf. In totaal waren er zes meetpunten geselecteerd, maar door een technisch probleem bij het uitvoeren van de metingen zijn bepaalde resultaten niet bruikbaar. Daarom worden enkel de meetresultaten van de locaties 3M-WZI, 3M-richting berm en Sint-Anna knoop weergegeven.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de verstoffing ter hoogte van de meetpunten nabij de 3M-site beperkt was in vergelijking met eerder gemeten stofconcentraties op deze locatie (gemiddeld 54 µg/m³) en dat de concentratie ter hoogte van knoop Sint-Anna hoger lag dan bij eerdere metingen (gemiddeld 223 µg/m³). Wat de EFSA PFAS (PFNA, PFOA, PFHxS en PFOS) betreft, waren alle concentraties kleiner dan de rapportagegrens (RG). Door het kleine bemonsteringsvolume ter hoogte van de waterzuivering van 3M, lag de RG hier wel hoger dan normaal (0,6 ng/m³). Voor de overige stalen werd een RG van 0,1 ng/m³ gehaald. Met uitzondering van de bovengrensbenadering voor het meetpunt aan de waterzuivering van 3M, werd in elk van de meetpunten en volgens alle benaderingen voldaan aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Aangezien de hoge RG van het meetpunt aan de waterzuivering van 3M het gevolg is van een technisch probleem, is het weinig waarschijnlijk dat er zich effectief een overschrijding van de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders heeft voorgedaan. Dit wordt ondersteund door het feit dat de concentratie volgens de bovengrensbenadering ter hoogt van het andere meetpunt nabij de 3M-site 0,4 ng/m³ bedroeg.

Reeks 17: 13-14 juli 2022

Op 13 en 14 juli 2022 zijn er totaal stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op de werf van de Oosterweelverbinding. Bij het bepalen van de meetlocaties is gekeken naar locaties met veel (transport) activiteiten en locaties met PM10 overschrijdingen volgens het monitoringswerk van de VMM. Ook is er rekening gehouden met de opmerking van de VMM dat er meetpunten ontbreken tussen 3M en de Oosterweel werf. De zes geselecteerde meetpunten bevinden zich ter hoogte van de Burchtse Weel, 3M-WZI, 3M-halverwege (2 punten), de grondstocks aan de E34 en centraal op de site naast 3M.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de verstoffing ter hoogte van de meeste meetpunten beperkt was in vergelijking met eerder gemeten stofconcentraties op deze locaties (gemiddeld 52 µg/m³ en 76 µg/m³ voor respectievelijk de punten nabij 3M en de Burchtse Weel). De concentratie ter hoogte van de grondstock lag in lijn met de eerder gemeten concentraties op deze locatie (gemiddeld 79 µg/m³).
Wat de EFSA PFAS (PFNA, PFOA, PFHxS en PFOS) betreft, waren alle concentraties ter hoogte van de meetpunten Burchtse Weel kleiner dan de rapportagegrens (RG) van 0,09 ng/m³. Voor dit meetpunt is de tijdelijke toetsingswaarden voor omwonenden (0,4 ng/m³) van toepassing, waaraan wordt voldaan volgens alle drie de grens benaderingen Voor de vijf andere meetpunten is er telkens een PFOS-concentratie vastgesteld hoger dan de RG. De overige drie EFSA PFAS-concentraties waren wel telkens kleiner dan de RG van 0,09 ng/m³. De gemeten PFOS-concentraties rond de 3M-site varieerden van 0,43 ng/m³ tot 0,73 ng/m³. De PFOS-concentratie ter hoogte van de grondstock langs de E34 bedroeg 1,1 ng/m³. Aangezien alle vijf deze meetpunten op de werf gelegen zijn, is de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) van toepassing. Volgens alle drie de grens benaderingen wordt er voldaan aan deze tijdelijke toetsingswaarde. Naast de vier EFSA PFAS werd ter hoogte van het meetpunt ‘3M - halverwege’ ook PFBS gemeten (1,1 ng/m³). De oorzaak hiervan is momenteel onduidelijk.

 

Reeks 18: 31 augustus 2022

Op 31 augustus 2022 zijn er totaal stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op zes locaties op en rond de werf van de Oosterweelverbinding. De aanleiding waren grondverzetswerkzaamheden en activiteit op de 3M-site in opdracht van 3M in het kader van de bodemsanering. Daarnaast werden er werkzaamheden uitgevoerd op de werf Scheldetunnel en werden meldingen geregistreerd vanuit het VMM PM10-monitoringsnetwerk ter hoogte van de Burchtse Weel. Op basis van deze activiteiten werden op volgende locaties metingen uitgevoerd: de Burchtse Weel, centraal op het terrein grenzend aan de 3M-site, grondstocks aan de E34, Sint-Anna knoop, de oostelijke en westelijke bentonietcentrale op werf Scheldetunnel.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat er ter hoogte van de Burchtse Weel, de E34 grondstock en de westzijde van de bentonietcentrale meer stof was dan op de overige meetpunten, maar nog steeds beperkt in vergelijking met de stofconcentraties gemeten tijdens eerdere droge periodes. Vergeleken met de gemiddelde stofconcentraties over alle metingen heen, zijn de gemeten concentraties vergelijkbaar of beduidend lager.

Op vier van de zes meetlocaties waren alle EFSA PFAS-concentraties kleiner dan de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Op de locaties ‘3M - centraal open ruimte’ en ‘E34- grondstock’ werden wel EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de detectielimiet. Op beide locaties werden PFOS, respectievelijk 0,61 ng/m³ en 1,19 ng/m³,  en PFOA, respectievelijk 0,14 ng/m³ en 0,13 ng/m³, gemeten. Aan de E34 - grondstock werd ook PFHxS gemeten (0,14 ng/m³). De somconcentratie op alle meetlocaties bleef wel steeds onder de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³), ook wanneer de bovengrensbenadering werd gehanteerd. Echter blijkt uit analyseresultaten door VMM/VITO (48 uur bemonsterd) dat er windafwaarts van de werf, ter hoogte van de Neerstraat, ook EFSA PFAS-concentraties zijn vastgesteld boven de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden (0,4 ng/m³). Er wordt bekeken of de stofreducerende maatregelen effectief naar behoren zijn toegepast en of er bijkomende maatregelen genomen kunnen worden bij het uitvoeren van dit type werkzaamheden. Ook worden de metingen in opdracht van Lantis verdergezet en wordt er overlegd met 3M betreffende de opvolging en impact van hun bodemsaneringsactiviteiten.

 

Reeks 19: 11-12 oktober 2022

Op 11 oktober 2022 werden er op vijf locaties stof- en PFAS-metingen uitgevoerd. Gezien het droge weer, de geplande werkzaamheden en de meldingen vanuit het VMM PM10-monitoringsnetwerk ter hoogte van de Burchtse Weel werden volgende locaties onderzocht: de Burchtse Weel, knoop Antwerpen-West, de grondstocks aan de E34, aan de oostelijke bentonietcentrale op werf Scheldetunnel en centraal op de Sint-Anna knoop. Er was ook een bemonstering voorzien op de site naast 3M, maar deze kon door een diefstal niet afgerond worden.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat er ter hoogte van Knoop Antwerpen-West een zeer hoge stofconcentratie (310 µg/m³) werd gemeten ten opzicht van de overige meetlocaties. Ter hoogte van de Burchtse Weel, de E34 grondstock en de Sint-Anna knoop werden lagere stofconcentraties gemeten ten opzichte van de voorgaande metingen op droge dagen. In het bijzonder werd op het centrale punt aan knoop Sint-Anna een veel lagere concentratie gemeten dan gemiddeld (81 µg/m³ t.o.v. 218 µg/m³). De gemeten stofconcentratie ter hoogte van het meetpunt ‘ST - bentonietcentrale oost’ lag in lijn met deze op de drie voorgaande punten.

Op één meetlocaties werd een EFSA PFAS-concentratie boven de rapportagegrens (RG) gemeten. Dit betrof een PFOS-concentratie van 0,27 ng/m³ ter hoogte van de E34-grondstock. Op de overige locaties waren alle EFSA-PFAS lager dan de RG. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. De somconcentratie van de EFSA PFAS lag voor alle benaderingen (ondergrens, midden grens en bovengrens) en op alle meetlocaties onder de geldende tijdelijke toetsingswaarde op die locatie. Naast de PFOS vaststelling werd er ter hoogte van het meetpunt ‘Sint-Anna knoop’ een andere PFAS boven de RG gemeten, namelijk PFBS met een concentratie van 8,2 ng/m³. Dit is de vierde vaststelling van PFBS boven de RG sinds de start van de stof- en PFAS-metingen in juni 2021. De oorsprong hiervan is onduidelijk.

 

 

Reeks 20: 26-27 oktober 2022

Op 26 en 27 oktober 2022 zijn er totaal stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op vijf locaties op de werf van de Oosterweelverbinding. De aanleiding waren werkzaamheden waarbij grond werd getransporteerd richting enerzijds de kade om per schip naar een grondreinigingscentrale gevoerd te worden (enkel 27 oktober) en anderzijds een grondreinigingscentrale in de buurt (26 en 27 oktober). De meetlocaties zijn zo gekozen dat het potentiële blootstellingsrisico van zowel het verladen als het transporteren van grond gemeten werd. Op volgende locaties werden metingen uitgevoerd: ingang naar de site naast 3M (2 dagen), aan de 3M WZI (2 dagen), Knoop Sint-Anna (1 dag), halverwege route B richting het schip (1 dag) en aan de kade ter hoogte van de Beatrijslaan (1 dag).

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat er op meetlocatie ‘Route B - halverwege’ hogere stofconcentraties (99 µg/m³) gemeten werden dan op de overige meetlocaties. Met 19 µg stof/m³ werd de laagste stofconcentratie gemeten op de meetlocatie ‘Kade’. Ter hoogte van de meetpunten op en rond de 3M-site lagen de stofconcentraties in lijn met de gemiddelde concentraties over alle uitgevoerde metingen in deze omgeving. De licht verhoogde concentratie aan de WZI is mogelijks te verklaren door de windafwaartse ligging van het meetpunt ten opzichte van de werkzaamheden op de site. Aan knoop Sint-Anna werd met 34 µg stof/m³ een veel lagere concentratie gemeten dan gemiddeld op deze locatie.

Op één van de vijf meetlocaties werd een EFSA PFAS-concentratie groter dan de rapportagegrens (RG) gemeten. Dit betrof een PFOS-concentratie van 0,88 ng/m³ aan de 3M-WZI. Op de overige locaties waren alle EFSA PFAS kleiner dan de RG. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Gezien de ligging van de meetlocaties moet de gemeten EFSA PFAS-concentratie getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). De somconcentratie bleef op alle meetlocaties en voor alle benaderingen (ondergrens, midden grens en bovengrens)  onder deze tijdelijke toetsingswaarde. Verder werden er geen niet-EFSA PFAS-concentraties hoger dan de RG gemeten tijdens deze meetcampagne.

 

Reeks 21: 14-18 november 2022

Tijdens de meetweek van 14 tot 18 november 2022 zijn er totaal stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op vijf locaties op en rond de werf van de Oosterweelverbinding. De aanleiding waren werkzaamheden waarbij dagelijks grond werd getransporteerd richting de kade om per schip naar een grondreinigingscentrale gevoerd te worden. De meetlocaties zijn zo gekozen dat het potentiële blootstellingsrisico van zowel het verladen als het transporteren van grond gemeten werd. Op volgende locaties werden metingen uitgevoerd: ten oosten van de ingang naar het terrein naast de 3M-site, aan de inrit naar de E34 grondstocks, Sint-Anna knoop, aan de kade ter hoogte van de Beatrijslaan en de Burchtse Weel.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat tijdens deze meetcampagne veruit de hoogste gemiddelde stofconcentratie werd gemeten ter hoogte van de kade (210 µg stof/m³) en dat deze hoger lag dan tijdens de voorgaande meting.  De stofconcentraties aan de meetpunten ‘E34 - grondstock - inrit’ (50 µg stof/m³) en ‘Sint-Anna knoop’ (98 µg stof/m³) waren dan weer lager dan het gemiddelde over de voorgaande metingen op deze locaties. Dit kan het gevolg zijn van de windopwaartse ligging ten opzichte van de werkzaamheden. Voor het eerst werd er gemeten op het meetpunt ‘3M - ingang - oost’, waardoor een directe vergelijking met voorgaande stofconcentraties niet mogelijk is. Wanneer de gemeten stofconcentratie (85 µg stof/m³) vergeleken wordt met de gemiddelde stofconcentraties op andere locaties nabij het 3M-terrein, blijkt deze hoger te zijn dan gemiddeld. Een mogelijke verklaring is de windafwaartse ligging ten opzichte van de werkzaamheden. Tot slot is er de meting aan de Burchtse Weel. De gemeten stofconcentratie (8,5 µg/m³) is duidelijk lager dan de gemiddelde concentratie tijdens voorgaande metingen, ondanks de windafwaartse ligging ten opzichte van de werkzaamheden aan de kade waar verhoogde stofconcentraties gemeten zijn. Deze werkzaamheden bleken dus geen verhoogde stofconcentratie te veroorzaken op grotere afstand buiten de werf.

Op geen van de vijf meetlocaties werd een EFSA PFAS-concentratie groter dan de rapportagegrens (RG) gemeten. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. De somconcentratie op alle meetlocaties was voor geen van de benaderingen (ondergrens, midden grens en bovengrens) groter dan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) of omwonenden (0,4 ng/m³). Daarnaast werd er één niet-EFSA PFAS gemeten boven de RG. Dit was PFBS ter hoogte van ‘E34 - grondstock - inrit’ met een concentratie van 26 ng/m³. Deze concentratie ligt hoger dan de paar vorige vaststellingen. De oorzaak dat deze PFAS gemeten wordt is onduidelijk.

 

Reeks 22: 30 november 2022 - 2 december 2022

Tijdens de meetcampagne van 30 november tot 2 december 2022 zijn er stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op twee locaties op de werf van de Oosterweelverbinding. Het gaat om de locaties ‘E34-grondstock-west’, gelegen langs de TRO en ten westen van de voormalige fietsbrug, en ‘3M-WZI’. De aanleiding waren werkzaamheden waarbij gedurende drie dagen verontreinigde grond werd afgevoerd van de werf van Lantis naar stort ‘Sterhoek’ in Kruibeke (per as). Het doel van de metingen was het potentiële blootstellings- en verspreidingsrisico ten gevolge van de overslagactiviteiten op te volgen. Ter hoogte van het meetpunt ‘E34-grondstock-west’ is gedurende drie dagen en enkel tijdens de werkdag gemeten, terwijl er ter hoogte van ‘3M-WZI’ 2 dagen continu gemeten is.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat tijdens deze meetcampagne een hoge gemiddelde stofconcentratie werd gemeten ter hoogte van de ‘E34 grondstock west’ (210 µg stof/m³). Deze concentratie is opvallend hoger dan de gemiddelde stofconcentratie aan de E34 grondstock tijdens voorgaande metingen (88,2 µg stof/m³). Dit is waarschijnlijk te verklaren door de overslagactiviteiten en vooral de zeer kleine afstand tussen de werkzaamheden en het meetpunt. De stofconcentratie aan ‘3M -WZI’ (34 µg stof/m³) lag in lijn met de gemiddelde stofconcentraties gemeten nabij de 3M-site (45,7 µg stof/m³) en specifiek ter hoogte van de WZI (51,0 µg stof/m³).

Op geen van beide meetlocaties werd een EFSA PFAS-concentratie gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,08 en 0,1 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Op de twee onderzochte locaties moet de gemeten EFSA PFAS-concentratie getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Op geen van beide locaties en voor geen van de benaderingen (ondergrens, middengrens en bovengrens) wordt deze tijdelijke toetsingswaarde overschreden. Tijdens de meetcampagne werd wel een PFBS-concentratie gemeten van 0,10 ng/m³ ter hoogte van de meetlocatie ‘E34 - grondstock - west’.

