Veelgestelde vragen
Waar ben je naar op zoek?
Zorgen de werfactiviteiten in het met PFAS/PFOS-verontreinigd gebied voor de verspreiding van verontreinigde grond via de lucht? Hoe wordt dit gemeten?
We begrijpen dat er bij de omwonenden ongerustheid kan zijn over de PFAS/PFOS-verontreiniging. Zowel Lantis als de aannemer dragen er zorg voor dat de verontreinigde gronden binnen het projectgebied blijven, ook in de vorm van opwaaiend stof.
Stofmeetnet rond de Oosterweelwerken meet voortdurend de concentratie fijn stof in de lucht
Om de impact van de Oosterweelwerken op de verspreiding van fijn stof via de lucht in de omliggende woonkernen te meten, rollen Lantis en de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) een stofmeetnet uit. Via vijf meetstations – die de volledige Oosterweelwerf omringen – meten we tot het einde van onze werken in dit gebied (2027), continu en ‘in real time’ de concentraties fijn stof in de omgevingslucht. Indien er stofpieken worden gemeten waarschuwt de VMM de stofverantwoordelijke van Lantis, zodat er bijkomende maatregelen genomen kunnen worden.
Belangrijk om hierbij te onderstrepen is dat een stofpiek niet hetzelfde is als een verhoogde aanwezigheid van PFAS in de lucht. Je kan veel fijn stof hebben, maar daarom heb je niet veel PFAS. Niet alle grond waar we in of mee werken is immers verontreinigd. En gezien de aanwezigheid van ook andere activiteiten dan onze werfactiviteiten kunnen ook die zorgen voor de vorming van fijn stof. De meetresultaten zullen via de website van de VMM raadpleegbaar zijn.
Periodieke metingen op de Oosterweelwerf
Om te controleren of de maatregelen tegen het verspreiden van verontreinigde gronden ook effectief zijn, voert Lantis ook luchtmetingen uit op verschillende locaties en op verschillende tijdstippen op de Oosterweelwerf op Linkeroever.
Met deze meetcampagne volgt Lantis het potentiële blootstellingsrisico tijdens de werken op over een langere termijn. De resultaten van de metingen voegen we hieronder steeds toe van zodra ze beschikbaar zijn. Alle reeds uitgevoerde luchtmetingen toonden aan dat er geen verhoogd blootstellingsrisico is voor omwonenden via de lucht door stof.
Bekijk hier de kaart met luchtmetingen.
Reeks 1: 9 juni 2021 – geen PFAS gevonden in stofmeting
Om het potentiële maximale blootstellingsrisico via stofvorming door de activiteiten op de Oosterweelwerf te berekenen, zijn op 9 juni 2021 ‘totaal stof metingen’ uitgevoerd op drie locaties. Bij zo’n meting wordt de omgevingslucht over een filter gezogen, waarop de aanwezige stofdeeltjes achterblijven. De uitdrukking ‘totaal stof’ betekent dat er geen onderscheid gemaakt wordt in soorten stof die we aantreffen.
Voor de berekening werd de totaal stofconcentratie gecombineerd met de hoogst gemeten PFAS-concentratie in de bodem binnen de werfzone. De volledige berekening is terug te vinden in onderstaand rapport. Het resultaat van de berekening wordt uitgedrukt in PFOA-equivalent. PFOA is net als PFOS een lid van de ‘PFAS-familie’. Uit de bodemanalyses in opdracht van Lantis op Linkeroever en Zwijndrecht, blijkt dat de verontreiniging voornamelijk uit PFOS bestaat. Om de resultaten te kunnen vergelijken met internationale standaarden, wordt alles omgerekend naar een PFOA-equivalent.
Uit de berekening blijkt dat er een maximale theoretische opname is van 0,0038 µg PFOA-eq./dag. Deze waarde ligt ruim 10 keer lager dan de gezondheidskundige grenswaarde die het Europese Voedselveiligheidsagentschap (EFSA) hanteert, namelijk 0,044 microgram (µg) PFOA/dag. Zo’n gezondheidskundige grenswaarde geeft aan welke hoeveelheid PFOA je tijdens jouw leven dagelijks maximaal mag opnemen zonder dat dit gevolgen heeft voor je gezondheid. Op basis van deze toetsing kunnen we dus stellen dat er geen verhoogd blootstellingsrisico is voor omwonenden via de lucht door opwaaiend stof van de Oosterweelwerf.
Om deze berekening te bevestigen, werd op 9 juni 2021 ook een eerste reeks PFAS-luchtmetingen uitgevoerd. Het labo kon geen aanwezigheid van PFAS aantonen. Geen enkele meting gaf namelijk concentraties hoger dan de rapportagegrens van 0,004 µg/m³ tot 0,006 µg/m. Hoeveel lager de werkelijke concentraties liggen, kan niet exact gezegd worden. Hierdoor is het ook niet mogelijk om de PFAS-concentratie in de lucht te vergelijken met de EFSA gezondheidskundige grenswaarde van 0,044 µg PFOA-eq./dag. Een rapportagegrens van 0,006 µg/m³ komt immers overeen met 0,130 µg PFOA-eq./dag (0,006 µg/m³ x 2 x 10,8 m³/dag).
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 9 juni 2021 terug*:
Omdat bij deze eerste PFAS-luchtmeting de rapportagegrens niet laag genoeg was om het potentiële blootstellingsrisico te berekenen en af te wegen tegenover de EFSA-grenswaarde, werd de methode verfijnd om een lagere rapportagegrens te bekomen voor de volgende metingen.
Reeks 2: 29 juni en 1 juli 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden
De tweede reeks metingen werd uitgevoerd op 29 juni en 1 juli. In totaal zijn er op zes locaties metingen uitgevoerd. De rapportagegrens voor deze metingen lag op 0,0003 µg/m³ tot 0,0004 µg/m³. Daarmee lag de nieuwe rapportagegrens 10 keer lager dan de rapportagegrens van de eerste meeting, waardoor er nog nauwkeuriger gemeten kon worden. Bovendien kan met die rapportagegrens ook het potentiële blootstellingsrisico getoetst worden aan de EFSA gezondheidskundige grenswaarde.
Op vijf meetlocaties lagen de meetwaarden onder de rapportagegrens, dus werden opnieuw geen PFAS aangetoond. Op de zesde meetlocatie, op het terrein van 3M, werd wel PFOS gevonden, in een concentratie juist boven de rapportagegrens (0,00039 µg/m³). Op basis van dezelfde berekening als in het eerste rapport, komt dit overeen met een potentiële inname van 0,0084 µg PFOA-eq./dag. Deze waarde ligt ruim onder de afgeleide EFSA gezondheidskundige grenswaarde van 0,044 µg PFOA/dag, waarbij uitsluitend blootstelling via de lucht beschouwd wordt. Dit toont opnieuw aan dat er geen verhoogd blootstellingsrisico was voor omwonenden.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 29 juni en 1 juli 2021 terug*:
- Rapport Luchtmetingen PFOS Oosterweelwerf Linkeroever 29-6 en 1-7(versie 2.0)
- Bijlagen rapport 29-6 en 1-7
Reeks 3: 16 juli 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden
De derde reeks metingen is uitgevoerd op 16 juli. De zes meetlocaties bevonden zich op een deel van de 3M-site die Lantis in werfleen heeft en waar eerder een PFOS-concentratie gemeten werd. Tijdens de meting werd er op de site in de grond gewerkt.
Op elk van de zes punten werd geen PFAS gemeten boven de rapportagegrens. Voor vijf van de zes meetpunten was de rapportagegrens 0,0003 µg/m³. Voor de zesde locatie was er een probleem met de stroomvoorziening, waardoor er slechts de helft van de tijd stof aangezogen werd. Doordat het aangezogen luchtvolume lager ligt, is de rapportagegrens hier 0,0006 µg/m³.
Om een vergelijking te kunnen maken met de EFSA gezondheidskundige grenswaarde, werd de potentiële maximale dagelijkse PFOS-inname berekend door te veronderstellen dat de werkelijk gemeten concentratie gelijk is aan de rapportagegrens. Dit geeft een maximaal blootstellingsrisico van 0,013 µg PFOA-eq/dag (0,0006 µg PFOS/m³ = 0,0012 µg PFOA-eq./m³ x 10,8 m³/dag), hetgeen duidelijk lager ligt dan de EFSA gezondheidskundige grenswaarde van 0,044 µg PFOA/dag.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 16 juli 2021 terug*:
Reeks 4: 25 augustus 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden
De vierde reeks metingen werd uitgevoerd op 25 augustus. Er vonden geen specifieke werken in PFAS houdende grond plaats. Daarom is er gekozen om metingen uit te voeren op locaties waar verstoffing kon optreden (zoals braakliggend terrein), waar gronden liggen opgeslagen en/of werfverkeer aanwezig is.
De zes meetlocaties lagen verspreid over de werfzone in de buurt van de E34 en het knooppunt Sint-Anna. Het totaal stofgehalte lag hoger op plaatsen met veel werfverkeer dan op braakliggend terrein. Toch werd enkel op het eerste meetpunt PFOS boven de rapportagegrens gemeten. Op de andere plaatsen werd geen PFAS gemeten boven de rapportagegrens van 0,0003 tot 0,0004 µg PFOS/m³ (afhankelijk van het volume lucht per meettoestel). De gemeten PFOS-concentratie op het eerste meetpunt bedroeg 0,0005 µg/m³, wat overeenkomt met een PFOA-equivalent van 0,001 µg/m³. De potentiële dagelijkse PFOS-inname, uitgedrukt als PFOA-equivalent, ligt met 0,011 µg PFOA-eq./dag (0,001 µg PFOA-eq./m³ x 10,8 m³/dag), duidelijk lager dan de EFSA gezondheidskundige grenswaarde van 0,044 µg PFOA/dag. Er werd dus geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 25 augustus 2021 terug*:
Reeks 5: 17 september 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden
De vijfde reeks metingen werd uitgevoerd op 17 september. Er vonden geen specifieke werken in PFAS houdende grond plaats. Daarom is er gekozen om metingen uit te voeren op locaties waar verstoffing kon optreden (zoals braakliggend terrein), waar gronden liggen opgeslagen en/of werfverkeer aanwezig is.
De zes meetlocaties lagen verspreid over de werfzone in de buurt van de E34 en het knooppunt Sint-Anna. Het totaal stof gehalte lag hoger op plaatsen met activiteiten zoals werfverkeer dan op braakliggend terrein. Maar op geen enkel meetpunt werd PFAS gemeten boven de rapportagegrens van 0,0003 tot 0,0004 µg PFOS/m³ (afhankelijk van het volume lucht per meettoestel). Op de vijfde meetlocatie werd er omwille van een stroomonderbreking bij het meettoestel een lager volume lucht verwerkt. Om te compenseren dat er hier minder lang gemeten werd, lag de rapportagegrens voor dit toestel op 0,0007 µg/m³.
Om een vergelijking te kunnen maken met de EFSA gezondheidskundige grenswaarde, werd de potentiële maximale dagelijkse PFOS-inname berekend door te veronderstellen dat de werkelijk gemeten concentratie gelijk is aan de hoogste rapportagegrens (meetpunt vijf). Dit geeft een maximaal blootstellingsrisico van 0,015 µg PFOA-eq/dag (0,0007 µg PFOS/m³ ofwel 0,0014 µg PFOA-eq./m³ x 10,8 m³/dag), wat duidelijk lager ligt dan de EFSA gezondheidskundige grenswaarde van 0,044 µg PFOA/dag. Er werd dus geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 17 september 2021 terug*:
Lagere PFAS-grenswaarden, zelfde resultaat: alle metingen tonen geen verhoogd blootstellingsrisico
Het tijdelijke toetsingskader dat Lantis opstelde, werd in oktober 2021 door het Vlaams Instituut voor Technologie en Ontwikkeling (VITO) beoordeeld en bevestigd, mits enkele aanpassingen. Het belangrijkste hierbij is dat de gemeten PFAS-waarden niet meer worden omgezet naar PFOA-equivalenten om ze zo te kunnen vergelijken met de TWI die door EFSA werd opgesteld van 33 ng PFOA/dag of een concentratie van 4.1 ng/m³ PFOA in de lucht.
Voortaan wordt de som van vier PFAS (PFOS, PFOA, PFNA en PFHxS) gebruikt om die af te zetten tegen de gezondheidsnorm. De gezondheidswaarde wordt bovendien verstrengd zodat de som van PFAS voortaan niet hoger mag zijn dan 2,2 ng/m³.
Het is belangrijk om te weten dat dat ook dit toetsingskader slechts tijdelijk is. Op basis van voortschrijdend inzicht en lopende onderzoeken, wordt dit minstens jaarlijks geëvalueerd en indien nodig bijgestuurd. Eens er Vlaamse normen worden opgemaakt, zal Lantis die uiteraard ook hanteren.
Vorige metingen opnieuw geëvalueerd met nieuwe methode
Niet alleen gebruikt Lantis een nieuw toetsingskader voor de toekomstige metingen. We hebben ook de resultaten van de vijf voorgaande metingen vergeleken met de nieuwe grenswaarde. Sommige van de PFAS die gemeten werden, kwamen in zulke lage concentraties voor, dat ze niet exact bepaald konden worden. Ze lagen immers onder de rapportagegrens. Daarom werkten we telkens drie scenario’s uit met de volgende waarden:
- ondergrens (OG): de concentraties van de PFAS die gerapporteerd worden als ‘< RG’, worden gelijk gesteld aan nul.
- midden grens (MG): de concentraties van de PFAS die gerapporteerd worden als ‘< RG’, worden gelijk gesteld aan de helft van de rapportagegrens.
