De nieuwe Scheldetunnel maakt de Antwerpse Ring rond en zorgt voor een vierde, noordelijk alternatief om de Schelde te kruisen, naast de Kennedy-, Waasland- en Liefkenshoektunnel. Eerst bouwen we de tunnelelementen op een droge plaats. Dat gebeurt in een tijdelijk bouwdok, vlakbij het water gelegen. Wanneer de tunnelelementen klaar zijn, wordt het dok onder water gezet zodat ze gaan drijven. Daarna worden de tunnelelementen over het water naar hun definitieve locatie gesleept. 

Het tijdelijke bouwdok voor de Scheldetunnel ligt in de haven van Zeebrugge, op de hoek van het Boudewijnkanaal en het Verbindingsdok. Waarom daar? Omdat er op die plek ook plannen waren om het Boudewijnkanaal te verbreden voor de scheepvaart. Zo slaan we twee vliegen in één klap; zodra de tunnelelementen onderweg zijn naar Antwerpen voor de bouw van de Scheldetunnel, worden de tijdelijke wanden van het dok weggenomen en is ook de verbreding van het Boudewijnkanaal een feit. 

Tijdslijn

Januari 2021

Start aanleg bouwdok

2023

Start bouw eerste tunnelelement

September 2024

Ruwbouw van de tunnelelementen klaar

Eind 2024

Acht tunnelelementen afgewerkt en klaar om aan hun reis naar Antwerpen te beginnen

2025

Transport van de tunnelementen per sleepboot naar Antwerpen

Hoe vorderen de werken

Begin 2023 gingen de werken aan het eerste tunnelelement van start. In totaal bouwen we acht tunnelelementen. Eén daarvan is maar liefst 160 meter lang, 42 meter breed en 10 meter hoog. Gewicht? Een slordige 60 000 ton. De ruwbouw van alle tunneldelen is ondertussen klaar. Nu worden ze verder voorbereid op hun transport naar Antwerpen.

In 2025 zijn alle elementen volledig klaar en worden ze per sleepboot over de Schelde naar Antwerpen gebracht. Eens de tunnelelementen Zeebrugge hebben verlaten, worden de dokwanden verwijderd en is in één klap de geplande verbreding van het Boudewijnkanaal volbracht.

Maatregelen voor minder hinder

Om de hinder voor de omgeving maximaal te beperken, houden we verschillende zaken zoals het geluids- en trillingsniveau goed in de gaten. Zo plaatsten we geluidsmeters om het geluidsniveau van de werken te kunnen meten in de leefomgeving. Daarnaast gebruiken we technieken die zo weinig mogelijk impact hebben op de omgeving. Zo werden de tijdelijke wanden van het dok bijvoorbeeld in de grond getrild, in plaats van geheid of geslagen, wat voor minder geluidshinder zorgt.

Gerelateerd nieuws

Blijf op de hoogte!