 

 

Reeks 23: 6-9 december 2022

Tijdens de meetcampagne van 6 tot 9 december 2022 zijn er stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op vijf locaties op de werf van de Oosterweelverbinding. Afhankelijk van de dag gaat het om een of meerdere van volgende locaties: 3M-ingang-oost, E34-grondstock-west, 3M-WZI, Sint-Anna knoop en de kade. De aanleiding waren werkzaamheden waarbij met PFAS verontreinigde grond werd afgevoerd vanaf de TRO-5-grondstock en de Palingbeek-grondstock richting respectievelijk het stort ‘Sterhoek’ in Kruibeke (per as) en grondreinigingsspecialist GRC in Heusden-Zolder (per boot). Deze activiteiten vormden de aanleiding om gedurende vier dagen metingen uit te voeren met als doel het potentiële blootstellings- en verspreidingsrisico ten gevolge van de overslag- en transportactiviteiten op te volgen.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat tijdens deze meetcampagne in het algemeen lage stofconcentraties werden gemeten in vergelijking met voorgaande metingen. Voornamelijk ter hoogte van de meetlocaties ‘E34 - grondstock - west’ (56 µg stof/m³) en ‘kade’ (19 µg stof/m³) werden duidelijk lagere concentraties dan gemiddeld gemeten (resp. 193,1 en 82,7 µg stof/m³). De oorzaak van deze lagere stofconcentraties was waarschijnlijk een combinatie van periodes met (lichte) regen en de relatief lage windsnelheid.

Op één locatie werd een EFSA PFAS-concentratie gemeten boven de rapportagegrens (RG). Het betrof een PFOS-concentratie van 0,28 ng/m³ ter hoogte van het meetpunt ‘3M - ingang - oost’. Op de overige locaties werden geen EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de RG van 0,08 tot 0,3 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Op de onderzochte locaties, met uitzondering van ‘kade’, moet de gemeten EFSA PFAS-concentratie getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Gezien de ligging van het meetpunt kade, is het redelijk om de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden (0,4 ng/m³) te hanteren. Op geen van deze locaties en voor geen van de benaderingen (ondergrens, middengrens en bovengrens) wordt de overeenkomstige tijdelijke toetsingswaarde overschreden.

Naast de EFSA PFAS werden tijdens de meetcampagne ook twee PFBS-concentraties boven de RG gemeten. Het betrof de meting ter hoogte van de ‘E34 - grondstock - west’ (0,43 ng/m³) en ‘3M - WZI’ (19 ng/m³). Net zoals bij eerdere vaststellingen blijft het moeilijk om de oorsprong van de gemeten PFBS te benoemen. Op basis van de ligging van de meetpunten waar PFBS is gemeten en de dominante windrichting tijdens de meetcampagne, zouden deze PFBS-concentraties afkomstig kunnen zijn van de activiteiten aan de grondstocks. Echter is strookt dit niet volledig met het feit dat de concentratie aan ‘3M - WZI’ vele malen hoger zou zijn dan die aan de bron ‘E34 -grondstock - west’.

 

 

Reeks 24: 16 december 2022

Tijdens de meetdag van 16 december werd er een stof- en PFAS-meting uitgevoerd op één locatie op de werf van de Oosterweelverbinding, namelijk E34-grondstock-west. De aanleiding waren de overslag werkzaamheden waarbij de laatste hoeveelheid met PFAS verontreinigde grond afgevoerd werd van de TRO-5 naar stort ‘Sterhoek’ in Kruibeke (per as). Het doel van de metingen was het potentiële blootstellings- en verspreidingsrisico ten gevolge van het verladen van de grond op te volgen.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de gemeten concentratie van 82 µg stof/m³ in lijn ligt met de gemiddelde stofconcentratie rond de E34 grondstock tijdens droge periodes (82,9 µg stof/m³). Wanneer de gemeten concentratie specifiek vergeleken wordt met de gemiddelde concentratie rond de meetlocatie ‘E34 - grondstock - west’ (110,8 µg stof/m³) ligt deze iets lager. Echter was dit pas de vijfde meting op deze meetlocatie en is er veel variatie tussen de stofconcentraties op de verschillende dagen.

Verder zijn er geen EFSA PFAS-concentratie gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,2 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Op de onderzocht meetlocatie moet de gemeten EFSA PFAS-concentratie getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Deze werd door geen van de benaderingen (ondergrens, middengrens en bovengrens) overschreden. Verder werden er geen niet-EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de RG.

 

 

Reeks 25: 14 - 15 maart 2023

Tijdens de meetcampagne van 14 en 15 maart 2023 zijn er stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op drie locaties op en aan de werf van de Oosterweelverbinding:
•    ‘E34 - grondstock - inrit’: aan de uitrit van het terrein grenzend aan de 3M-site, aan de andere kant van de tijdelijke weg;
•    ‘3M - WZI’: aan de waterzuiveringsinstallatie van 3M vlak bij de werfweg die tijdens de grondafvoer gebruikt wordt;
•    ‘kade’ aan de inrit van de stijger vanwaar de grond werd overgeladen op het schip.

De aanleiding waren grondtransporten van de grondhopen op het terrein grenzend aan de 3M-site naar de grondreinigingsspecialist GRC in Harelbeke (per schip). Het doel van de metingen was het potentiële blootstellings- en verspreidingsrisico ten gevolge van de overslagactiviteiten op te volgen. Op alle drie de meetpunten werd gedurende 2 dagen en enkel tijdens de werkdag gemeten.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de stofconcentraties tijdens deze meetcampagne in lijn lagen met de gemiddelde concentraties tijdens eerdere metingen. De stofconcentratie aan de ‘3M - WZI’ was enigszins lager dan gemiddeld (31 µg/m³ ten opzichte van 47,9 µg/m³), waarschijnlijk door enkele lichte regenbuien op 14 maart

Tijdens de meetcampagne werden er geen EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,2 en 0,1 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. De meetlocaties ‘E34 - grondstock - inrit’ en ‘3M -WZI’ bevonden zich op de werf, waardoor de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) van toepassing is. Gezien de ligging van het meetpunt ‘kade’, is het redelijk om de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden (0,4 ng/m³) te hanteren. Op geen van de meetlocaties werd de respectievelijke tijdelijke toetsingswaarde overschreden, en dit voor elk van de benaderingen (ondergrens, middengrens en bovengrens). Naast de EFSA PFAS werden tijdens de meetcampagne wel een PFBS-concentratie boven de RG gemeten ter hoogte van de meetlocatie ‘kade’, wat de eerste vaststelling uit vier metingen was. De gemeten PFBS-concentratie bedroeg 1,5 ng/m³. 

Reeks 26: 29 maart - 4 april 2023

Tijdens de meetcampagne van 29 maart tot 4 april 2023 werden er op vier locaties stof- en PFAS-metingen uitgevoerd. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren de geplande grondtransporten van met PFAS verontreinigde grond vanaf de berm richting het GRC in Harlbeke (per schip) en de (grotendeels) droge omgevingscondities. De meetlocaties waren:

  • ‘3M - WZI’;
  • ‘E34 - grondstock - inrit’;
  • ‘E34 - grondstock - west’;
  • ‘kade’.

 

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de stofconcentratie op 29 en 30 maart aan het meetpunt ‘3M - WZI’ in lijn lag met de gemiddelde stofconcentratie tijdens voorgaande meetcampagnes. Op 3 en 4 april werd wel een verhoogde gemiddelde stofconcentratie gemeten aan het meetpunt ‘3M - WZI’ ten opzichte van het gemiddelde op deze meetlocatie tijdens voorgaande metingen. Ook aan het meetpunt ‘E34 - grondstock - inrit’ was de gemiddelde stofconcentratie iets hoger dan het gemiddelde van voorgaande meetcampagnes (69,3 µg/m³). Deze waarde lag echter nog ruim binnen de standaardafwijking. Op de overige meetlocaties lage de gemiddelde stofconcentratie in lijn met de concentraties uit eerdere meetcampagnes.

Tijdens de meetcampagne werden er een aantal vaststellingen gedaan van EFSA PFAS-concentraties boven de rapportagegrens (RG) van 0,2 en 0,1 ng/m³. Concentraties kleiner dan de RG geven aan dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. De vastgestelde EFSA PFAS betrof telkens PFOS bij concentraties van 2,7 ng/m³, 1,6 ng/m³, 1,6 ng/m³ en 1,2 ng/m³ ter hoogte van respectievelijk ‘3M - WZI’ (29 - 30 maart en 3 - 4 april), ‘E34 - grondstock - inrit’ en ‘E34 - grondstock - west’. Voor deze drie meetlocaties is de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders van toepassing. Ten gevolge van de gemeten PFAS concentraties, werd op 29 - 30 maart de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders overschreden aan de meetlocatie ‘3M - WZI’ en dit voor alle drie de benaderingen. Op de overige meetlocaties werd de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders niet overschreden, ook niet wanneer de bovengrensbenadering wordt gehanteerd. Gezien de ligging van het meetpunt ‘kade’, is het redelijk om de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden (0,4 ng/m³) te hanteren. Deze werd niet overschreden, ook niet wanneer de bovengrensbenadering wordt toegepast.

Naast de EFSA PFAS werden tijdens deze meetcampagne geen PFAS gemeten in concentraties boven de RG van 0,2 ng/m³ en 0,1 ng/m³.

 

Reeks 27: 25 april - 27 april 2023

Tijdens de meetcampagne van 25 tot 27 april 2023 werd er één stof- en PFAS-meting opgezet. Belangrijke aanleiding hiervoor was de verhoogde stofconcentratie die gedurende de voorgaande dagen gemeten werd ter hoogte van het vaste meetstation van de VMM aan de Burchtse Weel. Tijdens de meetperiode stonden er geen risicovolle activiteiten (m.b.t. verstoffing van PFAS-houdende grond) gepland op de werf. Daarom werd er enkel een meetpunt geplaatst aan ‘De Leerexpert’ ten zuiden en op korte afstand (100 à 200 m) van de werf om de potentiële PFAS-blootstelling van omwonenden op te volgen.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de stofconcentratie tijdens de meetcampagne (31 µg/m³) eerder laag was ten opzichte van de gemiddelde stofconcentratie tijdens voorgaande metingen aan de Burchtse Weel (53,6 µg/m³), maar niet uitzonderlijk laag. Deze concentratie is te  verklaren doordat er weinig of geen stofvormende activiteiten op de werf werden uitgevoerd en door de variabele windrichting tijdens de meetcampagne.

Tijdens de meetcampagne van 25 tot 27 april werden er geen vaststellingen gedaan van EFSA PFAS-concentraties boven de rapportagegrens (RG) van 0,04 ng/m³. Bij een concentraties kleiner dan de RG kan er enkel met voldoende zekerheid gesteld worden dat de concentratie onder de RG lag. Het bepalen van een exacte concentratie is niet mogelijk. Doordat er geen PFAS-concentraties gemeten werden boven de RG, trad er tijdens de meetcampagne geen overschrijding op van de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden (0,4 ng/m³). Dit geldt zowel voor de onder-, midden- als bovengrensbenadering. 

Naast de EFSA PFAS werden tijdens deze meetcampagne geen andere PFAS gemeten in concentraties boven de RG van 0,04 ng/m³. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat PFTeDa, PFHxDA en HPFO-DA niet geanalyseerd konden worden ten gevolge van matrixinterferentie.

 

Reeks 28: 12 mei - 17 mei 2023

Tijdens de meetcampagne van 12 tot 17 mei 2023 werden er op vijf locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren de graafwerkzaamheden op de werf ‘Scheldetunnel’ en de activiteit van de breekinstallatie ter verwerking van puin op de werf. De meetlocaties waren:

  • ST - Bouwkuip 1 - oost;
  • ST - Bouwkuip 1 - noordoost;
  • ST - Bouwkuip 1 - zuidwest;
  • ST - Bouwkuip 1 -west;
  • Breekinstallatie.

De resultaten voor totaal stof konden niet vergeleken worden met voorgaande metingen op deze locaties, aangezien de geselecteerde locaties voor het eerst bemeten werden. Op basis van eerdere metingen op andere locaties leken de stofconcentraties rond bouwkuip 1 eerder laag te zijn (16,0 - 33,9 µg/m³) tijdens deze meetcampagne (met uitzondering van de meetlocatie ‘ST - BK1 - west’ (73,0 µg/m³)). Dit is waarschijnlijk het gevolg van de neerslag op drie van de meetdagen. De stofconcentratie aan het meetpunt ‘Breekinstallatie’ bedroeg 221 µg/m³, wat eerder hoog is in vergelijking met de stofconcentratie op de overige meetlocaties. Een mogelijke verklaring is dat het voornamelijk op 12 mei geregend heeft (6,75 mm), wat de stofconcentraties op de overige meetlocaties relatief gezien heeft doen dalen (het meetpunt aan de breekinstallatie werd pas op 15 mei opgestart). Echter is er tijdens het breken verneveling toegepast om stofverspreiding te voorkomen. Om de effectiviteit van deze maatregel te vergroten, kan tijdens volgende breekactiviteiten het benevelde oppervlak vergroot worden en/of kan het te breken materiaal preventief bevochtigd worden.

Tijdens de meetcampagne werden geen EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,03 ng/m³, 0,02 ng/m³ en 0,1 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Het verschil in rapportagegrens tussen verschillende meetlocaties is het gevolg van een verschillend aangezogen luchtvolume. Op geen van de meetlocaties werden de tijdelijke toetsingswaarden voor arbeiders of omwonenden (resp. 2,2 en 0,4 ng/m³) overschreden tijdens deze meetcampagne, ook niet bij het hanteren van de bovengrensbenadering.

Naast de EFSA PFAS werden er tijdens de meetcampagne wel vaststellingen gedaan van PFBA- en PFBS-concentraties boven de RG. Bij alle meetpunten werd PFBA gemeten in concentraties van respectievelijk 1 ng/m³, 0,2 ng/m³, 1 ng/m³, 1 ng/m³ en 3 ng/m³. Daarnaast werd er ter hoogte van de meetlocatie ‘Breekinstallatie’ ook PFBS-concentratie van 3 ng/m³ gemeten. Aangezien de hoogste PFBA- (en PFBS-)concentratie wordt gemeten ter hoogte van het meetpunt ‘Breekinstallatie’, zou de oorzaak van de PFAS-verspreiding gezocht kunnen worden bij het breken van het puin. Echter is dit zeer onwaarschijnlijk aangezien er tijdens de werking van de breekinstallatie een noordwestelijke wind stond, wat de vervuiling dus weg zou blazen ten opzichte van de overige meetpunten. Verder waren er geen duidelijke bronnen in de omgeving die, rekening houdend met de dominante windrichting, deze vaststelling zou kunnen verklaren.

 

Reeks 29: 31 mei - 1 juni 2023

Tijdens de meetcampagne van 31 mei en 1 juni 2023 werden er op twee locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen was de afbraak van de tijdelijke fietsbrug nabij meetlocaties waar in het verleden al PFAS-concentraties boven de rapportagegrens werden gemeten. Op volgende locaties werden meetpunten opgezet:
-    ‘3M - inrit’;
-    ‘E34 - grondstock - inrit’.