- Bovengrens (BG): de concentraties van de PFAS die gerapporteerd worden als ‘< RG’, worden gelijk gesteld aan de rapportagegrens.
Conclusie blijft hetzelfde: geen overschrijdingen van toegelaten blootstelling
Voor de resultaten van de voorgaande metingen verandert er weinig tot niets. De conclusie uit de eerdere rapporten blijft gelden. Op bepaalde locaties is er PFAS in de lucht vastgesteld, maar er is geen sprake van een overschrijding van de toegelaten blootstelling via de lucht.
Enkel voor de metingen van 16/07 en van 17/09 is er een theoretische kans dat er op 1 specifiek meetpunt een lichte overschrijding was van de toegelaten blootstelling. Maar dat is te wijten aan technische storingen waardoor rapportagegrens verhoogd werd om te compenseren voor een lager volume verwerkte lucht. In realiteit valt te verwachten dat de gemeten waarde in overeenstemming is met de andere meetpunten en dus lager ligt dan de verhoogde rapportagegrens.
Bekijk hier het volledige rapport.*
*Omwille van het beschermen van privacy zijn persoonsgegevens uit de rapporten anoniem gemaakt.
Reeks 6 & 7: 30 september & 1 oktober 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden
Op 30 september en 1 oktober voerden we een nieuwe reeks metingen uit ter hoogte van de Palingbeek (werfzone Scheldetunnel). Die locatie was zeer interessant aangezien er ontgravingswerken uitgevoerd werden en er tijdens het voorgaande bodemonderzoek een verhoogde PFAS-concentratie in de bodem was vastgesteld.
Op beide dagen werden vijf meetpunten opgezet. Op 30 september werden er vier ten noorden van de Charles de Costerlaan geplaatst, het vijfde stond ten zuiden ervan. Een dag later werden de meetstations 4 en 5 iets dichter bij de Charles de Costerlaan geplaatst. Zo konden we de licht verplaatste werfactiviteiten beter opvolgen.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat er weinig verstoffing was in vergelijking met de metingen tijdens drogere perioden (60 à 70 versus 386 µg stof/m³). We kunnen daaruit afleiden dat de uitgevoerde grondwerken slechts beperkt voor verstoffing en bijgevolg potentiële verspreiding zorgden.
Geen enkele meting gaf een PFAS-concentratie boven de rapportagegrens van 0,4 ng/m³. Als we dan uitgaan van een worstcasescenario waarbij de PFAS-concentraties gelijk zijn aan de rapportagegrens, komen we uit op een maximale concentratie van 1,6 ng/m³. De PFAS-concentratie ligt in dit worstcasescenario lager dan de huidige toetsingswaarde van 2,2 ng/m³. We kunnen dus stellen dat er geen verhoogd blootstellingsrisico werd vastgesteld.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 30 september en 1 oktober 2021 terug*:
- Rapport Luchtmetingen PFOS Oosterweelwerf Linkeroever 30-09-2021
- Bijlagen rapport 30-09-2021
- Rapport Luchtmetingen PFOS Oosterweelwerf Linkeroever 01-10-2021
- Bijlagen rapport 01-10-2021
Reeks 8: 27 oktober 2021: geen verhoogd blootstellingsrisico gevonden
Op 27 oktober werd een nieuwe reeks metingen uitgevoerd, met vijf meetpunten tussen het terrein van 3M en de E34 en een zesde meetpunt aan de school ‘de Leerexpert’ in Zwijndrecht, ter hoogte van Burchtse Weel.
Door een fout bij het inschakelen van de pomp is er geen meting uitgevoerd op meetlocatie 1, gelegen op het terrein van 3M. Op meetlocatie 4, aan de werfkeet waar ook vervuilde gronden worden gestockeerd, was er eveneens een technisch probleem. Hierdoor lag het volume aangezogen lucht lager dan op andere locaties. Dit lagere volume resulteert in een hogere rapportagegrens voor dit meetstation (1 ng/m³) in vergelijking met de analyses uitgevoerd voor de andere meetstations (0,2 tot 0,5 ng/m³).
De resultaten voor totaal stof tonen opnieuw aan dat er weinig verstoffing was in vergelijking met de metingen tijdens drogere perioden (60 à 70 versus 386 µg stof/m³). We kunnen daaruit afleiden dat de uitgevoerde activiteiten slechts beperkt voor verstoffing en dus potentiële verspreiding zorgden.
Hoewel er voor meetstation 4 geen PFAS gevonden werden boven de rapportagegrens van 1 ng/m³, is er een theoretische kans – indien de effectieve concentratie gelijk zou zijn aan de rapportagegrens – dat het totale PFAS-gehalte gelijk is aan 4 ng/m³. Omdat hier wetenschappelijk gezien geen zekerheid over bestaat, doen we over dit meetpunt geen uitspraak. Gezien de lagere rapportagegrens voor de andere meetpunten, kan hiervoor wel met zekerheid gesteld worden dat de huidige toetsingswaarde van 2,2 ng/m³ niet overschreden werd. We kunnen dus stellen dat er geen verhoogd blootstellingsrisico werd vastgesteld.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 27 oktober 2021 terug*:
Reeks 9: 25 november 2021: PFAS-concentratie gemeten op de werf op korte afstand tot de werkzaamheden
Op 25 november 2021 zijn er werken uitgevoerd op de 3M site in het kader van de aanleg van de veiligheidsberm en dan met name de aanvoer van met PFAS-vervuilde grond. Dergelijke activiteiten houden een bijkomend verspreidingsrisico in. Daarom zijn er totaal stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op verschillende locaties.
De resultaten voor totaal stof tonen in het algemeen aan dat er weinig verstoffing was (20 tot 66 µg/m³) in vergelijking met de metingen uitgevoerd gedurende drogere perioden (60/70 tot 386 µg stof/m³). De verstoffing ten gevolge van de activiteiten bleek, mede door de weersomstandigheden, zeer beperkt.
Wat PFAS betreft zijn er enkel effectieve PFOS-concentraties vastgesteld ter hoogte van de twee meetpunten aan de ingang van de 3M site, daar waar de vrachtwagens geladen werden en het terrein opreden. Ter hoogte van de overige drie meetpunten verder op het terrein waren de vastgestelde PFAS-concentraties kleiner dan de rapportagegrens van 0,5 en 0,4 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen.
De tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) wordt ter hoogte van deze drie punten voor geen van de berekende grenzen (onder, midden en boven) overschreden. Op de twee meetpunten ter hoogte van de ingang is er dus wel een PFAS-concentratie gemeten van respectievelijk 1,4 en 2,0 ng/m³. Voor de laagste concentratie vastgesteld ter hoogte van meetpunt 1 valt de middengrens samen met de tijdelijke toetsingswaarde en houdt de bovengrens een overschrijding in. Ter hoogte van meetpunt 2 blijkt er sprake van een overschrijding van de tijdelijke toetsingswaarde voor zowel de midden- als bovengrens. De vastgestelde PFAS-concentraties zijn de hoogste concentraties in lucht gemeten sinds de opstart van de metingen. Daarnaast is er bij voorgaande meetcampagnes niet eerder op twee meetpunten een PFAS-concentratie vastgesteld. Hierdoor is het momenteel nog niet mogelijk om te bepalen of het een werkelijk verschil in concentratie betreft, of dat er toch andere factoren spelen. Wanneer de, door het labo ingeschatte, meetfout van 20 tot 30 % in acht genomen wordt, lijkt het verschil van een factor 1,5 eerder relatief. Mogelijks levert de toenemende dataset in de toekomst meer inzichten op.
Vast staat wel dat de teruggerekende PFAS-concentratie per kg stof, voor meetpunt 1 en 2 bedraagt dit respectievelijk 21 en 42 mg PFAS per kg droge stof, merkelijk hoger liggen dan de concentraties die zijn vastgesteld in de getransporteerde grond en tijdens bodemonderzoeken binnen de hele werfzone. Vermoedelijk is het wel mogelijk dat dergelijke hoge concentraties voorkomen op de 3M site. Echter is het ook uit de analyse van de windrichting niet geheel duidelijk of de oorzaak daar gezocht moet worden.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 25 november 2021 terug*:
Reeks 10: 22 december 2021: PFAS-concentratie gemeten aan de rand van de werf op korte afstand tot de werkzaamheden. Vermoedelijk geen verhoogd blootstellingsrisico gezien de windrichting.
Op 22 december 2021 zijn er totaal stof en PFAS-metingen uitgevoerd op korte afstand van de Neerstraat te Zwijndrecht. De aanleiding was het uitvoeren van grondwerken vlakbij de Neerstraat en de melding van VMM/VITO dat de weersomstandigheden gelijkaardig zouden zijn aan die waarbij eerder reeds fijn stof pieken geregistreerd werden. Of deze veroorzaakt werden door activiteiten op de werf is niet met zekerheid te zeggen.
De twee meetpunten lagen tegen de zuidgrens van de werf aan. Meetpunt 1 lag aan de westelijke rand van werkzone. Meetpunt 2 bevond zich op kortere afstand en juist ten zuiden, windopwaarts dus, van de op dat moment uitgevoerde werken. Vanuit meetpunt 2 bekeken, bevond meetpunt 1 zich iets meer in de windafwaartse lijn. De meetresultaten tonen dat de stofvorming (50 en 69 µg/m³) laag was vergeleken met de meetresultaten tijdens drogere periodes (60/70 tot 386 µg stof/m³).
Wat PFAS betreft was de concentraties op meetpunt 1 kleiner dan de rapportagegrens (RG). Op meetpunten 2 is er wel een PFAS-concentratie gemeten van 2,0 ng/m³. De concentratie van de overige drie PFAS ligt onder de rapportagegrens van 0,5 ng/m³. Volgens de berekende onder-, midden en bovengrens was er ter hoogte van meetpunt 1, dat dichter bij de bewoning lag, geen overschrijding van de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Voor meetpunt 2 valt de berekende ondergrens onder de tijdelijke toetswaarde, maar wijzen zowel de middengrens als de bovengrens op een overschrijding. Echter worden verhoogde concentraties ter hoogte van de bewoning onwaarschijnlijk geacht, aangezien emissies ten gevolge van de werkzaamheden door de heersende windrichting (voornamelijk) weggevoerd werden van de woningen gelegen ten zuiden van de werf.
Vertrekkende van de gemeten stof- en PFAS-concentratie kan teruggerekend worden naar de hoeveelheid PFAS per kg stof. Deze waarde blijkt echter merkelijk hoger te zijn dan de bodemconcentraties in deze zone van de werf, en zelfs de gehele werkzone, vastgesteld tijdens eerder uitgevoerde bodemanalyses (hoogste concentratie vastgesteld bij boring B20003: 551 µg PFAS/kg droge stof). Er is vandaag geen eenduidige verklaring voor deze vaststelling. Mogelijks heeft dit te maken met het heterogene verticale profiel van PFAS-concentratie in de bodem, of met de waterafstotende eigenschap van PFAS waardoor stofdeeltjes met geadsorbeerde PFAS sterker zullen verstoffen dan stofdeeltjes met minder of geen geadsorbeerde PFAS.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 22 december 2021 terug*:
Reeks 11: 28 maart 2022: geen verhoogd PFAS-blootstellingsrisico vastgesteld
Op 28 maart 2022 zijn er drie metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren het droge weer en de vele overschrijdingen van de fijn stof (PM10) waarschuwings-/actiedrempel ter hoogte van de monitoringstations van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). De verhoogde fijn stof (PM10) zeggen niet direct iets over de eventuele PFAS-blootstelling. Om hier op een zo kort mogelijke termijn inzicht in te krijgen, werd besloten om uitzonderlijk flexibele metingen in te zetten buiten de werf. De resultaten van deze metingen worden gekenmerkt door een hogere rapportagegrens dan de metingen uitgevoerd door de VMM, maar zijn in het algemeen wel sneller beschikbaar.
Op twee locaties (Burchtse Weel en Neerstraat) is er een technisch probleem opgetreden waardoor het aangezogen volume lucht te beperkt is om een zinvolle toetsing uit te voeren en een uitspraak te doen over de eventuele PFAS-blootstelling.
Het meetpunt waarvan wel resultaten beschikbaar zijn, is de waterzuiveringsinstallatie van Lantis op de 3M site. Uit de totaal stof metingen blijkt dat de hoeveelheid stof beperkt was in vergelijking met de verstoffing gemeten tijdens andere droge periodes. Mogelijk zat de afwezigheid van activiteit op het terrein hier voor iets tussen. De PFAS-concentraties waren allemaal kleiner dan de rapportagegrens van 0,1 ng/m³. Dit maakt ook dat er volgens de berekende onder-, midden- en bovengrens geen overschrijding was van de tijdelijke toetsingswaarde voor zowel arbeiders als omwonenden, waaraan enkel getoetst wordt in de directe omgeving van bewoning.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 28 maart 2022 terug*:
Reeks 12: 29 maart 2022: geen verhoogd PFAS-blootstellingsrisico vastgesteld
Op 29 maart 2022 zijn er drie stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren, net zoals op 28 maart, het droge weer en de vele overschrijdingen van de fijn stof (PM10) waarschuwings-/actiedrempel ter hoogte van de monitoringstations van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM).
De meetresultaten voor stof tonen aan dat er ter hoogte van de twee meetpunten die zich op (zeer) korte afstand van de werf bevinden verstoffing was. Het derde meetpunt bevond zich bij de waterzuiveringsinstallatie van Lantis op de 3M site, maar hier trad omzeggens geen verstoffing op.