De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de stofconcentraties tijdens deze meetcampagne in lijn lagen met de gemiddelde concentraties tijdens eerdere metingen op het terrein naast de 3M-site en de E34-grondstock (resp. 43,0 en 87,4 µg/m³). Als er enkel naar de gemiddelde stofconcentratie van deze specifieke meetpunten gekeken wordt, is de gemeten stofconcentratie aan ‘3M - inrit’ (47,9 µg/m³) iets lager dan gemiddeld op deze locatie (66,2 µg/m³), terwijl dit aan ‘E34 - grondstock - inrit’ net iets hoger is dan gemiddeld op deze locatie (76,0 µg/m³). Echter vallen deze verschillen in concentratie ruim binnen de standaardafwijking van de voorgaande metingen (resp. 80,2 en 57,6 µg/m³, met n = 6 en n = 4). Ondanks de wind uit noordelijke richting hebben de activiteiten geen of slechts zeer beperkt gezorgd voor stofvorming.
Er werden drie EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Ter hoogte van de meetlocatie ‘3M - inrit’ werd een PFOA-concentratie van 0,47 ng/m³ en een PFHxS-concentratie van 0,3 ng/m³ gemeten. Aan de meetlocatie ‘E34 - grondstock - inrit’ werd een PFOS-concentratie van 2,2 ng/m³ gemeten. Ten gevolge van de gemeten EFSA PFAS-concentraties is de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) overschreden ter hoogte van het meetpunt ‘E34 - grondstock - inrit’ bij het hanteren van de middengrens- en bovengrensbenadering. Bij de ondergrensbenadering is de gemeten concentratie net gelijk aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders. Aan het meetpunt ‘3M - inrit’ werd de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders niet overschreden.

Er kon geen sluitende verklaring voor deze vaststellingen gevonden worden. Zoals eerder aangegeven is de stofvorming door het heen-en-weer rijden van de kraan en hoogtewerker beperkt. Gezien de sterk verontreinigde bodem op de 3M-site kan het weinige stof in theorie zorgen voor een hoge PFAS-concentratie. Een tijd na het uitvoeren van de metingen is wel gebleken dat er in deze periode ook ter hoogte van de VMM meetposten rond de 3M-site verhoogde PFAS-concentraties gemeten zijn en heeft 3M het productieproces opnieuw moeten stilleggen. Mogelijks moet de verklaring in die richting gezocht worden.

 

Reeks 30: 27 juni - 30 juni 2023

Tijdens de meetcampagne van 27 tot 30 juni 2023 werden er op vier locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren de graafwerkzaamheden op de werf ‘Scheldetunnel’ aan bouwkuip 2 en de vaststelling van PFBA tijdens een voorgaande meetcampagne waarbij de werkzaamheden aan bouwkuip 1 werden opgevolgd. Er werden meetpunten geplaatst aan volgende locaties:
-    ST - kade werf ST;
-    ST - bouwkuip 2 - oost;
-    ST - bouwkuip 2 - zuidoost;
-    ST - bouwkuip 2 - noordwest.

De meetlocaties waar tijdens de meetcampagne van 27 tot 30 juni gemeten werd, werden nog niet eerder onderzocht. Hierdoor is een vergelijking met de gemiddelde stofconcentratie tijdens voorgaande meetcampagnes op die locaties niet mogelijk. De stofconcentraties rond bouwkuip 2 lagen hoger dan de concentraties gemeten tijdens het ontgraven van bouwkuip 1. Een mogelijke verklaring is de mindere hoeveelheid neerslag dan in de periode 12 tot 17 mei.  Wat het meetpunt aan de kade betreft, lag de gemeten concentratie lager dan de stofconcentratie gemeten aan de ‘kade’ langs de Beatrijslaan tijdens voorgaande meetcampagnes. Een mogelijke verklaring hiervoor was de ligging van het meetpunt. Door een beperking met betrekking tot de stroomvoorziening kon het meetpunt enkel windopwaarts van de werkzaamheden (maar wel op korte afstand (<10 m)) geplaatst worden.
Tijdens de meetcampagne van 27 tot 30 juni werden er op drie van de meetlocaties PFOS-concentraties gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Concentratie beneden de rapportagegrens geven aan dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. De PFOS-concentraties aan de meetlocaties ‘ST - kade werf ST’, ‘ST - BK2 - zuidoost’ en ‘ST - BK2 - noordwest’ bedroegen respectievelijk 0,27 ng/m³, 0,13 ng/m³ en 0,13 ng/m³. Gezien de locaties van de meetpunten worden de meetresultaten getoetst aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Deze werd niet overschreden tijdens de meetcampagne en dit voor alle meetpunten en zowel de onder-, midden- als bovengrensbenadering.

Naast de EFSA PFAS (waartoe PFOS behoort) werden er tijdens de meetcampagne geen PFAS-concentraties gemeten boven de RG. 
 

Reeks 31: 3 juli - 7 juli 2023

Tijdens de meetcampagne van 3 tot 7 juli 2023 werden er op vier locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren de graafwerkzaamheden op de werf ‘Scheldetunnel’ aan bouwkuip 2 en de vaststelling van PFOS tijdens de voorgaande meetcampagne rond deze activiteit. Er werden meetpunten geplaatst aan volgende locaties:
-    ST - kade werf ST;
-    ST - bouwkuip 2 - oost;
-    ST - bouwkuip 2 - zuidoost;
-    ST - bouwkuip 2 - noordwest.

De gemiddelde stofconcentraties tijdens de meetcampagne tonen twee extreem hoge waarden bij de ‘kade werf Scheldetunnel’ (2.630 µg/m³) en ‘bouwkuip 2 - noordwest’ (2.777 µg/m³). De oorzaak van deze twee extreme concentraties is niet verstoffing door werkzaamheden op de werf, maar naar verwachting modderspatten die op de filter terecht zijn gekomen tijdens of na de hevige neerslag op 5 juli. De spatten ontstaan door dumpers of ander werfverkeer. Partikels van die grootte verplaatsen zich slechts een beperkte afstand door de lucht voor ze weer op de grond vallen. De gemeten stofconcentraties aan deze twee meetlocaties zijn dus niet representatief voor de respiratoire blootstelling van arbeiders of omwonenden. De gemiddelde stofconcentratie aan het meetpunt ‘bouwkuip 2 - oost’ is lager dan tijdens de voorgaande meting (44,5 t.o.v. 80,2 µg/m³). Aan het meetpunt ‘bouwkuip 2 - zuidoost’ werd een vergelijkbare stofconcentratie gemeten als tijdens de voorgaande meetcampagne (95,4 t.o.v. 101,6 µg/m³). Tijdens beide meetcampagnes viel er neerslag.
Er werden geen EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,1 en 0,05 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Gezien de locaties van de meetpunten worden de gemeten concentraties van alle meetpunten getoetst aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Deze werd niet overschreden tijdens de meetcampagne en dit voor alle meetpunten en zowel de onder-, midden- als bovengrensbenadering.

Naast de EFSA PFAS werden er tijdens de meetcampagne geen PFAS-concentraties gemeten boven de RG van 0,1 en 0,05 ng/m³.

 

Reeks 32: 28 augustus - 31 augustus 2023

 

Tijdens de meetcampagne van 28 tot 31 augustus 2023 werden er op drie locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren de geplande  grondtransporten van met PFAS verontreinigde grond vanaf de grondhopen op werf ‘Scheldetunnel’ naar de kade aan werf ‘Scheldetunnel’ (waar overslag op een schip plaatsvond). De meetlocaties waren:
-    ‘ST - kade werf ST’;
-    ‘ST - grondhoop 7 - oost’;
-    ‘ST - grondhoop 7 - noordoost’.

Over het algemeen lagen de gemeten stofconcentraties laag in vergelijking met de eerdere meetcampagnes. Enkel voor de het meetpunt ‘ST - kade werf ST’ is een vergelijking mogelijk met een eerdere meting op dezelfde locatie  (47,3 µg/m³ t.o.v. 22,6 µg/m³ tijdens de huidige meetcampagne), hetgeen het algemene aanvoelen bevestigd. Een mogelijke reden voor deze lage stofconcentratie is de grotere neerslaghoeveelheid op 30 augustus. 
Op alle meetpunten werd er een PFOS-concentratie gemeten boven de rapportagegrens. Het feit dat PFOS op alle meetpunten gemeten is, doet vermoeden dat de activiteiten uitgevoerd tijdens de meetcampagne een invloed hadden op de PFOS-verspreiding. Alle andere PFAS-concentraties lagen wel onder de rapportagegrens van 0,1 en 0,03 ng/m³. Dit wilt zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Gezien de locaties van de meetpunten wordt de blootstelling getoetst aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Door de lage PFOS-concentraties die gemeten werden en de zeer lage rapportagegrens, wordt de tijdelijke toetsingswaarde niet overschreden. Deze vaststelling geldt zowel voor de onder-, midden- als bovengrensbenadering.

Naast de EFSA PFAS werd tijdens deze meetcampagne geen andere PFAS-concentraties boven de RG van 0,1 en 0,03 ng/m³ gemeten.
 

 

Reeks 33: 26 september -29 september 2023

Tijdens de meetcampagne van 26 tot 29 september 2023 werden er op vier locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze nieuwe meetcampagne was het afvoeren van de grote grondhoop 1 (13.390 m³) alsook enkele kleinere grondhopen gestockeerd op de werf ‘scheldetunnel’. De meetlocaties waren:
-    ‘ST - kade werf ST’;
-    ‘ST - grondhoop 6’;
-    ‘ST - bouwkuip 1 - noordoost’;
-    ‘ST - bouwkuip 2 - noordwest’.

Op elk van de vier meetlocaties werden stofconcentraties gemeten die hoger waren dan de concentraties tijdens voorgaande meetcampagnes. De stofconcentraties bedroegen respectievelijk 115,8 µg/m³, 194,4 µg/m³, 52,0 µg/m³ en 154,2 µg/m³. Een belangrijke reden voor de hogere stofconcentraties is vermoedelijk het feit dat er minder neerslag viel dan tijdens de vorige meetcampagnes. Deze vaststelling bevestigd  het stof reducerend vermogen van neerslag. Daarnaast toont het aan dat ook in maanden met gemiddeld meer neerslagdagen het toepassen van stofbestrijdingsmaatregelen tijdens relatief korte droge periodes zinvol is
Op de meetlocatie ‘ST - kade werf ST’ een PFOS-concentratie gemeten van 0,1 ng/m³. Alle andere EFSA PFAS concentraties lagen onder de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Ook op alle andere meetlocaties lagen alle EFSA PFAS-concentraties onder de RG van 0,1 ng/m³. Gezien de locaties van de meetpunten (op de werf) moet de blootstelling getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Deze toetsingswaarde werd op geen enkele meetlocatie en volgens geen enkele benadering overschreden.

Naast de EFSA PFAS werd tijdens deze meetcampagne geen PFAS-concentraties boven de RG van 0,1 ng/m³ gemeten.
 

 

Reeks 34: 6 december - 8 december 2023

Tijdens de meetcampagne van 6 tot 8 december 2023 werden er op drie locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. De meetlocaties waren:

  • ‘Kade’
  • ‘E34 - Grondstock - hoogspanningsmast’;
  • ‘E34 - Grondstock - westen’.

Belangrijke aanleiding voor deze nieuwe meetcampagne was het afvoeren van grondhopen vanaf diverse locaties naar de kade aan de Beatrijslaan waar deze werden overgeladen op een schip. 

Omwille van een technisch probleem tijdens de meetcampagne en het vermoeden van contaminatie werd enkel voor de meetlocatie ’E34 - Grondstock - hoogspanningsmast’ een resultaat verkregen. De stofconcentratie aan deze meetlocatie bedroeg gemiddeld 18,1 µg/m³, wat duidelijk lager is dan het gemiddelde in de buurt van de E34 grondstocks (87 µg/m³). Tijdens de meetperiode viel er slechts een verwaarloosbare hoeveelheid neerslag, maar het terrein was wel zeer nat. Dit heeft naar verwachting gezorgd voor de lage stofconcentratie tijdens deze meetcampagne. 

Tijdens de meetcampagne van 6 tot 8 december werd er op de meetlocatie ‘E34 - Grondstock - hoogspanningsmast’ geen EFSA PFAS gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Een concentratie onder de RG wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Gezien de locatie van het meetpunt (op de werf) moet de blootstelling getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Door de zeer lage RG en het feit dat geen van de EFSA PFAS deze overschreed, werd er geen overschrijding van de tijdelijke toetsingswaarde vastgesteld. Deze vaststelling geldt zowel voor de onder-, midden- als bovengrensbenadering.

Naast de EFSA PFAS werd tijdens deze meetcampagne geen andere PFAS gemeten in een concentraties boven de RG van 0,1 ng/m³.

*Omwille van het beschermen van privacy zijn persoonsgegevens uit de rapporten anoniem gemaakt.

Laatste update: 08/04/2024

Verdwijnt buurtpark ‘t Schijntje?

Buurtpark ’t Schijntje - gelegen tussen de R1 en de Ten Eekhovelei -  verdwijnt niet.
De hondenweide en de speeltuin verplaatsen we slechts tijdelijk voor enkele voorbereidende werken in het kader van de Oosterweelverbinding. Deze werken vinden plaats in de zone tussen de Noordersingel, de Ten Eekhovelei, de Ring en onder het Viaduct van Merksem.
 

Bestaan er abonnementen voor de Park and Rides?

Ja, je kan een abonnement afsluiten. Als abonnementhouder betaal je € 25 per maand of € 300 per jaar om in de Park and Ride te parkeren. Neem contact op met de projectmanager P&R via infoatpenrantwerpen.be (info[at]penrantwerpen[dot]be).

Zit er ook PFAS/PFOS in het grondwater?

Er werd inderdaad ook PFOS teruggevonden in het grondwater binnen het projectgebied Linkeroever. Die verontreiniging bevindt zich langs de E34 tot aan de Charles de Costerlaan en tot in de knoop Sint-Anna. Het strekt zich dus minder ver uit dan de verontreiniging in het vaste deel van de bodem. 
 
Het grondwater dat we tijdens de werken oppompen, wordt gezuiverd alvorens het naar de Schelde wordt afgevoerd of terug in de bodem wordt gepompt. Daartoe werd een speciale waterzuiveringsinstallatie gebouwd binnen de werfzone Linkeroever. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) volgt deze waterzuivering op.

We detecteren geen PFOS meer in het gezuiverde water dat naar de Schelde wordt afgevoerd of dat terug in de bodem wordt gebracht. De meest gedetailleerde metingen kunnen een concentratie vanaf 0,1 microgram/l vinden. Dat is ook de norm die opgelegd is in de vergunning voor het terugpompen van het water in de grond. Voor het afvoeren van het water in de Schelde ligt de norm op 1 microgram/l. Dat er in het water dat het waterzuiveringsstation verlaat geen PFOS boven de detectielimiet meer gevonden wordt, toont aan dat onze zuivering zeer secuur en conform de normen gebeurt. Een overzicht van de metingen in het water dat in de grondwaterzuiveringsinstallatie toekomt en vervolgens verlaat, vind je op deze grafiek.

Verdwijnt de bufferzone tussen industrie, wegen en bewoning bij het rooien van het Sint-Annabos?

Het Sint-Annabos laten we grotendeels staan bij de aanleg van de Oosterweelverbinding. In de oorspronkelijke plannen was het de bedoeling om een deel van het weggegraven zand van de nieuwe Scheldetunnel tijdelijk te stockeren in het Sint-Annabos. Hiervoor moest een groot deel van het bos verdwijnen. In september 2016 hebben we echter een alternatieve stockageplaats gevonden voor dit zand: het Noordelijk Insteekdok. Hierdoor kan het grootste deel van het Sint-Annabos blijven staan bij de aanleg van de Oosterweelverbinding en is er dus geen sprake meer van het rooien van het volledige bos.

Hoeveel parkeerplaatsen zijn er beschikbaar in de Park and Ride?