Op basis van de PFAS-meetresultaten kan er gesteld worden dat de verhoogde stofconcentraties niet gepaard gingen met een verhoogde PFAS-blootstelling. Alle resultaten liggen onder de rapportagegrens van 0,1 of 0,2 ng/m³ (afhankelijk van het aangezogen volume). Deze rapportagegrenzen laten in de meeste gevallen een toetsing aan de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden toe volgens de verschillende benaderingen (onder-, midden- en bovengrens). Enkel volgens de bovengrens benadering voor de twee meetpunten met de hogere rapportagegrens (Burchtse Weel en Neerstraat) kan geen uitspraak gedaan worden. Uit de toetsing volgens de overige benaderingen volgt dat de PFAS-concentratie ter hoogte van de drie meetpunten minstens kleiner was dan de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 29 maart 2022 terug*:
Reeks 13: 12 april 2022
Op 12 april 2022 zijn er vier stof- en PFAS-metingen uitgevoerd. Bij het bepalen van de meetlocaties is gekeken naar locaties met veel (transport-) activiteiten en locaties met speciale aandacht omwille van PM10 overschrijdingen en aanwezige bodemverontreiniging. Er is gekozen voor een meting aan de Burchtse Weel (gemiddeld meeste PM10 meldingen), de waterzuivering op het 3M terrein (hoge PFAS concentraties in de bodem), de grondstock aan de E34 (opslag deels onbegroeide grond) en de Sint-Anna knoop (veel transportbewegingen over een deels geasfalteerde weg).
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de verstoffing ter hoogte van de Burchtse Weel, de waterzuivering en de grondstock aan de E34 beperkt was in vergelijking met eerder gemeten stofconcentraties op droge dagen (60/70 tot 386 µg stof/m³). Zeker voor het meetpunt aan de Burchtse Weel zit de windrichting hier vermoedelijk voor iets tussen. De wind waait namelijk vanaf het meetpunt in de richting van de werf. Ter hoogte van de Sint-Anna knoop is er daarentegen wel een hoge totaal stofconcentratie vastgesteld. De reden hiervoor is het transport van grond met vrachtwagens en tractors over een voor het grootste deel geasfalteerde weg die er tijdens (een deel van) de meting droog bij lag. De snelheid heeft ook duidelijk een invloed op de stofvorming. Er kan overwogen worden om het verder verlagen van de maximale snelheid, zeker op droge dagen, in te voeren als stof beperkende maatregel.
Wat de EFSA PFAS (PFNA, PFOA, PFHxS en PFOS ) betreft, waren alle concentraties kleiner dan de rapportagegrens (RG) van 0,1 of 0,2 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Van de vier meetpunten moet enkel dat ter hoogte van de Burchtse Weel getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarden voor omwonenden (0,4 ng/m³). Hier wordt voor elke benadering aan voldaan. De andere meetpunten bevinden zich op de werf en moeten bijgevolg getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Ook hier wordt ruimschoots aan voldaan voor alle benaderingen.
De PFAS analyseresultaten ter hoogte van het meetpunt ‘E34 - grondstock’ duiden wel op de aanwezigheid van twee andere PFAS met een concentratie boven de RG. Het gaat om PFBA (0,6 ng/m³) en PFBS (0,2 ng/m³). Geen van beide werden in het verleden gemeten in lucht (in opdracht van Lantis). Ook recente resultaten van VITO/VMM wijzen op zeer lage concentraties. Momenteel is het moeilijk te zeggen waarom juist deze twee PFAS werden gemeten. Volgende (reeds opgezette) meetcampagnes in dezelfde omgeving kunnen hier mogelijk meer duidelijkheid in scheppen.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 12 april 2022 terug*:
Reeks 14: 3 mei 2022
Op 3 mei 2022 zijn er zes stof- en PFAS-metingen uitgevoerd. Bij het bepalen van de meetlocaties is gekeken naar locaties met veel (transport-) activiteiten, locaties met PM10 overschrijdingen volgens het monitoringswerk van de VMM en de opmerking van de VMM bij het recente VITO rapport betreffende het ontbreken van meetpunten tussen 3M en de Oosterweelwerf. Deze opmerking komt voort uit het feit dat er in het rapport wordt aangegeven dat het op basis van de huidige gegevens niet mogelijk is om een onderscheid te maken tussen 3M en de Oosterweelwerf als bron. Er is gekozen voor een meting aan de Burchtse Weel (gemiddeld meeste PM10 meldingen), de waterzuivering en nog plaatsen op het 3M terrein (hoge PFAS-concentraties in de bodem), de grondstock aan de E34 (opslag deels onbegroeide grond) en de Sint-Anna knoop (veel transportbewegingen over een deels geasfalteerde weg).
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de verstoffing ter hoogte van alle meetpunten beperkt was in vergelijking met eerder gemeten stofconcentraties op droge dagen (60/70 tot 386 µg stof/m³ en een uitschieter tot 626 µg stof/m³), maar dat er wel een onderscheid gemaakt kan worden tussen een aantal meetpunten. De gemeten concentraties aan de Burchtse Weel en de Sint-Anna knoop zijn namelijk hoger dan op de overige meetpunten. Ter hoogte van de Burchtse Weel kan dit het gevolg zijn van de windrichting, aangezien deze van over de werf kwam. Gedurende de meetperiode zijn er twee PM10 meldingen geweest vanuit het VMM monitoringsnetwerk. De Sint-Anna knoop is een locatie met veel transport over een deels geasfalteerde weg, wat typisch aanleiding geeft tot (licht) hogere stofconcentraties. De gemeten stofconcentratie was wel merkelijk kleiner dan de meting op 12 april 2022, wat verklaard kan worden door het feit dat de weg nu gesproeid was. Deze maatregel lijkt dus zijn effect niet te missen.
Wat de EFSA PFAS (PFNA, PFOA, PFHxS en PFOS ) betreft, waren alle concentraties ter hoogte van de meetpunten Burchtse Weel en Sint-Anna knoop kleiner dan de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Voor het meetpunt ter hoogte van de Burchtse Weel is de tijdelijke toetsingswaarden voor omwonenden (0,4 ng/m³) relevant. Hier wordt aan voldaan. Ook de meting aan Sint-Anna knoop voldoet aan deze tijdelijke toetsingswaarde, terwijl eigenlijk de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) relevant is. Bijgevolg wordt hier zeker aan voldaan. Voor de vier andere meetpunten is er telkens een PFOS-concentratie vastgesteld, hoger dan de RG. De overige drie EFSA PFAS-concentraties waren wel altijd kleiner dan de RG van 0,1 ng/m³. Aangezien deze meetpunten binnen de werfzone liggen zijn de tijdelijke toetsingswaarden voor arbeiders (2,2 ng/m³) relevant. Hier wordt voor alle benaderingen aan voldaan.
De PFAS-analyseresultaten ter hoogte van het meetpunt ‘3M-halverwege’ duiden bijkomend op de aanwezigheid van PFBS met een concentratie boven de RG, namelijk 10 ng/m³. Momenteel is het moeilijk te zeggen waarom juist deze PFAS op deze locatie werd gemeten. Ook is het moeilijk om de exacte bron te identificeren. Volgende meetcampagnes in dezelfde omgeving kunnen hier mogelijk meer duidelijkheid in scheppen.
Hieronder vind je de resultaten van de metingen van 3 mei 2022 terug*:
Reeks 15: 15-16 juni 2022
Van 15 op 16 juni 2022 zijn er zes stof- en PFAS-metingen uitgevoerd. Bij het bepalen van de meetlocaties is gekeken naar locaties met veel (transport)activiteiten, locaties met PM10 overschrijdingen volgens het monitoringswerk van de VMM en de opmerking van de VMM bij het VITO rapport ‘studie naar PFAS in lucht en depositie in de omgeving van 3M en Zwijndrecht’ (april 2022) dat er meetpunten ontbreken tussen 3M en de Oosterweelwerf. De locaties situeren zich dan ook ter hoogte van de Burchtse Weel, de Neerstraat, de 3M site, de grondstocks aan de E34 en knoop Sint-Anna.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de verstoffing ter hoogte van alle meetpunten beperkt was in vergelijking met eerder gemeten stofconcentraties op droge dagen (60/70 tot 386 µg stof/m³ en een uitschieter tot 626 µg stof/m³), en dat de concentratie ter hoogte van de Burchtse Weel en de Sint-Anna knoop enigszins hoger was dan bij de overige meetpunten. Dat de stofconcentraties hier iets hoger lagen kan het gevolg zijn van respectievelijk de windrichting die van over de werf kwam en de verkeersbewegingen in de directe omgeving van de meetopstelling. Wat betreft de Sint-Anna knoop ligt de stofconcentratie vele male lager dan de eerder vastgestelde piek, hetgeen te verklaren is door het feit dat de weg bij het opzetten van de meting minstens gedeeltelijk gesproeid was.
Wat de EFSA PFAS (PFNA, PFOA, PFHxS en PFOS ) betreft, waren alle concentraties ter hoogte van de meetpunten Burchtse Weel en Sint-Anna knoop kleiner dan de rapportagegrens (RG) van respectievelijk 0,1 en 0,2 ng/m³. Dit wil zeggen dat er in beide gevallen voldaan wordt aan de tijdelijke toetsingswaarde voor respectievelijk omwonenden (0,4 ng/m³) en arbeiders (2,2 ng/m³). Voor de vier andere meetpunten is er telkens een PFOS-concentratie vastgesteld hoger dan de RG, terwijl de overige drie EFSA PFAS concentraties wel altijd kleiner waren dan de RG van 0,09 tot 0,2 ng/m³. Voor de vastgestelde PFOS-concentratie ter hoogte van de punten die op de werf gelegen zijn (respectievelijk 0,23, 0,14 en 0,78 ng/m³), werd voor alle benadering voldaan aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders. De gemeten PFOS-concentratie aan de Neerstraat bedroeg 0,39 ng/m³. Volgens de ondergrens benadering wordt er juist voldaan aan de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden, maar bij toepassing van de midden grens en bovengrens benadering is dit niet het geval (respectievelijk 0,69 en 0,99 ng/m³). Hierbij moet wel worden opgemerkt dat de tijdelijke toetsingswaarde een jaargemiddelde toetsingswaarde betreft. Een overschrijding tijdens een momentopname wilt dus niet noodzakelijk zeggen dat er effectief gezondheidsrisico’s optreden, maar is wel een waarschuwing om de situatie verder op te volgen. In opdracht van Lantis worden er bijkomende metingen opgezet wanneer er activiteiten plaatsvinden die potentieel verstoffing in de hand werken. Op deze manier tracht men snel zicht te krijgen op eventueel verhoogde PFAS-concentraties. De VMM heeft daarbij een continue meetpost (PM10 en PFAS) staan ter hoogte van de Neerstraat waarmee de gemiddelde PFAS-concentratie in lucht opgevolgd wordt en de jaargemiddelde toetsing kan worden uitgevoerd.
Reeks 16: 4–5 juli 2022
Op 4 en 5 juli 2022 zijn er totaal stof en PFAS-metingen uitgevoerd op de werf van de Oosterweelverbinding. Bij het bepalen van de meetlocaties is gekeken naar locaties met veel (transport) activiteiten en locaties met PM10 overschrijdingen volgens het monitoringswerk van de VMM. Ook is er rekening gehouden met de opmerking van de VMM dat er meetpunten ontbreken tussen 3M en de Oosterweel werf. In totaal waren er zes meetpunten geselecteerd, maar door een technisch probleem bij het uitvoeren van de metingen zijn bepaalde resultaten niet bruikbaar. Daarom worden enkel de meetresultaten van de locaties 3M-WZI, 3M-richting berm en Sint-Anna knoop weergegeven.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de verstoffing ter hoogte van de meetpunten nabij de 3M-site beperkt was in vergelijking met eerder gemeten stofconcentraties op deze locatie (gemiddeld 54 µg/m³) en dat de concentratie ter hoogte van knoop Sint-Anna hoger lag dan bij eerdere metingen (gemiddeld 223 µg/m³). Wat de EFSA PFAS (PFNA, PFOA, PFHxS en PFOS) betreft, waren alle concentraties kleiner dan de rapportagegrens (RG). Door het kleine bemonsteringsvolume ter hoogte van de waterzuivering van 3M, lag de RG hier wel hoger dan normaal (0,6 ng/m³). Voor de overige stalen werd een RG van 0,1 ng/m³ gehaald. Met uitzondering van de bovengrensbenadering voor het meetpunt aan de waterzuivering van 3M, werd in elk van de meetpunten en volgens alle benaderingen voldaan aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Aangezien de hoge RG van het meetpunt aan de waterzuivering van 3M het gevolg is van een technisch probleem, is het weinig waarschijnlijk dat er zich effectief een overschrijding van de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders heeft voorgedaan. Dit wordt ondersteund door het feit dat de concentratie volgens de bovengrensbenadering ter hoogt van het andere meetpunt nabij de 3M-site 0,4 ng/m³ bedroeg.
Reeks 17: 13-14 juli 2022
Op 13 en 14 juli 2022 zijn er totaal stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op de werf van de Oosterweelverbinding. Bij het bepalen van de meetlocaties is gekeken naar locaties met veel (transport) activiteiten en locaties met PM10 overschrijdingen volgens het monitoringswerk van de VMM. Ook is er rekening gehouden met de opmerking van de VMM dat er meetpunten ontbreken tussen 3M en de Oosterweel werf. De zes geselecteerde meetpunten bevinden zich ter hoogte van de Burchtse Weel, 3M-WZI, 3M-halverwege (2 punten), de grondstocks aan de E34 en centraal op de site naast 3M.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de verstoffing ter hoogte van de meeste meetpunten beperkt was in vergelijking met eerder gemeten stofconcentraties op deze locaties (gemiddeld 52 µg/m³ en 76 µg/m³ voor respectievelijk de punten nabij 3M en de Burchtse Weel). De concentratie ter hoogte van de grondstock lag in lijn met de eerder gemeten concentraties op deze locatie (gemiddeld 79 µg/m³).