De grootste Park and Ride is de P+R Luchtbal. Deze is gelegen vlak naast de afrit van de A12 aan de Noorderlaan en telt maar liefst 1700 parkeerplaatsen. Op de Blancefloerlaan vind je de P+R Linkeroever. Deze P+R beschikt over 1500 parkeerplaatsen. De P+R Merksem aan de Bredabaan biedt onderdak aan 685 wagens. Meer informatie vind je hier.

Hoe sterk is de verontreiniging met PFAS/PFOS op Linkeroever?

Welke PFAS-waarden werden er op Linkeroever gemeten? 

Sinds de PFAS-kwestie in het nieuws kwam, kregen we heel wat vragen over de PFAS-concentraties in ons projectgebied. Daarom spelen we letterlijk open kaart. We maken alle metingen, zowel van de grond als de lucht in het Oosterweelprojectgebied, openbaar in een interactieve kaart. Daarnaast geven we ook de cijfers mee van de metingen in het door Lantis opgepompte en gezuiverde grondwater. 

Bekijk de hier de volledige kaart met staalnames.  

Welk toetsingskader en welke zoneringscriteria hanteert Lantis voor de PFAS-verontreiniging?

Voor de afbakening van de PFAS-houdende kadastrale werkzone wordt het toetsingskader dat door de OVAM werd gepubliceerd op 5 maart 2021 gehanteerd.

In februari 2022  werden de zoneringscriteria binnen de PFAS-houdende kadastrale werkzone bijgesteld, naar aanleiding van het advies van de Expertencommissie Grondverzet. 

Hierbij werd door de commissie een principe gehanteerd, dat verder gaat dan het standstillprincipe uit de grondverzetregeling en dit ter maximale bescherming van de gezondheid van de omwonenden. Het onderstaande overzicht vat de hergebruiks-mogelijkheden samen:

Gronden met concentraties tussen 3 µg/kg ds PFOS/PFOA of 8 µg/kg ds som PFAS en 14,4 µg/kg ds som PFAS. 

  • Aan de 3-delige code wordt ! toegekend. 
  • Op de werf is deze gestapelde grond herkenbaar met een gele kleurcode

Gronden met concentraties tussen 14,4 µg/kg ds som PFAS en 47 µg/kg ds som PFAS

  • Aan de 3-delige code wordt !! toegekend. 
  • Op de werf is deze gestapelde grond herkenbaar met een oranje kleurcode

Gronden met concentraties > 47 μg/kg ds som PFAS  en < 1000 μg/kg ds som PFAS  

  • Aan de 3-delige code wordt !!! toegekend. 
  • Op de werf is deze gestapelde grond herkenbaar met een rode kleurcode
  • Vandaag geen grondstocks met deze kwaliteit meer aanwezig op de Oosterweelwerf

Gronden met concentraties > 1000 μg/kg ds som PFAS  

  • Aan de 3-delige code wordt !!!! toegekend. 
  • De grond wordt meteen afgevoerd buiten de werf voor verdere verwerking. Er is geen hergebruik binnen de werf toegestaan
  • Geen grond met deze kwaliteit aanwezig op de Oosterweelwerf

Kleurcodes maken kwaliteit grondhopen duidelijk voor de omgeving 

Verspreid over de werf liggen verschillende grondhopen, zowel aangevoerde als uitgegraven grond. Iedere grondhoop krijgt standaard een code, zodat we te allen tijde weten welke kwaliteit die grond heeft. 

We begrijpen dat omwonenden zich vragen stellen bij de grondhopen die ze zien. Welke zijn verontreinigd? Welke grond is aangevoerd? Om dat helder te maken, werken we - na een vraag van de burgerbeweging ‘Zwijndrecht Gezond’ - met kleurcodes in plaats van een technische code. Aan de hand van de kleurcode kan men dan zelf afleiden welke kwaliteit de grond heeft. 

De kleurcodes die we gebruiken op onze werf: 

  • Groen: gronden afkomstig uit bodemlagen met concentraties minder dan 3 µg/kg ds PFOS/PFOA en 8 μg/kg ds som PFAS
  • Blauw: bouwkundig bodemgebruik (< 3 µg PFOS en <8 µg PFAS)
  • Geel: gronden afkomstig uit bodemlagen met concentraties tussen 3 µg/kg ds PFOS/PFOA of 8 µg/kg ds som PFAS en 14,4 µg/kg ds som PFAS. 
  • Oranje: gronden afkomstig uit bodemlagen met concentraties tussen 14,4 µg/kg ds som PFAS en 47 µg/kg ds som PFAS
  • Rood: gronden afkomstig uit bodemlagen met concentraties > 47 μg /kg DS som PFAS

Wat verandert er aan de zuidelijke helft van de Ring?

Het zuidelijke deel van de Ring - het stuk tussen de Kennedytunnel op Rechteroever en de knoop met de E313/E34 - valt buiten het projectgebied van de Oosterweelverbinding. 

Hier worden dus geen Oosterweelwerken uitgevoerd. Al zullen de Oosterweelwerken er wel voor zorgen dat de mobiliteit en de leefbaarheid ook hier erop vooruitgaat. Hoe? Doordat we het verkeer beter spreiden op de Ring, zal het minder druk worden op het zuidelijke deel van de Ring en in de Kennedytunnel. Op de Ring zal namelijk vooral lokaal verkeer rijden, terwijl doorgaand verkeer en havenverkeer over een noordelijk alternatief - het zogenaamde haventracé - gestuurd zal worden. Zo krijg je meer ademruimte op de Ring, inclusief op het zuidelijke deel ervan. 

Staan er dan geen specifieke projecten op stapel om het zuidelijke deel van de Ring aangenamer en gezonder te maken? Toch wel. Maar deze vallen niet onder Oosterweel. De stad zal hier in het kader van de Grote Verbinding werk van maken. Meer info over die projecten lees je op www.degroteverbinding.be.

Waarom bouwen we de Bypass, een tijdelijke snelweg naast de R1?

De grootste metamorfose door Oosterweel komt er ongetwijfeld in het noorden van Antwerpen. De Antwerpse Ring zoals we die vandaag kennen verdwijnt. Het Viaduct van Merksem breken we af en maakt plaats voor een ingesleufde, dieperliggende Ring die deels overkapt wordt. Hierdoor verdwijnt de Ring niet alleen uit het zicht, maar komt er ook een zee aan ruimte vrij om te sporten, spelen en ontspannen. 

De transformatie van viaduct naar verdiepte Ring met Ringparken is een hele operatie. Omdat het verkeer moet kunnen blijven rijden tijdens de werken, leggen we eerst een Bypass of tijdelijke snelweg aan. Die Bypass biedt een alternatief aan de huidige Ring. Zo houden we tijdens de werken het verkeer maximaal op de snelweg en weg uit de woonwijken van Deurne en Merksem. Tegelijkertijd zorgen we dankzij de Bypass ook voor een veilige, voorspelbare verkeerssituatie en geeft het de aannemer voldoende ruimte om de dieperliggende ring aan te leggen. 

Op welke vervoersmiddelen kan je overstappen vanaf de Park and Ride?

Eens geparkeerd, stap je over op een vervoermiddel naar keuze: tram of bus, een (elektrische) deelfiets of -step. Ook deelwagens staan hier klaar. Een Park and Ride is meer dan enkel een parkeergebouw, het is een hub voor een slimme mobiliteit naar de stad.

Kan de Oosterweelverbinding overkapt worden?

We houden maximaal rekening met een toekomstige overkapping van de Ring binnen ons projectgebied. In het noorden van de stad wordt het Viaduct van Merksem afgebroken en leggen we de R1 in een dieperliggende sleuf die we tijdens de Oosterweelwerken maximaal overkappen: 

  • Groenendaallaan: een overkapping van zo’n 850 meter brengt rust en groen in de buurt rond Luchtbal en Merksem. Op de overkapping komt een groot park dat beide wijken met elkaar verbindt: Ringpark Groenendaal.
  • Lobroekdok: tussen het Albertkanaal en de kop van het Lobroekdok ontstaat Ringpark Lobroekdok. Dit nieuw waterrijk groengebied is maar liefst 10 hectare groot of 14 voetbalvelden.
  • Sportpaleis: voor het Sportpaleis komt een groot nieuw plein op de overkapping. Door de overkapping worden de Kronenbrugwijk in Deurne en de Slachthuiswijk met elkaar verbonden. De horeca rond het slachthuis en op de Dam wordt zo meer toegankelijk voor bezoekers.
  • Hof ter Lo: tussen het Rivierenhof en Hof ter Lo zorgen we voor een grote overkapping die deel uitmaakt van Ringpark Het Schijn.
  • Oosterweelknooppunt: het wegencomplex ten zuiden van de haven wordt deels overkapt. Hier komt het Ringpark Noordkasteel.

In het projectgebied van de Oosterweelverbinding (tussen de Masurebrug in Merksem en het knooppunt Antwerpen-Oost) wordt de snelweg hierdoor maximaal overkapt.
 

Op welke manier beïnvloedt de heraanleg van de Ring aan Schijnpoort de plannen voor Spoor Oost?

De precieze invulling van de zone ‘Spoor Oost’ behoort niet tot de plannen voor de Oosterweelverbinding. Met de verbetering van het verkeersknooppunt aan het Sportpaleis maken we deze zone wel goed bereikbaar, wat de uiteindelijke invulling ook zal zijn. Doordat we de overbelaste verkeersknoop aan het Sportpaleis vernieuwen, creëren we immers een vlotte en veilige doorstroming van auto- en vrachtwagenverkeer, openbaar vervoer en fiets- en wandelverkeer. Bovendien verdwijnt hierdoor het sluipverkeer in de omliggende wijken.

Waar vind ik de meetresultaten terug voor PFAS op de Oosterweelwerf?

We hebben interactieve dashboards opgesteld die we regelmatig bijwerken om de nieuwste resultaten toe te voegen. Enerzijds zijn er de resultaten van de grond- en luchtmetingen. Anderzijds geven we ook de resultaten van de grondwaterzuiveringsinstallatie. Daarmee reinigen we het opgepompte grondwater voor we het water weer laten infiltreren in de ondergrond of laten wegvloeien in de Schelde.

Waarom zijn er verschillende kleurschakeringen bij de meetpunten op de kaart?

Voor de grondmetingen hebben we de resultaten onderverdeeld volgens de grenswaarden die gelden voor het gebruik van grond dat PFOS bevat: 3 en 70 µg/kg ds.*
Voor de luchtmetingen worden de resultaten getoetst aan een conservatief toetsingskader, afgeleid uit de meest recente normen. De gezondheidsnorm voor alle PFAS samen ligt daar op 2,2ng/m³.

Op verschillende plaatsen werden meerdere stalen genomen. Die kunnen zowel verschillen in de tijd als in de diepte (voor grondmetingen). Wanneer de resultaten van die metingen verschillen, krijg je een mix van de respectievelijke kleuren.

Kan ik uit deze resultaten ook iets afleiden voor mijn woonomgeving?

Lantis is enkel bevoegd om metingen uit te voeren binnen het Oosterweelprojectgebied. Dat gebied duiden we ook aan met de projectgrens op de kaart. Deze metingen zijn dus niet zomaar toepasbaar op de woongebieden daarrond. Want de vervuilingsconcentraties verminderen snel eens je weggaat van de kern van de vervuiling; 3M. Hoewel de cijfers uit onze metingen een indicatie kunnen zijn, is het niet mogelijk om conclusies voor de woonomgeving te trekken zonder effectieve metingen in die omgeving.

Waarom worden de luchtmetingen van 9/6/2021 niet vermeld op de kaart?

De techniek voor de eerste luchtmeting liet ons nog niet toe om PFAS-concentraties lager dan 0,004µg/m³ of 4ng/m³ te detecteren. Daardoor konden we niet uitsluiten of er PFOS boven of onder de gezondheidsgrens van 2,2ng/m³ in het verzamelde stof zat. Vanaf de tweede stofmetingen stond de techniek wel op punt om lagere concentraties te meten.

Wat is SOF?

SOF is de “som van opgeloste organische fluorverbindingen” en dus een indicatie van fluorverbindingen in het grondwater. Bij de vergunningsaanvraag werd ons opgedragen om ook deze parameter mee op te nemen.

Waarom zijn er soms langere perioden zonder waarden bij de waterzuiveringsinstallatie?

De waterzuiveringsinstallatie is niet permanent in werking. Er zijn immers niet elke dag bemalingen (oppompen van het grondwater) en bovendien wordt al het opgepompte water eerst verzameld in een retentiebekken. Daardoor kan het zijn dat er gedurende een periode van dagen tot enkele weken geen waarden beschikbaar zijn.

*Voorlopig nog volgens de grenswaarden uit het Technisch Verslag dd. 22/11/2021.

Zijn er laadpalen beschikbaar in de Park and Rides?

Ja, je kan je elektrische wagen laden in de Park and Rides:


⦁    P+R Merksem: 16 laadpalen en 2 snelladers
⦁    P+R Luchtbal: 19 laadpalen en 2 snelladers
⦁    P+R Linkeroever: 30 laadpalen en 2 snelladers
 

Staan Blokkersdijk en andere nabijgelegen natuurgebieden onder druk door de werken aan de Oosterweelverbinding?

Blokkersdijk is een beschermd natuurgebied. De werken aan de Oosterweelverbinding mogen bijgevolg op geen enkele wijze impact hebben op dit gebied. Daarnaast zal de Oosterweelverbinding er net voor zorgen dat de druk op de natuurgebieden verlaagd wordt. Zo krijgt Blokkersdijk extra water om verdroging tegen te gaan, wordt de Charles de Costerlaan een groene fiets- en wandelboulevard en verbinden we de aanwezige natuurgebieden tot één groot groengebied op de linkeroever. Tijdens de werken hebben we Het Rot - een natuurgebied vlakbij Blokkersdijk - deels afgesloten voor wandelaars en hun trouwe viervoeter. Zo hebben watervogels een extra rustpunt om eten te zoeken en hun nesten te bouwen.
Lees meer over aanleg van de Scheldetunnel

Welke voordelen hebben de Oosterweelwerken op Linkeroever op vlak van fietsinfrastructuur?

In Zwijndrecht en op Linkeroever wordt het fietsnetwerk fors uitgebreid met 16,5 km aan nieuwe fietspaden zodat je veilig en comfortabel naar de haven, de rechteroever of het Waasland fietst. Er worden onder meer nieuwe fietspaden voorzien langs de nieuwe verbindingsweg tussen de E17 en E34 en aan de zuidrand van de E17. Er komen nieuwe fietsbruggen over de E34 en R1 en een fietstunnel onder de Canadastraat. Tegelijk worden heel wat bestaande fietspaden heraangelegd. Aanvullend zal ook Ringpark West door Lantis gerealiseerd worden met onder meer een fietsbrug over de E17 en parkbrug over de R1 tussen Galgenweel en Burchtse Weel. Zo wordt ook voor fietsers de Ring rond. Lees meer over de fietsverbindingen op Linkeroever en Zwijndrecht.
 
 

Hoe rij je naar de Park and Rides?

P+R Merksem bereik je via de E19. Neem je de afrit Kleine Bareel en rij vervolgens op de Bredabaan richting Antwerpen. P+R Luchtbal bereik je via de A12. Neem afrit 6 Ekeren en rij vervolgens op de Noorderlaan richting Antwerpen. P+R Linkeroever bereik je via de nieuwe verbindingsweg die naast de E17, R1 en de E34, aan de kant van Zwijndrecht loopt. Zo rij je vanaf de E34. Zo rij je vanaf de E17.
 

Welke PFAS-maatregelen neemt Lantis voor medewerkers en buurtbewoners?

Welke maatregelen zijn er voor de medewerkers?