Wat de EFSA PFAS (PFNA, PFOA, PFHxS en PFOS) betreft, waren alle concentraties ter hoogte van de meetpunten Burchtse Weel kleiner dan de rapportagegrens (RG) van 0,09 ng/m³. Voor dit meetpunt is de tijdelijke toetsingswaarden voor omwonenden (0,4 ng/m³) van toepassing, waaraan wordt voldaan volgens alle drie de grens benaderingen Voor de vijf andere meetpunten is er telkens een PFOS-concentratie vastgesteld hoger dan de RG. De overige drie EFSA PFAS-concentraties waren wel telkens kleiner dan de RG van 0,09 ng/m³. De gemeten PFOS-concentraties rond de 3M-site varieerden van 0,43 ng/m³ tot 0,73 ng/m³. De PFOS-concentratie ter hoogte van de grondstock langs de E34 bedroeg 1,1 ng/m³. Aangezien alle vijf deze meetpunten op de werf gelegen zijn, is de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) van toepassing. Volgens alle drie de grens benaderingen wordt er voldaan aan deze tijdelijke toetsingswaarde. Naast de vier EFSA PFAS werd ter hoogte van het meetpunt ‘3M - halverwege’ ook PFBS gemeten (1,1 ng/m³). De oorzaak hiervan is momenteel onduidelijk.
Reeks 18: 31 augustus 2022
Op 31 augustus 2022 zijn er totaal stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op zes locaties op en rond de werf van de Oosterweelverbinding. De aanleiding waren grondverzetswerkzaamheden en activiteit op de 3M-site in opdracht van 3M in het kader van de bodemsanering. Daarnaast werden er werkzaamheden uitgevoerd op de werf Scheldetunnel en werden meldingen geregistreerd vanuit het VMM PM10-monitoringsnetwerk ter hoogte van de Burchtse Weel. Op basis van deze activiteiten werden op volgende locaties metingen uitgevoerd: de Burchtse Weel, centraal op het terrein grenzend aan de 3M-site, grondstocks aan de E34, Sint-Anna knoop, de oostelijke en westelijke bentonietcentrale op werf Scheldetunnel.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat er ter hoogte van de Burchtse Weel, de E34 grondstock en de westzijde van de bentonietcentrale meer stof was dan op de overige meetpunten, maar nog steeds beperkt in vergelijking met de stofconcentraties gemeten tijdens eerdere droge periodes. Vergeleken met de gemiddelde stofconcentraties over alle metingen heen, zijn de gemeten concentraties vergelijkbaar of beduidend lager.
Op vier van de zes meetlocaties waren alle EFSA PFAS-concentraties kleiner dan de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Op de locaties ‘3M - centraal open ruimte’ en ‘E34- grondstock’ werden wel EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de detectielimiet. Op beide locaties werden PFOS, respectievelijk 0,61 ng/m³ en 1,19 ng/m³, en PFOA, respectievelijk 0,14 ng/m³ en 0,13 ng/m³, gemeten. Aan de E34 - grondstock werd ook PFHxS gemeten (0,14 ng/m³). De somconcentratie op alle meetlocaties bleef wel steeds onder de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³), ook wanneer de bovengrensbenadering werd gehanteerd. Echter blijkt uit analyseresultaten door VMM/VITO (48 uur bemonsterd) dat er windafwaarts van de werf, ter hoogte van de Neerstraat, ook EFSA PFAS-concentraties zijn vastgesteld boven de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden (0,4 ng/m³). Er wordt bekeken of de stofreducerende maatregelen effectief naar behoren zijn toegepast en of er bijkomende maatregelen genomen kunnen worden bij het uitvoeren van dit type werkzaamheden. Ook worden de metingen in opdracht van Lantis verdergezet en wordt er overlegd met 3M betreffende de opvolging en impact van hun bodemsaneringsactiviteiten.
Reeks 19: 11-12 oktober 2022
Op 11 oktober 2022 werden er op vijf locaties stof- en PFAS-metingen uitgevoerd. Gezien het droge weer, de geplande werkzaamheden en de meldingen vanuit het VMM PM10-monitoringsnetwerk ter hoogte van de Burchtse Weel werden volgende locaties onderzocht: de Burchtse Weel, knoop Antwerpen-West, de grondstocks aan de E34, aan de oostelijke bentonietcentrale op werf Scheldetunnel en centraal op de Sint-Anna knoop. Er was ook een bemonstering voorzien op de site naast 3M, maar deze kon door een diefstal niet afgerond worden.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat er ter hoogte van Knoop Antwerpen-West een zeer hoge stofconcentratie (310 µg/m³) werd gemeten ten opzicht van de overige meetlocaties. Ter hoogte van de Burchtse Weel, de E34 grondstock en de Sint-Anna knoop werden lagere stofconcentraties gemeten ten opzichte van de voorgaande metingen op droge dagen. In het bijzonder werd op het centrale punt aan knoop Sint-Anna een veel lagere concentratie gemeten dan gemiddeld (81 µg/m³ t.o.v. 218 µg/m³). De gemeten stofconcentratie ter hoogte van het meetpunt ‘ST - bentonietcentrale oost’ lag in lijn met deze op de drie voorgaande punten.
Op één meetlocaties werd een EFSA PFAS-concentratie boven de rapportagegrens (RG) gemeten. Dit betrof een PFOS-concentratie van 0,27 ng/m³ ter hoogte van de E34-grondstock. Op de overige locaties waren alle EFSA-PFAS lager dan de RG. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. De somconcentratie van de EFSA PFAS lag voor alle benaderingen (ondergrens, midden grens en bovengrens) en op alle meetlocaties onder de geldende tijdelijke toetsingswaarde op die locatie. Naast de PFOS vaststelling werd er ter hoogte van het meetpunt ‘Sint-Anna knoop’ een andere PFAS boven de RG gemeten, namelijk PFBS met een concentratie van 8,2 ng/m³. Dit is de vierde vaststelling van PFBS boven de RG sinds de start van de stof- en PFAS-metingen in juni 2021. De oorsprong hiervan is onduidelijk.
Reeks 20: 26-27 oktober 2022
Op 26 en 27 oktober 2022 zijn er totaal stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op vijf locaties op de werf van de Oosterweelverbinding. De aanleiding waren werkzaamheden waarbij grond werd getransporteerd richting enerzijds de kade om per schip naar een grondreinigingscentrale gevoerd te worden (enkel 27 oktober) en anderzijds een grondreinigingscentrale in de buurt (26 en 27 oktober). De meetlocaties zijn zo gekozen dat het potentiële blootstellingsrisico van zowel het verladen als het transporteren van grond gemeten werd. Op volgende locaties werden metingen uitgevoerd: ingang naar de site naast 3M (2 dagen), aan de 3M WZI (2 dagen), Knoop Sint-Anna (1 dag), halverwege route B richting het schip (1 dag) en aan de kade ter hoogte van de Beatrijslaan (1 dag).
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat er op meetlocatie ‘Route B - halverwege’ hogere stofconcentraties (99 µg/m³) gemeten werden dan op de overige meetlocaties. Met 19 µg stof/m³ werd de laagste stofconcentratie gemeten op de meetlocatie ‘Kade’. Ter hoogte van de meetpunten op en rond de 3M-site lagen de stofconcentraties in lijn met de gemiddelde concentraties over alle uitgevoerde metingen in deze omgeving. De licht verhoogde concentratie aan de WZI is mogelijks te verklaren door de windafwaartse ligging van het meetpunt ten opzichte van de werkzaamheden op de site. Aan knoop Sint-Anna werd met 34 µg stof/m³ een veel lagere concentratie gemeten dan gemiddeld op deze locatie.
Op één van de vijf meetlocaties werd een EFSA PFAS-concentratie groter dan de rapportagegrens (RG) gemeten. Dit betrof een PFOS-concentratie van 0,88 ng/m³ aan de 3M-WZI. Op de overige locaties waren alle EFSA PFAS kleiner dan de RG. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Gezien de ligging van de meetlocaties moet de gemeten EFSA PFAS-concentratie getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). De somconcentratie bleef op alle meetlocaties en voor alle benaderingen (ondergrens, midden grens en bovengrens) onder deze tijdelijke toetsingswaarde. Verder werden er geen niet-EFSA PFAS-concentraties hoger dan de RG gemeten tijdens deze meetcampagne.
Reeks 21: 14-18 november 2022
Tijdens de meetweek van 14 tot 18 november 2022 zijn er totaal stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op vijf locaties op en rond de werf van de Oosterweelverbinding. De aanleiding waren werkzaamheden waarbij dagelijks grond werd getransporteerd richting de kade om per schip naar een grondreinigingscentrale gevoerd te worden. De meetlocaties zijn zo gekozen dat het potentiële blootstellingsrisico van zowel het verladen als het transporteren van grond gemeten werd. Op volgende locaties werden metingen uitgevoerd: ten oosten van de ingang naar het terrein naast de 3M-site, aan de inrit naar de E34 grondstocks, Sint-Anna knoop, aan de kade ter hoogte van de Beatrijslaan en de Burchtse Weel.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat tijdens deze meetcampagne veruit de hoogste gemiddelde stofconcentratie werd gemeten ter hoogte van de kade (210 µg stof/m³) en dat deze hoger lag dan tijdens de voorgaande meting. De stofconcentraties aan de meetpunten ‘E34 - grondstock - inrit’ (50 µg stof/m³) en ‘Sint-Anna knoop’ (98 µg stof/m³) waren dan weer lager dan het gemiddelde over de voorgaande metingen op deze locaties. Dit kan het gevolg zijn van de windopwaartse ligging ten opzichte van de werkzaamheden. Voor het eerst werd er gemeten op het meetpunt ‘3M - ingang - oost’, waardoor een directe vergelijking met voorgaande stofconcentraties niet mogelijk is. Wanneer de gemeten stofconcentratie (85 µg stof/m³) vergeleken wordt met de gemiddelde stofconcentraties op andere locaties nabij het 3M-terrein, blijkt deze hoger te zijn dan gemiddeld. Een mogelijke verklaring is de windafwaartse ligging ten opzichte van de werkzaamheden. Tot slot is er de meting aan de Burchtse Weel. De gemeten stofconcentratie (8,5 µg/m³) is duidelijk lager dan de gemiddelde concentratie tijdens voorgaande metingen, ondanks de windafwaartse ligging ten opzichte van de werkzaamheden aan de kade waar verhoogde stofconcentraties gemeten zijn. Deze werkzaamheden bleken dus geen verhoogde stofconcentratie te veroorzaken op grotere afstand buiten de werf.
Op geen van de vijf meetlocaties werd een EFSA PFAS-concentratie groter dan de rapportagegrens (RG) gemeten. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. De somconcentratie op alle meetlocaties was voor geen van de benaderingen (ondergrens, midden grens en bovengrens) groter dan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) of omwonenden (0,4 ng/m³). Daarnaast werd er één niet-EFSA PFAS gemeten boven de RG. Dit was PFBS ter hoogte van ‘E34 - grondstock - inrit’ met een concentratie van 26 ng/m³. Deze concentratie ligt hoger dan de paar vorige vaststellingen. De oorzaak dat deze PFAS gemeten wordt is onduidelijk.
Reeks 22: 30 november 2022 - 2 december 2022
Tijdens de meetcampagne van 30 november tot 2 december 2022 zijn er stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op twee locaties op de werf van de Oosterweelverbinding. Het gaat om de locaties ‘E34-grondstock-west’, gelegen langs de TRO en ten westen van de voormalige fietsbrug, en ‘3M-WZI’. De aanleiding waren werkzaamheden waarbij gedurende drie dagen verontreinigde grond werd afgevoerd van de werf van Lantis naar stort ‘Sterhoek’ in Kruibeke (per as). Het doel van de metingen was het potentiële blootstellings- en verspreidingsrisico ten gevolge van de overslagactiviteiten op te volgen. Ter hoogte van het meetpunt ‘E34-grondstock-west’ is gedurende drie dagen en enkel tijdens de werkdag gemeten, terwijl er ter hoogte van ‘3M-WZI’ 2 dagen continu gemeten is.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat tijdens deze meetcampagne een hoge gemiddelde stofconcentratie werd gemeten ter hoogte van de ‘E34 grondstock west’ (210 µg stof/m³). Deze concentratie is opvallend hoger dan de gemiddelde stofconcentratie aan de E34 grondstock tijdens voorgaande metingen (88,2 µg stof/m³). Dit is waarschijnlijk te verklaren door de overslagactiviteiten en vooral de zeer kleine afstand tussen de werkzaamheden en het meetpunt. De stofconcentratie aan ‘3M -WZI’ (34 µg stof/m³) lag in lijn met de gemiddelde stofconcentraties gemeten nabij de 3M-site (45,7 µg stof/m³) en specifiek ter hoogte van de WZI (51,0 µg stof/m³).
Op geen van beide meetlocaties werd een EFSA PFAS-concentratie gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,08 en 0,1 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Op de twee onderzochte locaties moet de gemeten EFSA PFAS-concentratie getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Op geen van beide locaties en voor geen van de benaderingen (ondergrens, middengrens en bovengrens) wordt deze tijdelijke toetsingswaarde overschreden. Tijdens de meetcampagne werd wel een PFBS-concentratie gemeten van 0,10 ng/m³ ter hoogte van de meetlocatie ‘E34 - grondstock - west’.