De gezondheid en veiligheid van alle medewerkers is onze grootste prioriteit. Daarom leggen we vanuit Lantis hoge veiligheidseisen op aan ons eigen personeel en vragen we hetzelfde voor de werknemers van de aannemers op de werf. Voor werken in de grond met PFAS-verontreiniging, nemen we bijkomende beschermende maatregelen om veilig met de PFAS-grond om te springen en fysiek contact te vermijden. Maatregelen zijn bijvoorbeeld de verplichting om een stofmasker te dragen in een stoffige omgeving en lichaamsbedekkende werkkledij en handschoenen te dragen wanneer men in contact komt met PFAS-houdende grond. De maatregelen die het aannemersconsortium Rinkoniên voor Linkeroever hanteert, zijn de volgende:

Deze instructies zijn ook een onderdeel van de opleiding die iedereen moet doorlopen vooraleer men de werf op Linkeroever mag betreden. Daarnaast krijgt iedereen op de werf nog eens specifieke instructies voor dat werfdeel. 
 
Vanuit Rinkoniên worden er ook op regelmatige tijdstippen opfrissessies georganiseerd om het belang van deze maatregelen onder de aandacht te brengen, zowel naar eigen personeel als de aannemers en onderaannemers toe. Lantis waakt erover dat deze informatie doorstroomt en de maatregelen ook effectief worden toegepast.

Op de werf rijden waterkarren die de grond besproeien om stofvorming tegen te gegaan. Daarnaast worden ook veegwagens ingezet om opwaaiend zand te verzamelen. Dat zand blijft vervolgens in de werfzone.

In de werfketen zijn er borstels voorzien om schoenen proper te maken en gepaste reinigingsmiddelen om de handen te wassen. De werfketen worden meerdere keren per week gereinigd door een gespecialiseerde firma. Het personeel van die firma is ook op de hoogte van de relevante PFOS-maatregelen.

Welke maatregelen zijn er voor de buurtbewoners?

We begrijpen dat er bij de omwonenden ongerustheid kan zijn over de PFAS-verontreiniging. Zowel door Lantis als de aannemer worden heel wat maatregelen genomen om op een verantwoorde wijze met de gronden om te gaan om PFAS-verspreiding en stofvorming te voorkomen. De veiligheid en gezondheid van onze mensen, buren en de omgeving is onze belangrijkste prioriteit.

Zo zetten we sproei- en veegwagens in om het opwaaien van stof tegen te gaan. We verdichten de PFAS-gronden of zaaien ze in, zodat verspreiding van stof geminimaliseerd wordt. De meest vervuilde PFAS-gronden worden bovendien op veilige afstand van buurtbewoners bewaard en afgevoerd. Experts voeren stofmetingen uit die bevestigen dat we zo veilig mogelijk werken. Uit deze luchtmetingen blijkt dat het stof dat op de werf wordt aangetroffen, geen verhoogd blootstellingsrisico vormt voor omwonenden via de lucht door stof.

Ga naar vraag "Zorgen de werfactiviteiten in het met PFOS verontreinigd gebied voor een risico voor de omgeving?" om de resultaten van de luchtmetingen te raadplegen.

Hoe gaan mens, dier en milieu er op Linkeroever en in Zwijndrecht op vooruit?

Op de linkeroever maken mens, dier en milieu een flinke sprong vooruit. De snelwegen verdwijnen achter groene geluidsbermen en hoge geluidsschermen waardoor je er rustiger woont, werkt, wandelt of fietst. En de nu nog versnipperde natuurgebieden worden met elkaar verbonden tot één groot Ringpark -

  1. Ringpark West - waar mensen en dieren zich vrijer kunnen verplaatsen in het groen.
  2. Het knooppunt Antwerpen-West wordt compacter aangelegd waardoor ruimte vrijkomt. In totaal komt er 18 hectare extra bos in deze omgeving.
  3. Nieuwe ecoducten en ecoduikers aan de Laarbeek, de Palingbeek en de Dwarslaan verbinden de natuurgebieden met elkaar waardoor dieren zich vrij kunnen bewegen tussen de verschillende groenzones.
  4. De waterhuishouding wordt verbeterd door het herinrichten van beken en waterlopen. Ook leggen we verschillende bufferbekkens aan langs de snelweg om wateroverlast in de omgeving te beperken.
  5. De weginfrastructuur en de omgeving worden gescheiden van elkaar door middel van groenbermen en geluidsschermen.
  6. We houden auto’s van de weg met de aanleg van een uitgebreid fietsnetwerk.  
  7. De taluds of wegbermen worden ingericht met aandacht voor dieren en planten.
  8. Dankzij de aanleg van Ringpark West gaan Zwijndrecht, Burcht en Linkeroever er stevig op vooruit. De verschillende natuurgebieden worden er met elkaar verbonden tot één groot gebied waar het aangenaam vertoeven is.  

Meer weten over Ringpark West? 

Is de Park and Ride altijd open?

Ja, de Park and Ride is 24/7 open.
 

Wat gebeurt er met het werk van de ontwerpteams en de overkappingsintendant? 

De ontwerpteams maken een finaal ontwerp van de omgeving van de Ring. Dit ontwerp bepaalt hoe deze omgeving er aan het einde van de werken zal uitzien. Langs en op de Ring komen zeven nieuwe Ringparken en er komt ook een fietsbrug over de Schelde.
Over de vooruitgang van die nieuwe Ringparken en de Scheldebrug communiceert de Grote Verbinding. Daar lees je ook de details van ieder Ringpark. Van elk onderdeel zijn al concretere ontwerpplannen opgemaakt. Nu werken de ontwerpteams deze plannen samen met alle geïnteresseerden uit tot een finaal plan. Een deel van de Ringparken valt samen met de Oosterweelverbinding. Die realiseren we samen. 
 

Hoeveel kost de bouw van de Oosterweelverbinding en wie betaalt dat? 

Vandaag kost de realisatie van het Oosterweelproject, inclusief de leefbaarheidsprojecten, 7 miljard euro. Dat is veel geld. Het gaat dan ook om een groot en complex bouwproject. Er moeten nieuwe wegen, bruggen en tunnels worden gebouwd. Nergens in Vlaanderen deed men dit al eens eerder. Zelfs in Europa kijkt men met grote ogen naar de uitzonderlijke ingrepen die wij in een dichtbevolkt stedelijk gebied plannen.   

Om het project te financieren wordt er geld geleend van de overheid. Dit wordt volledig terugbetaald door tolheffing. Hierdoor kost het de overheid op het einde van de rit niets. Zodra de terugbetaling achter de rug is, worden de inkomsten door Vlaanderen verder geïnvesteerd in andere projecten. 

De baten, of voordelen, van de Oosterweelverbinding zijn echter ook aanzienlijk. Ten eerste zal het de verkeerscongestie verminderen, waardoor mensen sneller op hun bestemming kunnen komen en minder tijd in de file hoeven door te brengen. Dit verbetert de mobiliteit en maakt het dagelijkse leven gemakkelijker. Verder zal de Oosterweelverbinding ook vanuit een economisch standpunt de connectiviteit van Antwerpen verbeteren. Bedrijven kunnen gemakkelijker goederen vervoeren en dat zal leiden tot meer economische groei en nieuwe banen. 

Tenslotte is de verbinding ook voordelig voor de luchtkwaliteit in en rond Antwerpen. Doordat het verkeer vlotter doorstroomt, zullen er minder files zijn en dus ook minder uitlaatgassen. Dit draagt bij aan een gezondere leefomgeving voor de bewoners. Economisch gezien zal de Oosterweelverbinding de connectiviteit van Antwerpen verbeteren. Bedrijven kunnen gemakkelijker goederen vervoeren en dat zal leiden tot meer economische groei en nieuwe banen. 

 

Wat moet ik doen wanneer de Oosterweelwerken voor schade hebben gezorgd aan mijn woning of eigendom?

We doen er uiteraard alles aan om ervoor te zorgen dat er geen schade zal veroorzaakt worden aan uw eigendom. Om zettingen te vermijden monitoren we bijvoorbeeld nauwlettend de stand van het grondwater in de omgeving van de werf alsook zettingen zelf op kritische plekken. Ook andere parameters worden zorgvuldig in de gaten gehouden.

Stelt u toch schade vast aan uw huis en bent u ervan overtuigd dat deze schade het gevolg is van de werken in uw buurt, dan neemt u onmiddellijk contact op met uw verzekeringsmakelaar of Lantis via het contactformulier op de website. Op de vraag ‘wat voor melding wil je doen’ antwoordt u met ‘ik wil schade melden’. U doorloopt vervolgens de verschillende stappen in dit webformulier. Van zodra wij uw melding hebben ontvangen zal onze verzekeringsmakelaar contact met u opnemen en wordt het dossier mede door deze verzekeringsdienst verder opgevolgd.

Is de grond enkel op Linkeroever sterk verontreinigd met PFAS of ook op andere locaties van de Oosterweelverbinding?

Het Lobroekdok werd enkele jaren geleden al gesaneerd, was daar ook PFAS aanwezig?

Het Lobroekdok werd enkele jaren geleden al door Lantis gesaneerd ter voorbereiding van de verdieping van de Ring. Toen de kwaliteit van de bodem in kaart gebracht werd, bleek dat het slib sterk verontreinigd was met verschillende vervuilende stoffen. Dat slib werd verwijderd en afgevoerd naar Amoras. Dat is een gespecialiseerde installatie voor de verwerking van verontreinigd slib. 
 
Het slib was sterkt verontreinigd, maar op dat ogenblik was er geen vermoeden van de aanwezigheid van PFAS-verbindingen in het slib. Omwille van de nazorg van de sanering werd recent een nieuwe analyse uitgevoerd op het slib. Daaruit blijkt dat er ook PFAS-componenten aanwezig zijn in het Lobroekdok. Nieuw onderzoek moet uitwijzen of de bodem van het Lobroekdok voldoende gesaneerd werd. Over de oorzaak van deze verontreiniging kan Lantis voorlopig geen uitspraken doen. 

Welke PFAS-concentraties werden er aangetroffen op de rechteroever?

Op 10 maart 2021 publiceerde OVAM een nieuwe richtwaarde voor vrij gebruik van PFOS-houdende gronden. De tot dan toe geldende maximale waarde voor vrij hergebruik van 8 µg/kg ds PFAS werd verlaagd naar 3 µg/kg ds voor PFAS, 3 µg/kg ds voor PFOA en 8µg/kg ds voor de som van de gemeten PFAS. Lantis startte naar aanleiding van deze nieuwe richtwaarde, en gezien het vermoeden dat PFAS ruim verspreid is in de omgeving, een nieuwe onderzoekscampagne voor de Oosterweelwerken op rechteroever.

Uit de eerste resultaten van de bodemonderzoeken blijkt dat op meerdere locaties op rechteroever PFAS wordt aangetroffen in de bodem. De aangetroffen vervuiling zijn grotendeels PFOS-verbindingen. De gemeten concentraties liggen voor het overgrote deel in de range van 3-8µg/kg ds. Deze werden aangetroffen in de volgende zones:

  • Een groot deel van de Oosterweelknoop, meer bepaald de zone van de Scheldetunnel in het westen tot nabij de Hogere Zeevaartschool
  • Een lokale vervuiling ter hoogte van de Bredastraat (langs het Albertkanaal)
  • Een lokale vervuiling nabij de voormalige Samga gebouwen
  • Een lokale vervuiling ter hoogte van de Bredastraat (langs het Albertkanaal)
  • Een lokale vervuiling ter hoogte van Sportpaleis, kant Lobroekdok
  • Een lokale vervuiling, aan de oostkant van de R1, ca 200m ten zuiden van het nieuwe pompstation op het Groot Schijn.
  • Een lokale vervuiling langs de R1 Noord, net voorbij de oprit Groenendaallaan richting Nederland

De vervuiling aangetroffen op de Oosterweelknoop heeft hoogstwaarschijnlijk dezelfde bron als op Linkeroever. De bron van de andere vervuilingen is (nog) ongekend.

Bekijk hier de kaart met staalnames.

Ook in de waterbodems (het slib) van de verschillende oppervlaktewaters waarin werken zullen uitgevoerd worden werd PFAS aangetroffen (Lobroekdok, Albertkanaal, Amerikadok en Straatsburgdok).

Daarnaast lopen er nog onderzoeken naar de aanwezigheid van PFAS-verbindingen in het grondwater. Uit de eerste resultaten blijkt er op meerdere plaatsen PFAS-verbindingen aanwezig zijn in het grondwater, waarbij op dit ogenblik vooral in de omgeving van het Lobroekdok sterk verhoogde waarden worden aangetroffen*. De resultaten van verdere onderzoeken zullen gedeeld worden van zodra ze beschikbaar zijn.

*Karl Vrancken, opdrachthouder coördinatie aanpak PFAS-verontreiniging voor de Vlaamse regering, publiceerde op 31 januari 2022 een advies om geen grondwater te gebruiken in een zone van 500 meter rond het Lobroekdok

Wat met PFAS buiten het projectgebied?

Vanuit Lantis brengen we enkel de kwaliteit van de bodem in ons projectgebied in kaart. We hebben geen onderzoeken uitgevoerd daarbuiten en kunnen daarover dus ook geen uitspraken doen. 

Laatste Update: 7 maart 2022

Gaat de biodiversiteit verloren bij het rooien van het Sint-Annabos?

Het Sint-Annabos blijft grotendeels staan bij de aanleg van de Oosterweelverbinding. In de oorspronkelijke plannen was het de bedoeling om een deel van het weggegraven zand van de nieuwe Scheldetunnel tijdelijk te stockeren in het Sint-Annabos. Hiervoor moest een groot deel van het bos verdwijnen. In september 2016 vonden we echter een alternatieve stockageplaats voor dit zand: het Noordelijk Insteekdok. Hierdoor kan het grootste deel van het Sint-Annabos blijven staan bij de aanleg van Oosterweelverbinding en is er bijgevolg ook geen bedreiging voor de biodiversiteit in het bos. Tijdens de werken doen we er ook alles aan om dieren en planten te beschermen. Met resultaat. Uit opvolging door experten van de Universiteit van Antwerpen blijkt dat de impact van de werken op dieren en planten minimaal is. Zo vinden broedvogels nog steeds de weg naar de natuurgebieden rondom de werfzone. 

Hoe lang mag je in een Park en Ride parkeren en hoeveel kost het?

De Park and Ride is 24/7 geopend. De eerste 24u betaal je €1 voor een parkeerplaats. Parkeer je langer dan 24u? Dan betaal je € 3 per aansluitende dag (24u). Je mag maximum 15 dagen aansluitend parkeren.

Wat is PFOS en waarom is er PFOS op Linkeroever?

Wat is PFOS? 

PFOS is een chemische stof die gebruikt wordt om producten water-, vet- en vuilafstotend te maken. Het is één van de vele chemicaliën die behoort tot de PFAS-familie (Poly- en perfluoralkylstoffen). Het zijn door de mens gemaakte producten die van nature niet in het milieu voorkomen. 
Door het gebruik van deze producten, door fabrieksemissies, incidenten en zelfs bij het blussen van branden, zijn PFAS in het milieu verspreid geraakt. Heel wat plaatsen in Vlaanderen raakten hierdoor historisch verontreinigd. PFAS zijn in lage concentraties alomtegenwoordig in het leefmilieu en in de voedselketen.

Sinds 2009 wordt het gebruik van PFOS niet meer toegelaten binnen de EU omdat het bij lange blootstelling aan hoge concentraties schadelijk kan zijn voor het menselijk lichaam, voor dieren en voor het milieu. 

Hoe is PFOS in de bodem terechtgekomen? 

Bij de productie van PFOS door 3M in Zwijndrecht is de bodem en het grondwater rondom de fabriek verontreinigd geraakt. Lantis noch de Oosterweelwerken liggen aan de oorsprong van de verontreiniging. We worden er echter bij de uitvoering van onze werken wel mee geconfronteerd. Daarom nemen we speciale maatregelen om zorgvuldig en veilig met de PFOS-verontreiniging om te gaan.

Wanneer is er in het kader van de Oosterweelwerken op de linkeroever PFOS vastgesteld? 

Ter voorbereiding van de Oosterweelprojecten Linkeroever & Zwijndrecht en Scheldetunnel werd midden 2016 de bodem onderzocht. Zo’n milieukundig bodemonderzoek naar de kwaliteit van de ondergrond en de mate waarin die verontreinigd is, is verplicht. De omvang van de historische PFOS-vervuiling werd zo uitgebreid in kaart gebracht. De resultaten werden gebundeld in een Technisch Verslag. Uit het onderzoek kwamen verschillende hoge waarden aan PFAS aan het licht, zowel in de bodem als het grondwater binnen de projectgebieden ‘Linkeroever & Zwijndrecht’ en ‘Scheldetunnel’. 

Was Lantis al eerder dan 2016 op de hoogte van verontreiniging in het gebied? 

Tussen 2006 en 2008 kwam uit onderzoek van 3M aan het licht dat het grondwater in de omgeving verontreinigd was. Ook Lantis werd daarvan op de hoogte gesteld. De exacte mate van verontreiniging in de grond was toen echter nog niet gekend. Lantis ondernam in die periode nog geen actie omdat er nog geen zekerheid was over de effectieve bouw van de Oosterweelverbinding.  

Toen in 2016 het tracé van de Oosterweelverbinding definitief was, heeft Lantis een bodemonderzoek uitgevoerd en werd ook specifiek PFOS mee onderzocht om de verontreiniging grondig in kaart te brengen. Vanaf dat moment werd de totale omvang pas duidelijk. De verontreiniging in het grondwater werd bevestigd en ook in de grond zelf werd PFOS gevonden. Voor het eerst werd ook in kaart gebracht hoe omvangrijk die verontreiniging is en op welke locaties die verontreinigde gronden zich bevinden binnen het projectgebied.

Sinds de start van de onderzoeken in 2016, heeft Lantis transparant gerapporteerd aan de bevoegde instanties zoals OVAM (de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij).
 

Wat zijn de gevolgen voor de natuur op Linkeroever?

De nu versnipperde natuurgebieden Sint-Annabos, Middenvijver, Blokkersdijk, Burchtse Weel, Vlietbos en het toekomstige Katwilgbos verbinden we met elkaar tot één groen geheel: Ringpark West. Niet alleen fietsers en wandelaars zullen zo dankzij Oosterweel meer kunnen genieten van de natuur, ook dieren verplaatsen zich vrijer tussen de verschillende natuurgebieden dankzij de aanleg van ecoducten.

Ter hoogte van het Sint-Annabos verhogen we de dijken van de Schelde en leggen we deze meer landinwaarts omdat de ondergrond van de huidige Scheldedijk te onstabiel is om het gewicht te kunnen dragen van een hogere dijk. De vrijgekomen ruimte gebruiken we voor de aanleg van een nieuw slikken- en schorrengebied (18 hectare) en een overstromingsbos (6 hectare). 

Van de Charles De Costerlaan maken we een fiets- en wandelboulevard, met veel ruimte voor recreatie.
Lees meer over Ringpark West

Zorgt Lantis voor plaatsbeschrijvingen in de wijken waar er gewerkt wordt?

Lantis biedt plaatsbeschrijvingen aan voor de eerste huizenrij in de buurt van een werfzone. De bewoners van deze huizen zullen enkele weken voor aanvang van de werken in hun buurt via een bewonersbrief het aanbod krijgen om een afspraak te maken voor een plaatsbeschrijving. Deze wordt uitgevoerd door een onafhankelijk expert. De expert komt ter plaatse en zal de beschrijving uitvoeren in aanwezigheid van de eigenaar van de woonst of appartement. Het gaat hierbij om een minimalistisch verslag waarbij de vastgestelde gebreken worden beschreven. Dat verslag wordt nadien ondertekend door de bouwheer en aan de eigenaar van de woning bezorgd.

De plaatsbeschrijving is een hulpmiddel, maar is niet noodzakelijk om, in geval van schade, tot een objectieve beoordeling te komen. In geval van schade komt er sowieso een expert langs die zal oordelen of de vastgestelde schade het gevolg is van de werken die zijn uitgevoerd.

Lantis en de aannemer engageren zich om mogelijke schade zoveel als mogelijk te beperken. Dat gebeurt aan de hand van een uitgebreid monitoringsplan, waarbij de effecten van de werkzaamheden nauwlettend worden opgevolgd. Zo worden o.a. trillingsmeters geplaatst, zodat tijdig kan ingegrepen worden indien er zich problemen voordoen. Treedt er toch schade op die het gevolg is van de werken die zijn uitgevoerd, zal Lantis ervoor zorgen dat de schadelijder zo snel mogelijk vergoed wordt.    

Is er een combiticket beschikbaar voor Park and Ride en De Lijn?

Met de auto naar Antwerpen zonder stress? Parkeer jouw auto gemakkelijk op een van de park-and- rides (P+R’s) aan de rand van de stad en reis vlot met De Lijn naar het centrum. Kies je voor P+R Merksem, P+R Luchtbal of P+R Linkeroever? Dan kan je via de app van De Lijn ook een combiticket kopen en betaal je jouw heen- en terugrit én parking in één keer. Meer weten over het combiticket van De Lijn 

Wat is een dading en waarom sloot Lantis er één af met 3M?

Wat is een dading?

Een dading is een overeenkomst waarbij partijen zich met het oog op de beëindiging of voorkoming van een geschil, binden aan een aantal afspraken. Een dading is vaak de formalisering van een bereikte schikking. Dit gebeurt door wederzijdse toegevingen te doen. Op die manier worden tijdrovende en kostelijke discussies voor de rechtbank vermeden.

Wanneer werd de dading met 3M afgesloten?

De dading werd afgesloten in het najaar van 2018. 

Waarom heeft Lantis een dading gesloten met 3M? 

Tussen 2016 en 2018 heeft Lantis bodemonderzoeken laten uitvoeren in het projectgebied op Linkeroever, ter voorbereiding van de Oosterweelwerken die daar gepland werden. Uit de resultaten van de onderzoeken bleek dat de verontreiniging veel ernstiger was dan aanvankelijk werd aangenomen. Bovendien lag er op dat moment geen verplichting bij 3M om gronden te saneren buiten hun fabrieksterrein. Het was juridisch onzeker dat we als Lantis kosten die we zouden maken om de verontreinigde grond te behandelen in het kader van het grondverzet van het project, zouden kunnen verhalen op de veroorzaker van de verontreiniging. De uitkomst van een onzekere juridische procedure zou bovendien tot 20 jaar kunnen aanslepen. 

Op dat moment hebben we beslist om voor een samenwerkingsovereenkomst te gaan zodat we toch nog de medewerking van 3M zouden krijgen om een deel van de problematiek gezamenlijk aan te pakken. 

Wat houdt de dading tussen Lantis en 3M precies in?

De dading omvat een aantal onderdelen. Allereerst mogen we de terreinen van 3M gebruiken om een tijdelijke waterzuiveringsinstallatie op te plaatsen. Dankzij deze installatie kunnen we al het grondwater dat we oppompen op onze werf, meteen zuiveren van PFOS. Het water dat we afvoeren naar de Schelde of terugpompen in de bodem, is dus gezuiverd dankzij onze werkzaamheden. Daarnaast stockeren we de zwaarst vervuilde grond op de terreinen van 3M in een zogeheten “veiligheidsberm”. Het beheer van die berm wordt overgedragen aan 3M. Tot slot maken ook de plaatsing van tijdelijke werfinstallaties op de terreinen van 3M deel uit van het akkoord met 3M. 

De dading ontslaat 3M niet van haar plicht tot sanering. Een latere sanering, opgelegd door OVAM aan 3M, zal door 3M moeten betaald worden. 

Dankzij de verschillende maatregelen uit de dading levert Lantis al sinds 2018 een substantiële bijdrage aan het verbeteren van de aangetroffen verontreinigde toestand. Goed om weten is dat op het moment dat Lantis de dading afsloot, er geen perspectief was dat de vervuiler weldra met een sanering zou starten. 

Betekent deze dading dat 3M als vervuiler niet meer aansprakelijk kan gesteld worden?

Neen. De saneringsplicht die door OVAM op 3M als saneringsaansprakelijke wordt opgelegd, staat volledig los van deze dading en wordt door deze dading ook op geen enkele wijze beïnvloed. 

Wanneer is de aanleg van de veiligheidsberm gestart? 

Lantis heeft zich in het Saneringsverbond geëngageerd om de verdere aanleg van deze berm stop te zetten. De reeds aangevoerde grond zal opnieuw afgegraven worden en naar een reinigingscentrum gebracht.

Wat gebeurt er met de vijver en het bos van het Noordkasteel?

Met de Scheldetunnel voorzien we een rechtstreekse verbinding tussen Linkeroever en de rechteroever aan de noordkant van de stad. De tunnel gaat ter hoogte van het Sint-Annabos onder de grond om op de rechteroever terug boven te komen aan het Noordkasteel. Daar bouwen we het Oosterweelknooppunt dat de Scheldetunnel verbindt met de Kanaaltunnels die aansluiten op de Antwerpse Ring.

Het nieuwe Oosterweelknooppunt zal verzonken liggen in het landschap en deels overkapt worden. Hierdoor komt er ruimte vrij voor een park: Ringpark Noordkasteel. De huidige vijver aan het Noordkasteel blijft daarbij intact en de bestaande groenzone rondom de vijver verbinden we met de zone rondom de Kerk van Oosterweel die zo een prominentere plaats krijgt.

Tijdens de werken nemen we aan het Noordkasteel een aanzienlijk deel van het rietmoeras en het bestaande bos in het noorden in. Het verdwijnen van een gedeelte van het bos compenseren we door de aanleg van nieuw bos op andere locaties. Zo werd het tijdelijk verdwijnen van het slikken- en schorrengebied door de aanleg van de Scheldetunnel (zowel op de linker- als de rechteroever) reeds gecompenseerd door de eerdere aanleg van de Burchtse Weel. Dit gebied zal na de werken nog volledig hersteld worden. De zeilclub kan ook gewoon actief blijven op haar huidige locatie.

Hoe wordt de hinder van de werken beperkt?

Grote bouwwerken brengen onvermijdelijk hinder met zich mee. Toch zetten we alles op alles om de last voor omwonenden, weggebruikers en bedrijven zoveel mogelijk te beperken.

  • We zetten maximaal in op het vermijden van verkeershinder tijdens de werken. Niet enkel op de Ring, maar ook op het ruimere wegennet en in de woonwijken rond de Ring. Daarom worden bij elke werf verschillende maatregelen genomen (zie maatregelen voor minder hinder op de pagina “waar werken we nu”). In het noorden van Antwerpen, waar we het Viaduct van Merksem afbreken, bouwen we bijvoorbeeld eerst een tijdelijke snelweg, de Bypass, naast de bestaande Ring. Zo zorgen we ervoor dat het snelwegverkeer kan blijven rijden terwijl we een nieuwe Ring bouwen. Zodra die in gebruik is, kan de Bypass weer verdwijnen.
  • Om de hinder van de werken nog beter op te vangen, voorzien we diverse maatregelen die ook na de werken nuttig blijven. Dat zijn hoofdzakelijk duurzame alternatieven voor het wegverkeer. Zo willen we iedereen een goed alternatief bieden voor de wagen. We bouwen onder meer een gordel van P+R’s rondom Antwerpen, waar je vlot overstapt op het openbaar vervoer.  Verder krijgen fietsers er maar liefst 35 kilometer aan nieuwe fietspaden en fietsostrades bij, leggen we nieuwe fietsbruggen over de snelweg en herstellen we oude fietspaden zodat je veilig en snel op je bestemming aankomt.
  • Het werftransport van materialen gebeurt zo veel mogelijk via het water en over werfwegen om de bestaande wegen niet bijkomend te belasten. 
  • Naast maatregelen voor het verkeer, doen we er ook alles aan om de hinder voor de buurten nabij de werken te beperken. Zo leggen we strikte regels op aan de aannemers die de werken uitvoeren om stof- en geluidshinder te vermijden. We houden dit met speciale meters in de gaten zodat we tijdig kunnen ingrijpen indien vereist.

Meer weten over onze manier van werken? Neem een kijkje op Samen aan de slag

Is Antwerpen betaald parkeren?

In Antwerpen moet je vrijwel overal betaald parkeren. De kosten hiervan zijn afhankelijk van in welke zone je parkeert. Je kan deze eenvoudig nakijken op de website van de Stad Antwerpen. In het historisch centrum is parkeren voor bezoekers niet toegelaten. Wil je vlot het stadscentrum bereiken? Parkeer dan in één van de P+R’s en neem het openbaar vervoer naar Antwerpen.

Wat gebeurt er met de veiligheidsberm waarvan de aanleg op het terrein van 3M gestart is?

De reeds aangevoerde grond werd opnieuw afgegraven en naar een reinigingscentrum gebracht.

Hoe houden we de buurt van de Bypass leefbaar?

Geluidsschermen van vier meter hoog ter hoogte van bewoning dempen het geluid van auto's en vrachtwagens die op de Bypass rijden.

Een maximumsnelheid van 70km/u zorgt voor minder geluidsoverlast voor de buurt van de Bypass.

Een stil wegdek absorbeert geluid en trillingen van auto's en trillingen.

We monitoren de omgeving en meten voortdurend:

  • Luchtkwaliteit
  • Geluid
  • Trillingen
  • Mobiliteit
  • Grondwater

Zo houden we de gevolgen op mens, dier en natuur in het oog. De metingen zijn al voor de werken gestart. Zo kunnen we vergelijken tijdens de werken. Gaat het de foute kant op? Dan grijpen we in.

Welke impact heeft de Oosterweelverbinding op de luchtkwaliteit?

De Oosterweelverbinding heeft een positieve impact op de luchtkwaliteit in Antwerpen. Vlotter verkeer op een rondgemaakte Ring, minder sluipverkeer in de woonwijken en de overkapping van de noordelijke Ring betekent immers minder luchtverontreiniging voor de brede omgeving. Honderdduizenden Antwerpenaren zullen gezondere lucht kunnen inademen.

In het najaar van 2022 zette de Vlaamse Regering het licht op groen voor een maximale overkapping van de noordelijke Ring. Sommige delen van de Ring kunnen echter omwille van tunnelveiligheid niet dicht gewerkt worden. Ter hoogte van het Ringpark Lobroekdok blijft bijvoorbeeld een opening noodzakelijk.

Uit de voorafgaande studie, de ‘Milieueffectenrapportage’ of MER, bleek dat er op bepaalde locaties aan de tunnelmonden een (beperkt) negatief effect mogelijk was op de luchtkwaliteit. Dat vraagt wat verduidelijking.

De MER-studie uit 2019 is gebaseerd op de voorspellingen die toen werden gemaakt voor het wagenpark van 2030. In tussentijd stonden het beleid rond de vergroening van het wagenpark - denk aan fiscaliteit, subsidies, bijkomende laadinfrastructuur, enz. - en technologische innovaties niet stil. De voorspellingen uit de MER van 2019 bevatten die technologische innovaties en het nieuwe beleid dus niet. Hierdoor kunnen we verwachten dat de negatieve effecten van de tunnelopeningen op de omgeving nog sterk zullen verminderen. 

Daarnaast blijken ook de bermen en schermen die we rond de tunnelmonden bouwen beter te werken dan in de MER van 2019 werd aangenomen.

In de MER werd ook uitgegaan van een situatie waarbij het Haventracé niet volledig was gerealiseerd en waarbij ook maar 50% van de Modal Shift een feit was. Wanneer beide volledig gerealiseerd zijn zorgt dit voor minder verkeer op de snelweg ten opzichte van het uitgangspunt uit de MER van 2019.