Reeks 23: 6-9 december 2022
Tijdens de meetcampagne van 6 tot 9 december 2022 zijn er stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op vijf locaties op de werf van de Oosterweelverbinding. Afhankelijk van de dag gaat het om een of meerdere van volgende locaties: 3M-ingang-oost, E34-grondstock-west, 3M-WZI, Sint-Anna knoop en de kade. De aanleiding waren werkzaamheden waarbij met PFAS verontreinigde grond werd afgevoerd vanaf de TRO-5-grondstock en de Palingbeek-grondstock richting respectievelijk het stort ‘Sterhoek’ in Kruibeke (per as) en grondreinigingsspecialist GRC in Heusden-Zolder (per boot). Deze activiteiten vormden de aanleiding om gedurende vier dagen metingen uit te voeren met als doel het potentiële blootstellings- en verspreidingsrisico ten gevolge van de overslag- en transportactiviteiten op te volgen.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat tijdens deze meetcampagne in het algemeen lage stofconcentraties werden gemeten in vergelijking met voorgaande metingen. Voornamelijk ter hoogte van de meetlocaties ‘E34 - grondstock - west’ (56 µg stof/m³) en ‘kade’ (19 µg stof/m³) werden duidelijk lagere concentraties dan gemiddeld gemeten (resp. 193,1 en 82,7 µg stof/m³). De oorzaak van deze lagere stofconcentraties was waarschijnlijk een combinatie van periodes met (lichte) regen en de relatief lage windsnelheid.
Op één locatie werd een EFSA PFAS-concentratie gemeten boven de rapportagegrens (RG). Het betrof een PFOS-concentratie van 0,28 ng/m³ ter hoogte van het meetpunt ‘3M - ingang - oost’. Op de overige locaties werden geen EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de RG van 0,08 tot 0,3 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Op de onderzochte locaties, met uitzondering van ‘kade’, moet de gemeten EFSA PFAS-concentratie getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Gezien de ligging van het meetpunt kade, is het redelijk om de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden (0,4 ng/m³) te hanteren. Op geen van deze locaties en voor geen van de benaderingen (ondergrens, middengrens en bovengrens) wordt de overeenkomstige tijdelijke toetsingswaarde overschreden.
Naast de EFSA PFAS werden tijdens de meetcampagne ook twee PFBS-concentraties boven de RG gemeten. Het betrof de meting ter hoogte van de ‘E34 - grondstock - west’ (0,43 ng/m³) en ‘3M - WZI’ (19 ng/m³). Net zoals bij eerdere vaststellingen blijft het moeilijk om de oorsprong van de gemeten PFBS te benoemen. Op basis van de ligging van de meetpunten waar PFBS is gemeten en de dominante windrichting tijdens de meetcampagne, zouden deze PFBS-concentraties afkomstig kunnen zijn van de activiteiten aan de grondstocks. Echter is strookt dit niet volledig met het feit dat de concentratie aan ‘3M - WZI’ vele malen hoger zou zijn dan die aan de bron ‘E34 -grondstock - west’.
Reeks 24: 16 december 2022
Tijdens de meetdag van 16 december werd er een stof- en PFAS-meting uitgevoerd op één locatie op de werf van de Oosterweelverbinding, namelijk E34-grondstock-west. De aanleiding waren de overslag werkzaamheden waarbij de laatste hoeveelheid met PFAS verontreinigde grond afgevoerd werd van de TRO-5 naar stort ‘Sterhoek’ in Kruibeke (per as). Het doel van de metingen was het potentiële blootstellings- en verspreidingsrisico ten gevolge van het verladen van de grond op te volgen.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de gemeten concentratie van 82 µg stof/m³ in lijn ligt met de gemiddelde stofconcentratie rond de E34 grondstock tijdens droge periodes (82,9 µg stof/m³). Wanneer de gemeten concentratie specifiek vergeleken wordt met de gemiddelde concentratie rond de meetlocatie ‘E34 - grondstock - west’ (110,8 µg stof/m³) ligt deze iets lager. Echter was dit pas de vijfde meting op deze meetlocatie en is er veel variatie tussen de stofconcentraties op de verschillende dagen.
Verder zijn er geen EFSA PFAS-concentratie gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,2 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Op de onderzocht meetlocatie moet de gemeten EFSA PFAS-concentratie getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Deze werd door geen van de benaderingen (ondergrens, middengrens en bovengrens) overschreden. Verder werden er geen niet-EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de RG.
Reeks 25: 14 - 15 maart 2023
Tijdens de meetcampagne van 14 en 15 maart 2023 zijn er stof- en PFAS-metingen uitgevoerd op drie locaties op en aan de werf van de Oosterweelverbinding:
• ‘E34 - grondstock - inrit’: aan de uitrit van het terrein grenzend aan de 3M-site, aan de andere kant van de tijdelijke weg;
• ‘3M - WZI’: aan de waterzuiveringsinstallatie van 3M vlak bij de werfweg die tijdens de grondafvoer gebruikt wordt;
• ‘kade’ aan de inrit van de stijger vanwaar de grond werd overgeladen op het schip.
De aanleiding waren grondtransporten van de grondhopen op het terrein grenzend aan de 3M-site naar de grondreinigingsspecialist GRC in Harelbeke (per schip). Het doel van de metingen was het potentiële blootstellings- en verspreidingsrisico ten gevolge van de overslagactiviteiten op te volgen. Op alle drie de meetpunten werd gedurende 2 dagen en enkel tijdens de werkdag gemeten.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de stofconcentraties tijdens deze meetcampagne in lijn lagen met de gemiddelde concentraties tijdens eerdere metingen. De stofconcentratie aan de ‘3M - WZI’ was enigszins lager dan gemiddeld (31 µg/m³ ten opzichte van 47,9 µg/m³), waarschijnlijk door enkele lichte regenbuien op 14 maart
Tijdens de meetcampagne werden er geen EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,2 en 0,1 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. De meetlocaties ‘E34 - grondstock - inrit’ en ‘3M -WZI’ bevonden zich op de werf, waardoor de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) van toepassing is. Gezien de ligging van het meetpunt ‘kade’, is het redelijk om de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden (0,4 ng/m³) te hanteren. Op geen van de meetlocaties werd de respectievelijke tijdelijke toetsingswaarde overschreden, en dit voor elk van de benaderingen (ondergrens, middengrens en bovengrens). Naast de EFSA PFAS werden tijdens de meetcampagne wel een PFBS-concentratie boven de RG gemeten ter hoogte van de meetlocatie ‘kade’, wat de eerste vaststelling uit vier metingen was. De gemeten PFBS-concentratie bedroeg 1,5 ng/m³.
Reeks 26: 29 maart - 4 april 2023
Tijdens de meetcampagne van 29 maart tot 4 april 2023 werden er op vier locaties stof- en PFAS-metingen uitgevoerd. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren de geplande grondtransporten van met PFAS verontreinigde grond vanaf de berm richting het GRC in Harlbeke (per schip) en de (grotendeels) droge omgevingscondities. De meetlocaties waren:
- ‘3M - WZI’;
- ‘E34 - grondstock - inrit’;
- ‘E34 - grondstock - west’;
- ‘kade’.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de stofconcentratie op 29 en 30 maart aan het meetpunt ‘3M - WZI’ in lijn lag met de gemiddelde stofconcentratie tijdens voorgaande meetcampagnes. Op 3 en 4 april werd wel een verhoogde gemiddelde stofconcentratie gemeten aan het meetpunt ‘3M - WZI’ ten opzichte van het gemiddelde op deze meetlocatie tijdens voorgaande metingen. Ook aan het meetpunt ‘E34 - grondstock - inrit’ was de gemiddelde stofconcentratie iets hoger dan het gemiddelde van voorgaande meetcampagnes (69,3 µg/m³). Deze waarde lag echter nog ruim binnen de standaardafwijking. Op de overige meetlocaties lage de gemiddelde stofconcentratie in lijn met de concentraties uit eerdere meetcampagnes.
Tijdens de meetcampagne werden er een aantal vaststellingen gedaan van EFSA PFAS-concentraties boven de rapportagegrens (RG) van 0,2 en 0,1 ng/m³. Concentraties kleiner dan de RG geven aan dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. De vastgestelde EFSA PFAS betrof telkens PFOS bij concentraties van 2,7 ng/m³, 1,6 ng/m³, 1,6 ng/m³ en 1,2 ng/m³ ter hoogte van respectievelijk ‘3M - WZI’ (29 - 30 maart en 3 - 4 april), ‘E34 - grondstock - inrit’ en ‘E34 - grondstock - west’. Voor deze drie meetlocaties is de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders van toepassing. Ten gevolge van de gemeten PFAS concentraties, werd op 29 - 30 maart de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders overschreden aan de meetlocatie ‘3M - WZI’ en dit voor alle drie de benaderingen. Op de overige meetlocaties werd de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders niet overschreden, ook niet wanneer de bovengrensbenadering wordt gehanteerd. Gezien de ligging van het meetpunt ‘kade’, is het redelijk om de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden (0,4 ng/m³) te hanteren. Deze werd niet overschreden, ook niet wanneer de bovengrensbenadering wordt toegepast.
Naast de EFSA PFAS werden tijdens deze meetcampagne geen PFAS gemeten in concentraties boven de RG van 0,2 ng/m³ en 0,1 ng/m³.
Reeks 27: 25 april - 27 april 2023
Tijdens de meetcampagne van 25 tot 27 april 2023 werd er één stof- en PFAS-meting opgezet. Belangrijke aanleiding hiervoor was de verhoogde stofconcentratie die gedurende de voorgaande dagen gemeten werd ter hoogte van het vaste meetstation van de VMM aan de Burchtse Weel. Tijdens de meetperiode stonden er geen risicovolle activiteiten (m.b.t. verstoffing van PFAS-houdende grond) gepland op de werf. Daarom werd er enkel een meetpunt geplaatst aan ‘De Leerexpert’ ten zuiden en op korte afstand (100 à 200 m) van de werf om de potentiële PFAS-blootstelling van omwonenden op te volgen.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de stofconcentratie tijdens de meetcampagne (31 µg/m³) eerder laag was ten opzichte van de gemiddelde stofconcentratie tijdens voorgaande metingen aan de Burchtse Weel (53,6 µg/m³), maar niet uitzonderlijk laag. Deze concentratie is te verklaren doordat er weinig of geen stofvormende activiteiten op de werf werden uitgevoerd en door de variabele windrichting tijdens de meetcampagne.
Tijdens de meetcampagne van 25 tot 27 april werden er geen vaststellingen gedaan van EFSA PFAS-concentraties boven de rapportagegrens (RG) van 0,04 ng/m³. Bij een concentraties kleiner dan de RG kan er enkel met voldoende zekerheid gesteld worden dat de concentratie onder de RG lag. Het bepalen van een exacte concentratie is niet mogelijk. Doordat er geen PFAS-concentraties gemeten werden boven de RG, trad er tijdens de meetcampagne geen overschrijding op van de tijdelijke toetsingswaarde voor omwonenden (0,4 ng/m³). Dit geldt zowel voor de onder-, midden- als bovengrensbenadering.
Naast de EFSA PFAS werden tijdens deze meetcampagne geen andere PFAS gemeten in concentraties boven de RG van 0,04 ng/m³. Hierbij dient wel opgemerkt te worden dat PFTeDa, PFHxDA en HPFO-DA niet geanalyseerd konden worden ten gevolge van matrixinterferentie.
- Rapport Luchtmetingen PFOS Oosterweelwerf Linkeroever 25-04-2023
- Bijlagen rapport Luchtmetingen PFOS 25-04-2023
Reeks 28: 12 mei - 17 mei 2023
Tijdens de meetcampagne van 12 tot 17 mei 2023 werden er op vijf locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren de graafwerkzaamheden op de werf ‘Scheldetunnel’ en de activiteit van de breekinstallatie ter verwerking van puin op de werf. De meetlocaties waren:
- ST - Bouwkuip 1 - oost;
- ST - Bouwkuip 1 - noordoost;
- ST - Bouwkuip 1 - zuidwest;
- ST - Bouwkuip 1 -west;
- Breekinstallatie.
De resultaten voor totaal stof konden niet vergeleken worden met voorgaande metingen op deze locaties, aangezien de geselecteerde locaties voor het eerst bemeten werden. Op basis van eerdere metingen op andere locaties leken de stofconcentraties rond bouwkuip 1 eerder laag te zijn (16,0 - 33,9 µg/m³) tijdens deze meetcampagne (met uitzondering van de meetlocatie ‘ST - BK1 - west’ (73,0 µg/m³)). Dit is waarschijnlijk het gevolg van de neerslag op drie van de meetdagen. De stofconcentratie aan het meetpunt ‘Breekinstallatie’ bedroeg 221 µg/m³, wat eerder hoog is in vergelijking met de stofconcentratie op de overige meetlocaties. Een mogelijke verklaring is dat het voornamelijk op 12 mei geregend heeft (6,75 mm), wat de stofconcentraties op de overige meetlocaties relatief gezien heeft doen dalen (het meetpunt aan de breekinstallatie werd pas op 15 mei opgestart). Echter is er tijdens het breken verneveling toegepast om stofverspreiding te voorkomen. Om de effectiviteit van deze maatregel te vergroten, kan tijdens volgende breekactiviteiten het benevelde oppervlak vergroot worden en/of kan het te breken materiaal preventief bevochtigd worden.
Tijdens de meetcampagne werden geen EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,03 ng/m³, 0,02 ng/m³ en 0,1 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Het verschil in rapportagegrens tussen verschillende meetlocaties is het gevolg van een verschillend aangezogen luchtvolume. Op geen van de meetlocaties werden de tijdelijke toetsingswaarden voor arbeiders of omwonenden (resp. 2,2 en 0,4 ng/m³) overschreden tijdens deze meetcampagne, ook niet bij het hanteren van de bovengrensbenadering.