Tot slot schakelt Lantis de wetenschappelijke expertise van de Universiteit Antwerpen in om onder andere de luchtkwaliteit aan de tunnelmonden zo goed mogelijk te maken. Samen onderzoeken we het brede gamma aan oplossingen en technologieën en screenen ze op hun haalbaarheid. Niet alleen het bestaande gamma wordt onderzocht, ook maatregelen die zich vandaag nog in experimenteel stadium bevinden. 

De realiteit zal dus wel degelijk ook in de omgeving van de tunnelmonden een heel stuk beter zijn dan wat in de MER van 2019 werd voorspeld, maar desondanks blijven we uiteraard verder werken om het project nog te verbeteren waar mogelijk.

Lees meer over andere voordelen voor de leefbaarheid in en rond Antwerpen

Welke gronden zal Lantis verwijderen?

Uitgegraven gronden met een PFAS-concentratie hoger dan de site-specifieke hergebruikswaarde worden verwijderd. Onder ‘verwijdering’ wordt reiniging, dan wel het storten in een erkende stortplaats begrepen.

Wat is de breedte van de vaargeul van het Albertkanaal tijdens de werken?

De minimale vaarbreedte in de werfzone is 24 meter. Dit is gelijk aan de breedte van de sluis van Wijnegem. 

Mogen CNG en LPG voertuigen in de Park and Ride parkeren?

De P+R's op Linkeroever en in Luchtbal en Merksem zijn open gebouwen en geen ondergrondse parkeergarages. Ook voertuigen op CNG en LPG mogen er gebruik van maken.

Wat is de hinderpremie van VLAIO?

De hinderpremie van VLAIO is een financiële ondersteuning voor ondernemingen om vindingrijk te werk te gaan bij werken voor hun deur. Zo kan je jouw klanten informeren en blijven bedienen tijdens deze periode.

Wat zijn de vereisten? De hinderpremie is er voor kleine ondernemingen met maximum 9 werknemers. Jouw zaak moet daarenboven vaste openingstijden hebben. Deze premie richt zich voornamelijk op de detailhandel (‘winkeliers’), de horeca en ondernemingen waarbij ter plaatse een persoonlijk en direct klantencontact is. 

De premie bedraagt €2.000 en kan maximaal één keer per jaar worden aangevraagd per periode van hinder.

Voor meer informatie en alle voorwaarden, surf naar vlaio.be/hinderpremie

Hoe garandeert Lantis dat een toekomstige sanering door 3M nog steeds mogelijk is?

Bij alle grondwerken wordt de PFAS houdende grond enkel verplaatst binnen een zone met gelijkaardige kenmerken, zoals de graad van PFAS-verontreiniging. Er wordt daarbij over gewaakt dat gronden steeds in de richting van de verontreinigingsbron worden verplaatst en dat de grondverzetswerken een toekomstige sanering van de werfzone niet in verhinderen.

Dit wordt geconcretiseerd in technische verslagen, grondverzetsplannen, grondverzetstoelatingen en zorgvuldig gemonitord met verschillende controlemechanismen (zie FAQ "Hoe weten we dat Lantis ook effectief doet wat het zegt?").

Aan het einde van het Asiadok wordt een brug gebouwd. Waarvoor dient deze brug en hoe wordt die bediend?

We proberen werfverkeer zo veel mogelijk van de openbare weg te houden. Daarom bouwen we aparte werfwegen. Vanaf de zomer nemen we ook een nieuwe werfbrug in dienst over het Asiadok: de Luikbrug. Deze brug zal enkel worden gebruikt door werfverkeer.

a. Vraagt de bouw van de Luikbrug een langere stremming van het scheepvaartverkeer?
Voor de bouw van de Luikbrug zal de toegang van de Stadshaven via het Asiadok enkele keren gestremd worden. De stadshaven zal tijdens deze stremmingen toegankelijk blijven via de Siberiabrug. 

b. Wanneer wordt de Luikbrug gebouwd?
In mei startten we met de onderbouw en aanvaarbeveiliging van de Luikbrug. Dit houdt in dat we eerst stalen buispalen trillend aanbrengen en vervolgens enkele palen 'naheien' of inkloppen. We werken vanaf de week van 6 mei gedurende ongeveer een maand. 

c. Hoe wordt de bediening van de Luikbrug geregeld?
De Luikbrug zal door onze aannemer ROCO worden bediend. De aansturing hiervan maakt deel uit van de Vessel Traffic Services (VTS).

Wat is de verwachte einddatum van de Oosterweelwerken?

Lantis streeft er naar om de Oosterweelverbinding vanaf eind 2030 gefaseerd open te stellen. Van zodra het verkeer over de Oosterweelverbinding rijdt, kan de Bypass terug worden afgebroken en de omgeving verder worden ingericht.

Wordt Oosterweel mee opgenomen in de Vlaamse begroting?

Lantis is een onderdeel van het beleidsdomein Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) van de Vlaamse Overheid. Net zoals de andere instanties van de Vlaamse Overheid zijn onze uitgaven – waaronder de bouw van de Oosterweelverbinding – dan ook integraal onderdeel van de Vlaamse begroting. Van de eerste tot de laatste euro.

De Oosterweelverbinding zelf is een investering die wordt gefinancierd met leningen van de Vlaamse Overheid. Omdat Lantis die leningen volledig zal terugbetalen mits toekomstige tolheffingen, worden de Oosterweelwerken niet mee opgenomen in de uiteindelijke beoordeling van het begrotingssaldo (of de begrotingsdoelstelling).

Op welke manier wordt het grondverzet van vervuilde grond gecontroleerd?

Het grondverzet op de Oosterweelwerven wordt nauwgezet gemonitord. Het gaat om intense bewegingen in een verontreinigd gebied, vlakbij een woonkern en natuurgebied.

De bewegingen op de werf worden als volgt onderworpen aan controles:

  1. De verantwoordelijken grondverzet bij de aannemer en de bouwheer voeren permanente controles uit.
  2. Vervolgens voert de kwaliteitsdienst van de aannemer interne audits uit.
  3. De werfwaarnemers en de veiligheidstoezichters van Lantis voeren dagelijks controles uit.
  4. Ook het auditteam van Lantis onderwerpt alle rapporten regelmatig aan een uitvoerige controle.

Daarnaast keuren de bodembeheerorganisaties de technische verslagen en transporttoelatingen goed en voeren zij ook controles uit op de traceerbaarheid van de grondstromen. Tot slot voeren ook toezichthouders van OVAM en milieu-inspecties (Antwerpen, Zwijndrecht en Departement) regelmatig controles uit op de werf.

Controle van de omgang met het grondwater gebeurt door de milieu-inspectie diensten van de stad Antwerpen, de gemeente Zwijndrecht en door het departement Handhaving van de Vlaamse overheid.

Additioneel wordt er een comité van deskundigen samengesteld door de Vlaamse Overheid dat de technische verslagen en eventuele voorgestelde wijzigingen aan de werfaanpak aan een peer review onderwerpt alvorens Lantis ermee aan de slag gaat.

Waarom plaatsen jullie geen zonnepanelen op de geluidsschermen?

Als voorbereidende studie van de geluidsschermen in Zwijndrecht hebben we bekeken of het rendabel was om zonnepanelen in de schermen te verwerken. Dat bleek niet het geval. We besloten om geluidsschermen zonder zonnepanelen te plaatsen - zodat de omwonenden sneller afgeschermd zijn van de geluidsoverlast - én tegelijk een studie op te starten over de optie om nadien zonnecellen op de schermen te bevestigen. 

Die studie is intussen uitgevoerd en overgemaakt aan de Gemeente Zwijndrecht. Zij nemen dit verder op en bekijken wat er mogelijk is.

Wat is de impact van de werken op de pleziervaart?

Voor de bouw van de Kanaaltunnels maken we over een deel van het Albertkanaal langs één zijde een grote bouwkuip. Dit neemt natuurlijk heel wat plaats in beslag, waardoor er op het Albertkanaal gedurende de werken slechts éénrichtingsverkeer mogelijk zal zijn. Om de hinder en wachttijden voor het scheepvaartverkeer te beperken, zal de werfzone strikt georganiseerd worden. Port of Antwerp-Bruges introduceerde daarom in samenwerking met Lantis de Vessel Traffic Services (VTS) ter hoogte van de werken. Dit systeem moet de goede doorstroming van de scheepvaart garanderen. Meer info over hoe de VTS in zijn werk gaat vind je hier.

Pleziervaart wordt mee opgenomen in de VTS. Konvooien worden samengesteld op basis van nautische efficiëntie en op een manier die maximaal tegemoet komt aan alle aanvragers. Beroepsvaart heeft met andere woorden geen voorrang op pleziervaart. 

De stadshaven blijft steeds bereikbaar. Initieel wordt het Kattendijkdok ter hoogte van de Siberiabrug versperd voor de bouw van tunneldelen 1 tot 7. Op dat moment is de stadshaven bereikbaar via het Asiadok. Vervolgens heropent het Kattendijkdok en sluiten we het Asiadok voor de bouw van tunneldeel 8.  

 

Wordt de verontreiniging van PFOS verspreid door de aanleg van de Scheldetunnel?

Neen. Binnen het projectgebied Scheldetunnel worden volgens alle beschikbare gegevens geen concentraties boven de 0,5 µg/l PFOS/PFOA vastgesteld. Diverse meetresultaten bevinden zich zelfs onder de rapportagegrens van 0,1 µg/l.

Verder worden alle vereiste maatregelen genomen om verdere verspreiding van de PFOS-contaminatie in het grondwater te vermijden. Zo zal bijv. de bouw van de Scheldetunnel grotendeels gebeuren in waterdichte bouwkuipen, zogenaamde polderconstructies. Voorafgaand aan de verlaging van de grondwatertafel wordt rondom de werkput een waterdichte constructie aangebracht tot in de Boomse klei. Binnen deze waterdichte bouwkuipen zal het grondwater verlaagd worden, maar dit heeft geen impact op de grondwaterstand rondom de bouwkuip.

Daarnaast wordt voorafgaand aan de bouwwerken een werfgebonden omgevingsvergunning aangevraagd waarbij alle geplande grondwaterverlagingen voor de aanleg van de Scheldetunnel in detail worden bestudeerd. Tevens zal er een doorgedreven monitoring van de grondwaterstanden plaatsvinden ter hoogte van en rondom het projectgebied. De nulmeting voor deze monitoring is trouwens al geruime tijd geleden opgestart waarbij de natuurlijke fluctuaties in beeld worden gebracht.

Alle PFAS-houdend grondwater dat we oppompen zal voor lozing in het oppervlaktewater dan ook gereinigd worden in speciaal hiervoor gebouwde zuiveringsinstallaties.

Waar kan ik mijn elektrische deelfiets achterlaten?

Tijdens jouw huurperiode kan je de fiets overal op slot zetten via de app (Bluetooth). Heb je de fiets niet meer nodig? Dan breng je hem naar een drop-off zone, een inleverlocatie die in de app wordt weergegeven. Als je de fiets niet terugbrengt naar een inleverlocatie, kunnen er extra kosten in rekening worden gebracht. De inleverlocaties zorgen ervoor dat fietsen ordelijk worden gehouden en dat er geen Donkey in de stad/gemeente rondslingeren! Let dus goed op bij het parkeren van je fiets en denk aan je medefietsers en voetgangers.

Hoe gaat Lantis om met nieuwe wetenschappelijke inzichten rond PFAS?

De werken aan de Oosterweelverbinding duren nog een kleine tien jaar. In deze periode zal Lantis geconfronteerd worden met nieuwe kennis en evoluerende inzichten. Lantis engageert zich om zich telkens te aligneren aan wijzigende inzichten inzake het normeringskader. Dit telkens voor de nog uit te voeren werken, ongeacht of zij al vergund werden.

Lantis zal zich verder met de hele professionele saneringswereld in verbinding stellen en actief kennis delen zodat succesvolle strategieën sneller tot actie kunnen leiden. Waar kennis ontbreekt, zal Lantis haar kennis delen. Zo vult Lantis uit ervaring de kennis van 3M aan inzake de zuivering van proceswater aan.

Lantis wil meewerken aan de ontwikkeling van nieuwe technieken en technologieën. Hiertoe werkt de bouwheer open en transparant samen met kennisinstellingen (VMM, Universiteit Antwerpen,…) en private instellingen (Inopsys, Hitech Roots,…). Men deelt beschikbare kennis, resultaten en terrein- en labo-onderzoeken en stelt werven en terreinen ook open voor onderzoek en innovatie. Lantis wil bijdragen aan deze ontwikkelingen en onderzoeken en stelt de werf ter beschikking als proeftuin, in de hoop een katalysator te zijn voor verdere ontwikkelingen.

Zowel voor de zuivering van grondwater als de grondreiniging neemt Lantis actief deel aan verschillende proefprojecten. Naast de specifieke beoordeling van haalbaarheid en rendement worden de projecten steeds beoordeeld op hun totale ecologische impact.

Waarom worden de acht delen van de Scheldetunnel in Zeebrugge gebouwd?

De toekomstige Scheldetunnel bestaat uit acht delen. Ieder deel is zo'n 160 meter lang en 42 meter breed. Het dok waarin de tunneldelen gebouwd worden? Dat is maar liefst 1 kilometer lang en 200 meter breed. De acht delen worden via het water naar hun definitieve locatie gebracht, dus moeten ze ook in de buurt van het water gebouwd worden.

In de zoektocht naar een geschikte locatie voor dit bouwdok, kwamen we tot de vaststelling dat er in de directe omgeving van Antwerpen geen vrije ruimte beschikbaar is. Uiteindelijk kozen we voor de haven van Zeebrugge, omdat er op die plek ook plannen waren om het Boudewijnkanaal te verbreden voor de scheepvaart.

Zo slaan we twee vliegen in één klap; zodra de tunnelelementen onderweg zijn naar Antwerpen voor de bouw van de Scheldetunnel, worden de tijdelijke wanden van het dok weggenomen en is ook de verbreding van het Boudewijnkanaal een feit. 

Lees hier meer over het bouwdok

Wat is de impact van de werken op het verkeer uit de stadshaven?

Voor de bouw van de Kanaaltunnels maken we over een deel van het Albertkanaal langs één zijde een grote bouwkuip. Dit neemt natuurlijk heel wat plaats in beslag, waardoor er op het Albertkanaal gedurende de werken slechts éénrichtingsverkeer mogelijk zal zijn. Om de hinder en wachttijden voor het scheepvaartverkeer te beperken, zal de werfzone strikt georganiseerd worden. Port of Antwerp-Bruges introduceerde daarom in samenwerking met Lantis de Vessel Traffic Services (VTS) ter hoogte van de werken. Dit systeem moet de goede doorstroming van de scheepvaart garanderen. Meer info over hoe de VTS in zijn werk gaat vind je hier.

Het verkeer dat in en uit de Stadshaven vaart wordt mee opgenomen in de VTS. Konvooien worden samengesteld op die manier die maximaal tegemoet komt aan alle aanvragers.

Wordt de verontreiniging van PFOS verspreid door grondwater op te pompen voor de Oosterweelverbinding?

Neen. Door het grondwater op te pompen, nemen we net een deel van de verontreiniging weg. Al het grondwater dat we in het verontreinigde gebied oppompen, wordt namelijk gezuiverd voordat het naar de Schelde wordt afgevoerd of terugvloeit in de bodem. Hiervoor is speciaal binnen de werfzone Linkeroever een waterzuiveringsinstallatie gebouwd.

De lozingsnorm ligt op de laagst meetbare waarde (detectiewaarde) en wordt ook opgevolgd door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Er werd geen PFOS meer gevonden in het gezuiverde water, dus wordt er geen verontreiniging verspreid maar net weggenomen. Het grondwater gaat er dus op vooruit.

Is er een Kiss and Ride zone in de Park and Rides?

Ja, je kan gedurende 15min gratis één van de drie Park and Rides binnen rijden zonder te betalen. 

Waar loopt de Bypass en hoeveel baanvakken zal de snelweg tellen?

De Bypass, de tijdelijke snelweg naast de R1, komt aan de oostzijde van de bestaande Ring te liggen. Dit is langs de zijde van het Sportpaleis. De Bypass loopt tussen het knooppunt van de R1 met de E313 (“Antwerpen-oost”) en het knooppunt van de R1 met de E19 en de A12 (“Antwerpen-noord”) ter hoogte van de Jozef Masurebrug in Merksem.

De Bypass zal drie baanvakken tellen in elke richting.

Ter hoogte van het viaduct van Merksem is er onvoldoende plaats om twee maal drie nieuwe rijstroken aan te leggen. Daarom behouden we in dit deel de helft van het bestaande viaduct en bouwen we nog een halve Bypass met drie rijstroken bij. Op het nieuwe gedeelte van de Bypass komt het verkeer richting Nederland. Op het deel van de Bypass dat gebruik maakt van het bestaande viaduct komt het verkeer richting Gent. Zo kunnen we de binnenste helft van de Ring afbreken en krijgen we daar voldoende ruimte om de nieuwe Ring te bouwen.      

Maakt een tolvrije Liefkenshoektunnel de Oosterweelverbinding niet overbodig?

De route via de Liefkenshoektunnel zit momenteel ook al aan zijn maximum capaciteit. Die tunnel tolvrij maken, zou meer verkeer aantrekken, waardoor hier een extra fileprobleem wordt gecreëerd. Het fileprobleem aan de Kennedytunnel en op de huidige Ring wordt hierdoor ook niet opgelost, omdat de Liefkenshoektunnel voor verschillende verbindingen te ver ligt. Je moet er te ver voor omrijden om een volwaardig alternatief te bieden.

Dat de Antwerpse Ring niet volledig rond is zorgt voor verschillende problemen:

  • Een te beperkte capaciteit om de Schelde te kruisen.
  • Een gebrek aan volwaardige alternatieven in het geval van filevorming of ongevallen.
  • Weinig mogelijkheden om verkeer beter te spreiden en te sturen.
  • Een moeilijk bereikbare haven en Eilandje, wat zorgt voor veel (sluip)verkeer in de woonwijken.

Dat lossen we op met de Oosterweelverbinding.

Daarnaast zorgen we ook voor:

  • meer verkeersveiligheid;
  • een betere doorstroming;
  • minder geluidsoverlast;
  • een gezondere lucht;
  • een hefboom voor tientallen kilometers aan nieuwe en comfortabele fietsverbindingen, waaronder een fietstunnel onder de Schelde;
  • meer ruimte voor groen en recreatie;
  • een betere waterhuishouding

Wanneer wordt het tijdslot vrijgegeven voor de samenstelling van een konvooi?

De samenstelling zal drie uur voor de passage gekend en te zien zijn. Zo kan de snelheid eventueel worden aangepast om lange wachttijden voor de werfzone te vermijden. Zolang er capaciteit is in een passage kunnen schepen zich aanmelden. Aanmelden kan tot het moment een passage aanvangt. 

De sluiting van het Julianakanaal doet heel wat schepen omvaren via het Albertkanaal. Gaat dat voor wachttijden zorgen?

Het Julianakanaal in Nederland gaat vanaf oktober tot voorjaar 2025 dicht. Gedurende het half jaar dat deze werken zullen duren, verwachten we inderdaad extra schepen op het Albertkanaal. Die extra belasting valt echter binnen wat het opgezette systeem aankan zonder de vaartijden te laten oplopen. De extra hinder daarvan zal dus beperkt zijn. 

Wat gaat er gebeuren met de meest vervuilde grond op de Oosterweelwerf? Volgt er een saneringstraject en wat houdt dat in?

In het najaar van 2022 zijn we gestart met het vrijwillig afvoeren van de meest vervuilde PFAS-grondstocks van onze werven Scheldetunnel en Linkeroever/Zwijndrecht naar zogenaamde centra voor grondreiniging. De afvoer gebeurt per schip en per vrachtwagen. Daar wordt de grond gereinigd en wordt de PFAS uit de grond gehaald. Zo halen we al heel wat vervuiling uit de regio weg. Zowel de transporten per schip, als per vrachtwagen worden afgedekt.

De bodemverontreiniging is ontstaan op het terrein van 3M. Dat betekent dat ook de saneringsplicht bij 3M ligt. De verdere realisatie van de Oosterweelverbinding wordt afgestemd op het ruimer saneringstraject van dit bedrijf. Dit saneringstraject heeft als doel de blootstelling met PFAS vanuit de bodem en het grondwater te verminderen. De focus ligt in eerste instantie op de gezondheidsrisico’s voor de omgeving.

Nieuw is dit saneringstraject van 3M niet. De eerste stappen dateren al van 2009 en hadden – met de toenmalige inzichten – vooral betrekking op het beheersen van de PFAS-verontreiniging in het grondwater zodat deze zich niet verder zou verspreiden naar de omgeving. Deze beheersmaatregelen zijn nog altijd van toepassing.

Sinds 2019 wordt met een verstrengd toetsingskader dit saneringstraject geactualiseerd, met als eerste stap de eerste fase van het beschrijvend bodemonderzoek. Hierbij worden in eerste instantie de gezondheidsrisico’s voor de omgeving in kaart gebracht. Dit beschrijvend bodemonderzoek werd door OVAM ontvangen op 10 februari 2022 en werd door OVAM conform verklaard op 7 april 2022.

De eerstvolgende stappen in dit saneringstraject krijgen concreet vorm: 3M engageert zich om de kernsanering op het eigen terrein te optimaliseren, het woon- en landbouwgebied rondom de bedrijfssite te saneren en daarnaast ook mee te werken aan de sanering van de Oosterweelgronden. Op deze manier wordt de verontreinigde grond van de Oosterweelwerken meegenomen in de sanering uit te voeren door 3M. Er wordt ook een plan van aanpak opgezet voor een sanering in een ruimere omgeving en op langere termijn.

Daarnaast wordt er onmiddellijk werk gemaakt van volgende acties, met een onmiddellijke impact op de omgeving. Ze zorgen voor een extra beperking van het risico op blootstelling:

  • In afwachting van grondige volgende stappen rond sanering, wordt het bedrijfsterrein van 3M zo snel mogelijk afgedekt met grind zodat verspreiding van het stof door verwaaiing wordt tegengegaan.
  • Er wordt meteen werk gemaakt om de continue grondwaterstroom van PFAS-houdend water naar de Palingbeek te onderbreken en op het terrein van 3M te houden.
  • De sanering van de Palingbeek wordt volledig uitgevoerd, in synergie met de werken aan de Oosterweelverbinding.

Lantis werkte mee aan het inpassen van de grondverzetswerken in het saneringstraject om zo tot een geïntegreerde aanpak voor Zwijndrecht en omgeving te komen. Dit gebeurde onder coördinatie van Karl Vrancken en in samenwerking met onder andere OVAM, 3M, de gemeente Zwijndrecht en andere stakeholders. Lantis zal haar werkzaamheden verder monitoren en hierover regelmatig en transparant communiceren met omwonenden en de betrokken Vlaamse administraties.

Wanneer is de Bypass klaar en tot wanneer wordt er vervolgens over gereden?  

Ondertussen zijn we gestart met de bouw van het noordelijk deel van de tijdelijke snelweg, de Bypass. Het gaat om het stuk tussen het Sportpaleis en de Jozef Masurebrug aan Antwerpen-Noord (E19 x A12). In 2025 rijdt het verkeer over de Bypass richting Nederland. In 2026 rijdt ook het verkeer richting Brussel/Hasselt/Gent over de Bypass.

Verkeer rijdt vervolgens over de Bypass tot de afbraak van het viaduct én de aanleg van de verdiepte Ring klaar is. Vanaf eind 2030 nemen we de Oosterweelverbinding gefaseerd in gebruik en verhuist het verkeer naar de nieuwe, verdiepte R1. Vervolgens kunnen we de Bypass afbreken. 

Waarom sluit de Charles de Costerlaan definitief?

In 2022 namen we parallel met de snelweg een nieuwe weg in gebruik tussen Waaslandhaven-Oost (E34) en de Blancefloerlaan(N70) en P+R Linkeroever. Deze weg – intussen officieel benoemd tot ‘Parallelweg Noord’ – vormt de definitieve verbinding tussen de E34 en Linkeroever. De tijdelijke weg ten noorden van de E34 en de Charles de Costerlaan kunnen hierdoor afgesloten worden.

Het vroeger knippen van de Charles de Costerlaan biedt heel wat ‘leefbaarheidswinsten’ voor Linkeroever:

  • Sluipverkeer van de snelweg naar bijvoorbeeld Waaslandtunnel of oprit Linkeroever wordt uit de woonkernen van Linkeroever gehaald en blijft langer op de snelwegen. Na een aanpassingsperiode voor het verkeer zal het hier dus rustiger en veiliger worden, met meer ruimte voor de buurtbewoners, fietsers/voetgangers en het openbaar vervoer.
  • Het doorgaand verkeer dat nu gebruik maakt van de Charles de Costerlaan zorgt voor ongezonde lucht en geluidsoverlast voor de buurt. Doorgaand verkeer hoort op de snelwegen en niet in woonwijken. Door dit verkeer hier weg te halen zal het er stiller en gezonder wonen worden. 
  • Wanneer hier geen verkeer meer rijdt, kunnen we de Charles de Costerlaan veel sneller dan gepland ontharden en er een groene fiets- en wandelboulevard van maken.

Hoe wordt er rekening gehouden met stremmingen hogerop het Albertkanaal?

Er is nauwe samenwerking met de sluis van Wijnegem, evenals met de brugopeningen van het dok van Merksem. Ook zullen bijvoorbeeld incidenten worden meegenomen in de passageplanning. 

Blijft de Siberiabrug tijdens de werken aan de Kanaaltunnels beschikbaar?

De Siberiabrug blijft beschikbaar tijdens de werken. Zolang het Kattendijkdok ter hoogte van de Siberiabrug gesperd is voor de scheepvaart, is de Siberiabrug ook continu bereikbaar voor wegverkeer. 

Er staan herstellingswerken gepland aan de Siberiabrug door Port of Antwerp-Bruges. Dit zal slechts een enkele, tijdelijke sperring zijn.  

Waarom stelt Lantis zich vragen bij de waterzuivering (in het kader van de vergunning voor bemaling werken Scheldetunnel?) Loost Lantis dan PFAS in de Schelde?

In de motivatie bij de vergunningsaanvraag voor onder meer bemaling voor de werken Scheldetunnel heeft Lantis inderdaad aangehaald dat de zuivering van de korte keten een hoge ecologische en economische kost heeft. Weliswaar wordt de PFAS uit het grondwater gehaald, maar de totale impact (verbruik actief kool, energieverbruik en CO-uitstoot, ….) wordt als negatief beschouwd. Ondanks dit gegeven (negatieve ecologische totaalimpact) is het vanuit wettelijk standpunt toch vereist om het grondwater van PFAS te reinigen en zal Lantis dit dan ook doen. Alle PFAS-houdend grondwater zal voor lozing in het oppervlaktewater dan ook gereinigd worden in speciaal hiervoor gebouwde zuiveringsinstallaties.

Welke op- en afritten op het Bypass traject blijven toegankelijk en welke verdwijnen of worden verplaatst?

Groenendaallaan: De op- en afrit van en naar Gent blijven vanaf de Bypass toegankelijk. Verkeer van en naar Nederland wordt omgeleid naar het complex in Ekeren. Deze verkeerssituatie is nu al in voege.

Schijnpoort: De afrit van de Bypass komt nog steeds uit aan Schijnpoort, de oprit zal vanaf de ingebruikname van de Bypass tot het einde van de werken aan de Noordersingel liggen (tussen het containerpark en het bedrijvencomplex). 

Wat heeft de renovatie van de Royerssluis met de Oosterweelverbinding te maken?

De werken aan de Royerssluis en aan het Oosterweelknooppunt gebeuren door hetzelfde aannemersconsortium.

De Royerssluis ligt vlakbij de zone waar het Oosterweelknooppunt wordt gebouwd. Het zijn twee gigantische werven, dan is het belangrijk dat ze maximaal op elkaar worden afgestemd. Het aannemersconsortium TM Rinkoniên Rechteroever, dat bestaat uit Artes Group, CIT Blaton, Boskalis, Mobilis en Stadsbader, staat daarom in voor de bouw van het knooppunt en de renovatie van de Royerssluis.

Als bouwheer van de Oosterweelverbinding treedt Lantis op als aanbestedende overheid voor het Oosterweelknooppunt en de renovatie van de Royerssluis. Lantis neemt de financiering van het Oosterweelknooppunt op zich. De Vlaamse overheid en Port of Antwerp, de opdrachtgever voor de sluisrenovatie, financieren het merendeel van de sluisrenovatie gaan. Stad Antwerpen en Water-Link leveren een kleinere financiële bijdrage. De afdeling Maritieme Toegang van het Departement Mobiliteit en Openbare Werken leidt de werken aan de Royerssluis.

Over het Oosterweelknooppunt

Het toekomstige op- en afrittencomplex in het zuidelijk deel van de haven, de zogenaamde Oosterweelknoop, geeft de haven en het Eilandje een rechtstreekse aansluiting op de Antwerpse Ring. Het complex vormt de schakel tussen de Scheldetunnel en de Kanaaltunnels. In 2030 rij je van hieruit naar Linkeroever via de Scheldetunnel of naar het noordelijk deel van de Ring via de Kanaaltunnels. De nieuwe aansluiting zal het vrachtverkeer richting Groenendaallaan en Schijnpoort aanzienlijk verminderen.

Het knooppunt ligt verzonken in het landschap. De rijstroken voor het snelwegverkeer liggen tot wel 29 meter onder het gezichtsveld. Om zo weinig mogelijk groen in te nemen, werd het bovendien zo compact mogelijk gemaakt. Het knooppunt wordt daarnaast ook deels overkapt. Op die bijgemaakte ruimte komt het Ringpark Noordkasteel.

Over de Royerssluis

De Royerssluis dateert van 1907 en verbindt de Schelde met de dokken en met het verderop gelegen Albertkanaal. De sluis is al een tijdje buiten werking en wordt nu omgebouwd naar een performante binnenvaartsluis die moderne binnenschepen efficiënt en vlot zal behandelen. De sluis wordt aanzienlijk langer (van 180 naar 230 meter lengte) én breder (van 22 naar 36 meter) waardoor ze grotere binnenschepen makkelijk kan versassen en het transport naar het Albertkanaal verhoogd kan worden.

Wat is de procedure die gevolgd wordt in geval van incidenten in de werfzone van de Kanaaltunnels?

Een incident wordt ad hoc aangepakt via de passageplanners en VTS-operatoren van dienst. Zij zullen het incident coördineren en de overige geplande scheepvaart inlichten. 

Incidenten kunnen gemeld worden via 00 32 468 33 56 54.

De werken kruisen het Asiadok en Kattendijkdok. Kan de scheepvaart nog van die dokken gebruik maken?

Er blijft steeds één van de twee dokken beschikbaar als doorgang van en naar het Albertkanaal. Initieel wordt het Kattendijkdok ter hoogte van de Siberiabrug versperd voor de bouw van tunneldelen 1 tot 7. Vervolgens heropent het Kattendijkdok en sluiten we het Asiadok voor de bouw van tunneldeel 8.