Naast de EFSA PFAS werden er tijdens de meetcampagne wel vaststellingen gedaan van PFBA- en PFBS-concentraties boven de RG. Bij alle meetpunten werd PFBA gemeten in concentraties van respectievelijk 1 ng/m³, 0,2 ng/m³, 1 ng/m³, 1 ng/m³ en 3 ng/m³. Daarnaast werd er ter hoogte van de meetlocatie ‘Breekinstallatie’ ook PFBS-concentratie van 3 ng/m³ gemeten. Aangezien de hoogste PFBA- (en PFBS-)concentratie wordt gemeten ter hoogte van het meetpunt ‘Breekinstallatie’, zou de oorzaak van de PFAS-verspreiding gezocht kunnen worden bij het breken van het puin. Echter is dit zeer onwaarschijnlijk aangezien er tijdens de werking van de breekinstallatie een noordwestelijke wind stond, wat de vervuiling dus weg zou blazen ten opzichte van de overige meetpunten. Verder waren er geen duidelijke bronnen in de omgeving die, rekening houdend met de dominante windrichting, deze vaststelling zou kunnen verklaren.
- Rapport Luchtmetingen PFOS Oosterweelwerf Linkeroever 12-05-2023
- Bijlagen rapport Luchtmetingen PFOS 12-05-2023
Reeks 29: 31 mei - 1 juni 2023
Tijdens de meetcampagne van 31 mei en 1 juni 2023 werden er op twee locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen was de afbraak van de tijdelijke fietsbrug nabij meetlocaties waar in het verleden al PFAS-concentraties boven de rapportagegrens werden gemeten. Op volgende locaties werden meetpunten opgezet:
- ‘3M - inrit’;
- ‘E34 - grondstock - inrit’.
De resultaten voor totaal stof tonen aan dat de stofconcentraties tijdens deze meetcampagne in lijn lagen met de gemiddelde concentraties tijdens eerdere metingen op het terrein naast de 3M-site en de E34-grondstock (resp. 43,0 en 87,4 µg/m³). Als er enkel naar de gemiddelde stofconcentratie van deze specifieke meetpunten gekeken wordt, is de gemeten stofconcentratie aan ‘3M - inrit’ (47,9 µg/m³) iets lager dan gemiddeld op deze locatie (66,2 µg/m³), terwijl dit aan ‘E34 - grondstock - inrit’ net iets hoger is dan gemiddeld op deze locatie (76,0 µg/m³). Echter vallen deze verschillen in concentratie ruim binnen de standaardafwijking van de voorgaande metingen (resp. 80,2 en 57,6 µg/m³, met n = 6 en n = 4). Ondanks de wind uit noordelijke richting hebben de activiteiten geen of slechts zeer beperkt gezorgd voor stofvorming.
Er werden drie EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Ter hoogte van de meetlocatie ‘3M - inrit’ werd een PFOA-concentratie van 0,47 ng/m³ en een PFHxS-concentratie van 0,3 ng/m³ gemeten. Aan de meetlocatie ‘E34 - grondstock - inrit’ werd een PFOS-concentratie van 2,2 ng/m³ gemeten. Ten gevolge van de gemeten EFSA PFAS-concentraties is de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³) overschreden ter hoogte van het meetpunt ‘E34 - grondstock - inrit’ bij het hanteren van de middengrens- en bovengrensbenadering. Bij de ondergrensbenadering is de gemeten concentratie net gelijk aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders. Aan het meetpunt ‘3M - inrit’ werd de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders niet overschreden.
Er kon geen sluitende verklaring voor deze vaststellingen gevonden worden. Zoals eerder aangegeven is de stofvorming door het heen-en-weer rijden van de kraan en hoogtewerker beperkt. Gezien de sterk verontreinigde bodem op de 3M-site kan het weinige stof in theorie zorgen voor een hoge PFAS-concentratie. Een tijd na het uitvoeren van de metingen is wel gebleken dat er in deze periode ook ter hoogte van de VMM meetposten rond de 3M-site verhoogde PFAS-concentraties gemeten zijn en heeft 3M het productieproces opnieuw moeten stilleggen. Mogelijks moet de verklaring in die richting gezocht worden.
- Rapport Luchtmetingen PFOS Oosterweelwerf Linkeroever 31-05-2023
- Bijlagen rapport Luchtmetingen PFOS 31-05-2023
Reeks 30: 27 juni - 30 juni 2023
Tijdens de meetcampagne van 27 tot 30 juni 2023 werden er op vier locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren de graafwerkzaamheden op de werf ‘Scheldetunnel’ aan bouwkuip 2 en de vaststelling van PFBA tijdens een voorgaande meetcampagne waarbij de werkzaamheden aan bouwkuip 1 werden opgevolgd. Er werden meetpunten geplaatst aan volgende locaties:
- ST - kade werf ST;
- ST - bouwkuip 2 - oost;
- ST - bouwkuip 2 - zuidoost;
- ST - bouwkuip 2 - noordwest.
De meetlocaties waar tijdens de meetcampagne van 27 tot 30 juni gemeten werd, werden nog niet eerder onderzocht. Hierdoor is een vergelijking met de gemiddelde stofconcentratie tijdens voorgaande meetcampagnes op die locaties niet mogelijk. De stofconcentraties rond bouwkuip 2 lagen hoger dan de concentraties gemeten tijdens het ontgraven van bouwkuip 1. Een mogelijke verklaring is de mindere hoeveelheid neerslag dan in de periode 12 tot 17 mei. Wat het meetpunt aan de kade betreft, lag de gemeten concentratie lager dan de stofconcentratie gemeten aan de ‘kade’ langs de Beatrijslaan tijdens voorgaande meetcampagnes. Een mogelijke verklaring hiervoor was de ligging van het meetpunt. Door een beperking met betrekking tot de stroomvoorziening kon het meetpunt enkel windopwaarts van de werkzaamheden (maar wel op korte afstand (<10 m)) geplaatst worden.
Tijdens de meetcampagne van 27 tot 30 juni werden er op drie van de meetlocaties PFOS-concentraties gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Concentratie beneden de rapportagegrens geven aan dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. De PFOS-concentraties aan de meetlocaties ‘ST - kade werf ST’, ‘ST - BK2 - zuidoost’ en ‘ST - BK2 - noordwest’ bedroegen respectievelijk 0,27 ng/m³, 0,13 ng/m³ en 0,13 ng/m³. Gezien de locaties van de meetpunten worden de meetresultaten getoetst aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Deze werd niet overschreden tijdens de meetcampagne en dit voor alle meetpunten en zowel de onder-, midden- als bovengrensbenadering.
Naast de EFSA PFAS (waartoe PFOS behoort) werden er tijdens de meetcampagne geen PFAS-concentraties gemeten boven de RG.
- Rapport Luchtmetingen PFOS Oosterweelwerf Linkeroever 27-06-2023
Bijlagen rapport Luchtmetingen PFOS 27-06-2023
Reeks 31: 3 juli - 7 juli 2023
Tijdens de meetcampagne van 3 tot 7 juli 2023 werden er op vier locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren de graafwerkzaamheden op de werf ‘Scheldetunnel’ aan bouwkuip 2 en de vaststelling van PFOS tijdens de voorgaande meetcampagne rond deze activiteit. Er werden meetpunten geplaatst aan volgende locaties:
- ST - kade werf ST;
- ST - bouwkuip 2 - oost;
- ST - bouwkuip 2 - zuidoost;
- ST - bouwkuip 2 - noordwest.
De gemiddelde stofconcentraties tijdens de meetcampagne tonen twee extreem hoge waarden bij de ‘kade werf Scheldetunnel’ (2.630 µg/m³) en ‘bouwkuip 2 - noordwest’ (2.777 µg/m³). De oorzaak van deze twee extreme concentraties is niet verstoffing door werkzaamheden op de werf, maar naar verwachting modderspatten die op de filter terecht zijn gekomen tijdens of na de hevige neerslag op 5 juli. De spatten ontstaan door dumpers of ander werfverkeer. Partikels van die grootte verplaatsen zich slechts een beperkte afstand door de lucht voor ze weer op de grond vallen. De gemeten stofconcentraties aan deze twee meetlocaties zijn dus niet representatief voor de respiratoire blootstelling van arbeiders of omwonenden. De gemiddelde stofconcentratie aan het meetpunt ‘bouwkuip 2 - oost’ is lager dan tijdens de voorgaande meting (44,5 t.o.v. 80,2 µg/m³). Aan het meetpunt ‘bouwkuip 2 - zuidoost’ werd een vergelijkbare stofconcentratie gemeten als tijdens de voorgaande meetcampagne (95,4 t.o.v. 101,6 µg/m³). Tijdens beide meetcampagnes viel er neerslag.
Er werden geen EFSA PFAS-concentraties gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,1 en 0,05 ng/m³. Dit wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Gezien de locaties van de meetpunten worden de gemeten concentraties van alle meetpunten getoetst aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Deze werd niet overschreden tijdens de meetcampagne en dit voor alle meetpunten en zowel de onder-, midden- als bovengrensbenadering.
Naast de EFSA PFAS werden er tijdens de meetcampagne geen PFAS-concentraties gemeten boven de RG van 0,1 en 0,05 ng/m³.
- Rapport Luchtmetingen PFOS Oosterweelwerf Linkeroever 03-07-2023
- Bijlagen Rapport Luchtmetingen PFOS 03-07-2023
Reeks 32: 28 augustus - 31 augustus 2023
Tijdens de meetcampagne van 28 tot 31 augustus 2023 werden er op drie locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze metingen waren de geplande grondtransporten van met PFAS verontreinigde grond vanaf de grondhopen op werf ‘Scheldetunnel’ naar de kade aan werf ‘Scheldetunnel’ (waar overslag op een schip plaatsvond). De meetlocaties waren:
- ‘ST - kade werf ST’;
- ‘ST - grondhoop 7 - oost’;
- ‘ST - grondhoop 7 - noordoost’.
Over het algemeen lagen de gemeten stofconcentraties laag in vergelijking met de eerdere meetcampagnes. Enkel voor de het meetpunt ‘ST - kade werf ST’ is een vergelijking mogelijk met een eerdere meting op dezelfde locatie (47,3 µg/m³ t.o.v. 22,6 µg/m³ tijdens de huidige meetcampagne), hetgeen het algemene aanvoelen bevestigd. Een mogelijke reden voor deze lage stofconcentratie is de grotere neerslaghoeveelheid op 30 augustus.
Op alle meetpunten werd er een PFOS-concentratie gemeten boven de rapportagegrens. Het feit dat PFOS op alle meetpunten gemeten is, doet vermoeden dat de activiteiten uitgevoerd tijdens de meetcampagne een invloed hadden op de PFOS-verspreiding. Alle andere PFAS-concentraties lagen wel onder de rapportagegrens van 0,1 en 0,03 ng/m³. Dit wilt zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Gezien de locaties van de meetpunten wordt de blootstelling getoetst aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Door de lage PFOS-concentraties die gemeten werden en de zeer lage rapportagegrens, wordt de tijdelijke toetsingswaarde niet overschreden. Deze vaststelling geldt zowel voor de onder-, midden- als bovengrensbenadering.
Naast de EFSA PFAS werd tijdens deze meetcampagne geen andere PFAS-concentraties boven de RG van 0,1 en 0,03 ng/m³ gemeten.
- Rapport Luchtmetingen PFOS Oosterweelwerf Linkeroever 28-08-2023
- Bijlagen Rapport Luchtmetingen PFOS 28-08-2023
Reeks 33: 26 september -29 september 2023
Tijdens de meetcampagne van 26 tot 29 september 2023 werden er op vier locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. Belangrijke aanleidingen voor deze nieuwe meetcampagne was het afvoeren van de grote grondhoop 1 (13.390 m³) alsook enkele kleinere grondhopen gestockeerd op de werf ‘scheldetunnel’. De meetlocaties waren:
- ‘ST - kade werf ST’;
- ‘ST - grondhoop 6’;
- ‘ST - bouwkuip 1 - noordoost’;
- ‘ST - bouwkuip 2 - noordwest’.
Op elk van de vier meetlocaties werden stofconcentraties gemeten die hoger waren dan de concentraties tijdens voorgaande meetcampagnes. De stofconcentraties bedroegen respectievelijk 115,8 µg/m³, 194,4 µg/m³, 52,0 µg/m³ en 154,2 µg/m³. Een belangrijke reden voor de hogere stofconcentraties is vermoedelijk het feit dat er minder neerslag viel dan tijdens de vorige meetcampagnes. Deze vaststelling bevestigd het stof reducerend vermogen van neerslag. Daarnaast toont het aan dat ook in maanden met gemiddeld meer neerslagdagen het toepassen van stofbestrijdingsmaatregelen tijdens relatief korte droge periodes zinvol is
Op de meetlocatie ‘ST - kade werf ST’ een PFOS-concentratie gemeten van 0,1 ng/m³. Alle andere EFSA PFAS concentraties lagen onder de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Ook op alle andere meetlocaties lagen alle EFSA PFAS-concentraties onder de RG van 0,1 ng/m³. Gezien de locaties van de meetpunten (op de werf) moet de blootstelling getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Deze toetsingswaarde werd op geen enkele meetlocatie en volgens geen enkele benadering overschreden.
Naast de EFSA PFAS werd tijdens deze meetcampagne geen PFAS-concentraties boven de RG van 0,1 ng/m³ gemeten.
- Rapport Luchtmetingen PFOS Oosterweelwerf Linkeroever 26-09-2023
- Bijlage Rapport Luchtmetingen PFOS 26-09-2023
Reeks 34: 6 december - 8 december 2023
Tijdens de meetcampagne van 6 tot 8 december 2023 werden er op drie locaties stof- en PFAS-metingen opgezet. De meetlocaties waren:
- ‘Kade’
- ‘E34 - Grondstock - hoogspanningsmast’;
- ‘E34 - Grondstock - westen’.
Belangrijke aanleiding voor deze nieuwe meetcampagne was het afvoeren van grondhopen vanaf diverse locaties naar de kade aan de Beatrijslaan waar deze werden overgeladen op een schip.
Omwille van een technisch probleem tijdens de meetcampagne en het vermoeden van contaminatie werd enkel voor de meetlocatie ’E34 - Grondstock - hoogspanningsmast’ een resultaat verkregen. De stofconcentratie aan deze meetlocatie bedroeg gemiddeld 18,1 µg/m³, wat duidelijk lager is dan het gemiddelde in de buurt van de E34 grondstocks (87 µg/m³). Tijdens de meetperiode viel er slechts een verwaarloosbare hoeveelheid neerslag, maar het terrein was wel zeer nat. Dit heeft naar verwachting gezorgd voor de lage stofconcentratie tijdens deze meetcampagne.
Tijdens de meetcampagne van 6 tot 8 december werd er op de meetlocatie ‘E34 - Grondstock - hoogspanningsmast’ geen EFSA PFAS gemeten boven de rapportagegrens (RG) van 0,1 ng/m³. Een concentratie onder de RG wil zeggen dat er enkel met voldoende zekerheid gesteld kan worden dat de concentratie onder de RG lag, zonder hier een exacte concentratie voor te bepalen. Gezien de locatie van het meetpunt (op de werf) moet de blootstelling getoetst worden aan de tijdelijke toetsingswaarde voor arbeiders (2,2 ng/m³). Door de zeer lage RG en het feit dat geen van de EFSA PFAS deze overschreed, werd er geen overschrijding van de tijdelijke toetsingswaarde vastgesteld. Deze vaststelling geldt zowel voor de onder-, midden- als bovengrensbenadering.
Naast de EFSA PFAS werd tijdens deze meetcampagne geen andere PFAS gemeten in een concentraties boven de RG van 0,1 ng/m³.
- Rapport Luchtmetingen PFOS Oosterweelwerf Linkeroever 06 12 2023
- Bijlagen Rapport Luchtmetingen PFOS 06012 2023
*Omwille van het beschermen van privacy zijn persoonsgegevens uit de rapporten anoniem gemaakt.
Laatste update: 08/04/2024
Zit er ook PFAS/PFOS in het grondwater?
Er werd inderdaad ook PFOS teruggevonden in het grondwater binnen het projectgebied Linkeroever. Die verontreiniging bevindt zich langs de E34 tot aan de Charles de Costerlaan en tot in de knoop Sint-Anna. Het strekt zich dus minder ver uit dan de verontreiniging in het vaste deel van de bodem.
Het grondwater dat we tijdens de werken oppompen, wordt gezuiverd alvorens het naar de Schelde wordt afgevoerd of terug in de bodem wordt gepompt. Daartoe werd een speciale waterzuiveringsinstallatie gebouwd binnen de werfzone Linkeroever. De Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) volgt deze waterzuivering op.
We detecteren geen PFOS meer in het gezuiverde water dat naar de Schelde wordt afgevoerd of dat terug in de bodem wordt gebracht. De meest gedetailleerde metingen kunnen een concentratie vanaf 0,1 microgram/l vinden. Dat is ook de norm die opgelegd is in de vergunning voor het terugpompen van het water in de grond. Voor het afvoeren van het water in de Schelde ligt de norm op 1 microgram/l. Dat er in het water dat het waterzuiveringsstation verlaat geen PFOS boven de detectielimiet meer gevonden wordt, toont aan dat onze zuivering zeer secuur en conform de normen gebeurt. Een overzicht van de metingen in het water dat in de grondwaterzuiveringsinstallatie toekomt en vervolgens verlaat, vind je op deze grafiek.
Hoe sterk is de verontreiniging met PFAS/PFOS op Linkeroever?
Welk toetsingskader en welke zoneringscriteria hanteert Lantis voor de PFAS-verontreiniging?
Voor de afbakening van de PFAS-houdende kadastrale werkzone wordt het toetsingskader dat door de OVAM werd gepubliceerd op 5 maart 2021 gehanteerd.
In februari 2022 werden de zoneringscriteria binnen de PFAS-houdende kadastrale werkzone bijgesteld, naar aanleiding van het advies van de Expertencommissie Grondverzet.
Hierbij werd door de commissie een principe gehanteerd, dat verder gaat dan het standstillprincipe uit de grondverzetregeling en dit ter maximale bescherming van de gezondheid van de omwonenden. Het onderstaande overzicht vat de hergebruiks-mogelijkheden samen:
Gronden met concentraties tussen 3 µg/kg ds PFOS/PFOA of 8 µg/kg ds som PFAS en 14,4 µg/kg ds som PFAS.
- Aan de 3-delige code wordt ! toegekend.
- Op de werf is deze gestapelde grond herkenbaar met een gele kleurcode
Gronden met concentraties tussen 14,4 µg/kg ds som PFAS en 47 µg/kg ds som PFAS
- Aan de 3-delige code wordt !! toegekend.
- Op de werf is deze gestapelde grond herkenbaar met een oranje kleurcode
Gronden met concentraties > 47 μg/kg ds som PFAS en < 1000 μg/kg ds som PFAS
- Aan de 3-delige code wordt !!! toegekend.
- Op de werf is deze gestapelde grond herkenbaar met een rode kleurcode
- Vandaag geen grondstocks met deze kwaliteit meer aanwezig op de Oosterweelwerf
Gronden met concentraties > 1000 μg/kg ds som PFAS
- Aan de 3-delige code wordt !!!! toegekend.
- De grond wordt meteen afgevoerd buiten de werf voor verdere verwerking. Er is geen hergebruik binnen de werf toegestaan
- Geen grond met deze kwaliteit aanwezig op de Oosterweelwerf
Kleurcodes maken kwaliteit grondhopen duidelijk voor de omgeving
Verspreid over de werf liggen verschillende grondhopen, zowel aangevoerde als uitgegraven grond. Iedere grondhoop krijgt standaard een code, zodat we te allen tijde weten welke kwaliteit die grond heeft.
We begrijpen dat omwonenden zich vragen stellen bij de grondhopen die ze zien. Welke zijn verontreinigd? Welke grond is aangevoerd? Om dat helder te maken, werken we - na een vraag van de burgerbeweging ‘Zwijndrecht Gezond’ - met kleurcodes in plaats van een technische code. Aan de hand van de kleurcode kan men dan zelf afleiden welke kwaliteit de grond heeft.
De kleurcodes die we gebruiken op onze werf:
- Groen: gronden afkomstig uit bodemlagen met concentraties minder dan 3 µg/kg ds PFOS/PFOA en 8 μg/kg ds som PFAS
- Blauw: bouwkundig bodemgebruik (< 3 µg PFOS en <8 µg PFAS)
- Geel: gronden afkomstig uit bodemlagen met concentraties tussen 3 µg/kg ds PFOS/PFOA of 8 µg/kg ds som PFAS en 14,4 µg/kg ds som PFAS.
- Oranje: gronden afkomstig uit bodemlagen met concentraties tussen 14,4 µg/kg ds som PFAS en 47 µg/kg ds som PFAS
- Rood: gronden afkomstig uit bodemlagen met concentraties > 47 μg /kg DS som PFAS
Waar vind ik de meetresultaten terug voor PFAS op de Oosterweelwerf?
We hebben interactieve dashboards opgesteld die we regelmatig bijwerken om de nieuwste resultaten toe te voegen. Enerzijds zijn er de resultaten van de grond- en luchtmetingen. Anderzijds geven we ook de resultaten van de grondwaterzuiveringsinstallatie. Daarmee reinigen we het opgepompte grondwater voor we het water weer laten infiltreren in de ondergrond of laten wegvloeien in de Schelde.
Waarom zijn er verschillende kleurschakeringen bij de meetpunten op de kaart?
Voor de grondmetingen hebben we de resultaten onderverdeeld volgens de grenswaarden die gelden voor het gebruik van grond dat PFOS bevat: 3 en 70 µg/kg ds.*
Voor de luchtmetingen worden de resultaten getoetst aan een conservatief toetsingskader, afgeleid uit de meest recente normen. De gezondheidsnorm voor alle PFAS samen ligt daar op 2,2ng/m³.
Op verschillende plaatsen werden meerdere stalen genomen. Die kunnen zowel verschillen in de tijd als in de diepte (voor grondmetingen). Wanneer de resultaten van die metingen verschillen, krijg je een mix van de respectievelijke kleuren.
Kan ik uit deze resultaten ook iets afleiden voor mijn woonomgeving?
Lantis is enkel bevoegd om metingen uit te voeren binnen het Oosterweelprojectgebied. Dat gebied duiden we ook aan met de projectgrens op de kaart. Deze metingen zijn dus niet zomaar toepasbaar op de woongebieden daarrond. Want de vervuilingsconcentraties verminderen snel eens je weggaat van de kern van de vervuiling; 3M. Hoewel de cijfers uit onze metingen een indicatie kunnen zijn, is het niet mogelijk om conclusies voor de woonomgeving te trekken zonder effectieve metingen in die omgeving.
Waarom worden de luchtmetingen van 9/6/2021 niet vermeld op de kaart?
De techniek voor de eerste luchtmeting liet ons nog niet toe om PFAS-concentraties lager dan 0,004µg/m³ of 4ng/m³ te detecteren. Daardoor konden we niet uitsluiten of er PFOS boven of onder de gezondheidsgrens van 2,2ng/m³ in het verzamelde stof zat. Vanaf de tweede stofmetingen stond de techniek wel op punt om lagere concentraties te meten.
Wat is SOF?
SOF is de “som van opgeloste organische fluorverbindingen” en dus een indicatie van fluorverbindingen in het grondwater. Bij de vergunningsaanvraag werd ons opgedragen om ook deze parameter mee op te nemen.
Waarom zijn er soms langere perioden zonder waarden bij de waterzuiveringsinstallatie?
De waterzuiveringsinstallatie is niet permanent in werking. Er zijn immers niet elke dag bemalingen (oppompen van het grondwater) en bovendien wordt al het opgepompte water eerst verzameld in een retentiebekken. Daardoor kan het zijn dat er gedurende een periode van dagen tot enkele weken geen waarden beschikbaar zijn.
*Voorlopig nog volgens de grenswaarden uit het Technisch Verslag dd. 22/11/2021.
Welke PFAS-maatregelen neemt Lantis voor medewerkers en buurtbewoners?
Welke maatregelen zijn er voor de medewerkers?
De gezondheid en veiligheid van alle medewerkers is onze grootste prioriteit. Daarom leggen we vanuit Lantis hoge veiligheidseisen op aan ons eigen personeel en vragen we hetzelfde voor de werknemers van de aannemers op de werf. Voor werken in de grond met PFAS-verontreiniging, nemen we bijkomende beschermende maatregelen om veilig met de PFAS-grond om te springen en fysiek contact te vermijden. Maatregelen zijn bijvoorbeeld de verplichting om een stofmasker te dragen in een stoffige omgeving en lichaamsbedekkende werkkledij en handschoenen te dragen wanneer men in contact komt met PFAS-houdende grond. De maatregelen die het aannemersconsortium Rinkoniên voor Linkeroever hanteert, zijn de volgende:
Deze instructies zijn ook een onderdeel van de opleiding die iedereen moet doorlopen vooraleer men de werf op Linkeroever mag betreden. Daarnaast krijgt iedereen op de werf nog eens specifieke instructies voor dat werfdeel.
Vanuit Rinkoniên worden er ook op regelmatige tijdstippen opfrissessies georganiseerd om het belang van deze maatregelen onder de aandacht te brengen, zowel naar eigen personeel als de aannemers en onderaannemers toe. Lantis waakt erover dat deze informatie doorstroomt en de maatregelen ook effectief worden toegepast.
Op de werf rijden waterkarren die de grond besproeien om stofvorming tegen te gegaan. Daarnaast worden ook veegwagens ingezet om opwaaiend zand te verzamelen. Dat zand blijft vervolgens in de werfzone.
In de werfketen zijn er borstels voorzien om schoenen proper te maken en gepaste reinigingsmiddelen om de handen te wassen. De werfketen worden meerdere keren per week gereinigd door een gespecialiseerde firma. Het personeel van die firma is ook op de hoogte van de relevante PFOS-maatregelen.
Welke maatregelen zijn er voor de buurtbewoners?
We begrijpen dat er bij de omwonenden ongerustheid kan zijn over de PFAS-verontreiniging. Zowel door Lantis als de aannemer worden heel wat maatregelen genomen om op een verantwoorde wijze met de gronden om te gaan om PFAS-verspreiding en stofvorming te voorkomen. De veiligheid en gezondheid van onze mensen, buren en de omgeving is onze belangrijkste prioriteit.
Zo zetten we sproei- en veegwagens in om het opwaaien van stof tegen te gaan. We verdichten de PFAS-gronden of zaaien ze in, zodat verspreiding van stof geminimaliseerd wordt. De meest vervuilde PFAS-gronden worden bovendien op veilige afstand van buurtbewoners bewaard en afgevoerd. Experts voeren stofmetingen uit die bevestigen dat we zo veilig mogelijk werken. Uit deze luchtmetingen blijkt dat het stof dat op de werf wordt aangetroffen, geen verhoogd blootstellingsrisico vormt voor omwonenden via de lucht door stof.
Ga naar vraag "Zorgen de werfactiviteiten in het met PFOS verontreinigd gebied voor een risico voor de omgeving?" om de resultaten van de luchtmetingen te raadplegen.
Is de grond enkel op Linkeroever sterk verontreinigd met PFAS of ook op andere locaties van de Oosterweelverbinding?
Het Lobroekdok werd enkele jaren geleden al gesaneerd, was daar ook PFAS aanwezig?
Het Lobroekdok werd enkele jaren geleden al door Lantis gesaneerd ter voorbereiding van de verdieping van de Ring. Toen de kwaliteit van de bodem in kaart gebracht werd, bleek dat het slib sterk verontreinigd was met verschillende vervuilende stoffen. Dat slib werd verwijderd en afgevoerd naar Amoras. Dat is een gespecialiseerde installatie voor de verwerking van verontreinigd slib.
Het slib was sterkt verontreinigd, maar op dat ogenblik was er geen vermoeden van de aanwezigheid van PFAS-verbindingen in het slib. Omwille van de nazorg van de sanering werd recent een nieuwe analyse uitgevoerd op het slib. Daaruit blijkt dat er ook PFAS-componenten aanwezig zijn in het Lobroekdok. Nieuw onderzoek moet uitwijzen of de bodem van het Lobroekdok voldoende gesaneerd werd. Over de oorzaak van deze verontreiniging kan Lantis voorlopig geen uitspraken doen.
Welke PFAS-concentraties werden er aangetroffen op de rechteroever?
Op 10 maart 2021 publiceerde OVAM een nieuwe richtwaarde voor vrij gebruik van PFOS-houdende gronden. De tot dan toe geldende maximale waarde voor vrij hergebruik van 8 µg/kg ds PFAS werd verlaagd naar 3 µg/kg ds voor PFAS, 3 µg/kg ds voor PFOA en 8µg/kg ds voor de som van de gemeten PFAS. Lantis startte naar aanleiding van deze nieuwe richtwaarde, en gezien het vermoeden dat PFAS ruim verspreid is in de omgeving, een nieuwe onderzoekscampagne voor de Oosterweelwerken op rechteroever.
Uit de eerste resultaten van de bodemonderzoeken blijkt dat op meerdere locaties op rechteroever PFAS wordt aangetroffen in de bodem. De aangetroffen vervuiling zijn grotendeels PFOS-verbindingen. De gemeten concentraties liggen voor het overgrote deel in de range van 3-8µg/kg ds. Deze werden aangetroffen in de volgende zones:
- Een groot deel van de Oosterweelknoop, meer bepaald de zone van de Scheldetunnel in het westen tot nabij de Hogere Zeevaartschool
- Een lokale vervuiling ter hoogte van de Bredastraat (langs het Albertkanaal)
- Een lokale vervuiling nabij de voormalige Samga gebouwen
- Een lokale vervuiling ter hoogte van de Bredastraat (langs het Albertkanaal)
- Een lokale vervuiling ter hoogte van Sportpaleis, kant Lobroekdok
- Een lokale vervuiling, aan de oostkant van de R1, ca 200m ten zuiden van het nieuwe pompstation op het Groot Schijn.
- Een lokale vervuiling langs de R1 Noord, net voorbij de oprit Groenendaallaan richting Nederland
De vervuiling aangetroffen op de Oosterweelknoop heeft hoogstwaarschijnlijk dezelfde bron als op Linkeroever. De bron van de andere vervuilingen is (nog) ongekend.
Bekijk hier de kaart met staalnames.
Ook in de waterbodems (het slib) van de verschillende oppervlaktewaters waarin werken zullen uitgevoerd worden werd PFAS aangetroffen (Lobroekdok, Albertkanaal, Amerikadok en Straatsburgdok).
Daarnaast lopen er nog onderzoeken naar de aanwezigheid van PFAS-verbindingen in het grondwater. Uit de eerste resultaten blijkt er op meerdere plaatsen PFAS-verbindingen aanwezig zijn in het grondwater, waarbij op dit ogenblik vooral in de omgeving van het Lobroekdok sterk verhoogde waarden worden aangetroffen*. De resultaten van verdere onderzoeken zullen gedeeld worden van zodra ze beschikbaar zijn.
*Karl Vrancken, opdrachthouder coördinatie aanpak PFAS-verontreiniging voor de Vlaamse regering, publiceerde op 31 januari 2022 een advies om geen grondwater te gebruiken in een zone van 500 meter rond het Lobroekdok.
Wat met PFAS buiten het projectgebied?
Vanuit Lantis brengen we enkel de kwaliteit van de bodem in ons projectgebied in kaart. We hebben geen onderzoeken uitgevoerd daarbuiten en kunnen daarover dus ook geen uitspraken doen.
Laatste Update: 7 maart 2022
Wat is PFOS en waarom is er PFOS op Linkeroever?
Wat is PFOS?
PFOS is een chemische stof die gebruikt wordt om producten water-, vet- en vuilafstotend te maken. Het is één van de vele chemicaliën die behoort tot de PFAS-familie (Poly- en perfluoralkylstoffen). Het zijn door de mens gemaakte producten die van nature niet in het milieu voorkomen.
Door het gebruik van deze producten, door fabrieksemissies, incidenten en zelfs bij het blussen van branden, zijn PFAS in het milieu verspreid geraakt. Heel wat plaatsen in Vlaanderen raakten hierdoor historisch verontreinigd. PFAS zijn in lage concentraties alomtegenwoordig in het leefmilieu en in de voedselketen.
Sinds 2009 wordt het gebruik van PFOS niet meer toegelaten binnen de EU omdat het bij lange blootstelling aan hoge concentraties schadelijk kan zijn voor het menselijk lichaam, voor dieren en voor het milieu.
Hoe is PFOS in de bodem terechtgekomen?
Bij de productie van PFOS door 3M in Zwijndrecht is de bodem en het grondwater rondom de fabriek verontreinigd geraakt. Lantis noch de Oosterweelwerken liggen aan de oorsprong van de verontreiniging. We worden er echter bij de uitvoering van onze werken wel mee geconfronteerd. Daarom nemen we speciale maatregelen om zorgvuldig en veilig met de PFOS-verontreiniging om te gaan.
Wanneer is er in het kader van de Oosterweelwerken op de linkeroever PFOS vastgesteld?
Ter voorbereiding van de Oosterweelprojecten Linkeroever & Zwijndrecht en Scheldetunnel werd midden 2016 de bodem onderzocht. Zo’n milieukundig bodemonderzoek naar de kwaliteit van de ondergrond en de mate waarin die verontreinigd is, is verplicht. De omvang van de historische PFOS-vervuiling werd zo uitgebreid in kaart gebracht. De resultaten werden gebundeld in een Technisch Verslag. Uit het onderzoek kwamen verschillende hoge waarden aan PFAS aan het licht, zowel in de bodem als het grondwater binnen de projectgebieden ‘Linkeroever & Zwijndrecht’ en ‘Scheldetunnel’.
Was Lantis al eerder dan 2016 op de hoogte van verontreiniging in het gebied?
Tussen 2006 en 2008 kwam uit onderzoek van 3M aan het licht dat het grondwater in de omgeving verontreinigd was. Ook Lantis werd daarvan op de hoogte gesteld. De exacte mate van verontreiniging in de grond was toen echter nog niet gekend. Lantis ondernam in die periode nog geen actie omdat er nog geen zekerheid was over de effectieve bouw van de Oosterweelverbinding.
Toen in 2016 het tracé van de Oosterweelverbinding definitief was, heeft Lantis een bodemonderzoek uitgevoerd en werd ook specifiek PFOS mee onderzocht om de verontreiniging grondig in kaart te brengen. Vanaf dat moment werd de totale omvang pas duidelijk. De verontreiniging in het grondwater werd bevestigd en ook in de grond zelf werd PFOS gevonden. Voor het eerst werd ook in kaart gebracht hoe omvangrijk die verontreiniging is en op welke locaties die verontreinigde gronden zich bevinden binnen het projectgebied.
Sinds de start van de onderzoeken in 2016, heeft Lantis transparant gerapporteerd aan de bevoegde instanties zoals OVAM (de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij).
Wat is een dading en waarom sloot Lantis er één af met 3M?
Wat is een dading?
Een dading is een overeenkomst waarbij partijen zich met het oog op de beëindiging of voorkoming van een geschil, binden aan een aantal afspraken. Een dading is vaak de formalisering van een bereikte schikking. Dit gebeurt door wederzijdse toegevingen te doen. Op die manier worden tijdrovende en kostelijke discussies voor de rechtbank vermeden.
Wanneer werd de dading met 3M afgesloten?
De dading werd afgesloten in het najaar van 2018.
Waarom heeft Lantis een dading gesloten met 3M?
Tussen 2016 en 2018 heeft Lantis bodemonderzoeken laten uitvoeren in het projectgebied op Linkeroever, ter voorbereiding van de Oosterweelwerken die daar gepland werden. Uit de resultaten van de onderzoeken bleek dat de verontreiniging veel ernstiger was dan aanvankelijk werd aangenomen. Bovendien lag er op dat moment geen verplichting bij 3M om gronden te saneren buiten hun fabrieksterrein. Het was juridisch onzeker dat we als Lantis kosten die we zouden maken om de verontreinigde grond te behandelen in het kader van het grondverzet van het project, zouden kunnen verhalen op de veroorzaker van de verontreiniging. De uitkomst van een onzekere juridische procedure zou bovendien tot 20 jaar kunnen aanslepen.
Op dat moment hebben we beslist om voor een samenwerkingsovereenkomst te gaan zodat we toch nog de medewerking van 3M zouden krijgen om een deel van de problematiek gezamenlijk aan te pakken.
Wat houdt de dading tussen Lantis en 3M precies in?
De dading omvat een aantal onderdelen. Allereerst mogen we de terreinen van 3M gebruiken om een tijdelijke waterzuiveringsinstallatie op te plaatsen. Dankzij deze installatie kunnen we al het grondwater dat we oppompen op onze werf, meteen zuiveren van PFOS. Het water dat we afvoeren naar de Schelde of terugpompen in de bodem, is dus gezuiverd dankzij onze werkzaamheden. Daarnaast stockeren we de zwaarst vervuilde grond op de terreinen van 3M in een zogeheten “veiligheidsberm”. Het beheer van die berm wordt overgedragen aan 3M. Tot slot maken ook de plaatsing van tijdelijke werfinstallaties op de terreinen van 3M deel uit van het akkoord met 3M.
De dading ontslaat 3M niet van haar plicht tot sanering. Een latere sanering, opgelegd door OVAM aan 3M, zal door 3M moeten betaald worden.
Dankzij de verschillende maatregelen uit de dading levert Lantis al sinds 2018 een substantiële bijdrage aan het verbeteren van de aangetroffen verontreinigde toestand. Goed om weten is dat op het moment dat Lantis de dading afsloot, er geen perspectief was dat de vervuiler weldra met een sanering zou starten.
Betekent deze dading dat 3M als vervuiler niet meer aansprakelijk kan gesteld worden?
Neen. De saneringsplicht die door OVAM op 3M als saneringsaansprakelijke wordt opgelegd, staat volledig los van deze dading en wordt door deze dading ook op geen enkele wijze beïnvloed.
Wanneer is de aanleg van de veiligheidsberm gestart?
Lantis heeft zich in het Saneringsverbond geëngageerd om de verdere aanleg van deze berm stop te zetten. De reeds aangevoerde grond zal opnieuw afgegraven worden en naar een reinigingscentrum gebracht.
Wordt de verontreiniging van PFOS verspreid door de aanleg van de Scheldetunnel?
Neen. Binnen het projectgebied Scheldetunnel worden volgens alle beschikbare gegevens geen concentraties boven de 0,5 µg/l PFOS/PFOA vastgesteld. Diverse meetresultaten bevinden zich zelfs onder de rapportagegrens van 0,1 µg/l.
Verder worden alle vereiste maatregelen genomen om verdere verspreiding van de PFOS-contaminatie in het grondwater te vermijden. Zo zal bijv. de bouw van de Scheldetunnel grotendeels gebeuren in waterdichte bouwkuipen, zogenaamde polderconstructies. Voorafgaand aan de verlaging van de grondwatertafel wordt rondom de werkput een waterdichte constructie aangebracht tot in de Boomse klei. Binnen deze waterdichte bouwkuipen zal het grondwater verlaagd worden, maar dit heeft geen impact op de grondwaterstand rondom de bouwkuip.
Daarnaast wordt voorafgaand aan de bouwwerken een werfgebonden omgevingsvergunning aangevraagd waarbij alle geplande grondwaterverlagingen voor de aanleg van de Scheldetunnel in detail worden bestudeerd. Tevens zal er een doorgedreven monitoring van de grondwaterstanden plaatsvinden ter hoogte van en rondom het projectgebied. De nulmeting voor deze monitoring is trouwens al geruime tijd geleden opgestart waarbij de natuurlijke fluctuaties in beeld worden gebracht.
Alle PFAS-houdend grondwater dat we oppompen zal voor lozing in het oppervlaktewater dan ook gereinigd worden in speciaal hiervoor gebouwde zuiveringsinstallaties.
Wat gaat er gebeuren met de meest vervuilde grond op de Oosterweelwerf? Volgt er een saneringstraject en wat houdt dat in?
In het najaar van 2022 zijn we gestart met het vrijwillig afvoeren van de meest vervuilde PFAS-grondstocks van onze werven Scheldetunnel en Linkeroever/Zwijndrecht naar zogenaamde centra voor grondreiniging. De afvoer gebeurt per schip en per vrachtwagen. Daar wordt de grond gereinigd en wordt de PFAS uit de grond gehaald. Zo halen we al heel wat vervuiling uit de regio weg. Zowel de transporten per schip, als per vrachtwagen worden afgedekt.
De bodemverontreiniging is ontstaan op het terrein van 3M. Dat betekent dat ook de saneringsplicht bij 3M ligt. De verdere realisatie van de Oosterweelverbinding wordt afgestemd op het ruimer saneringstraject van dit bedrijf. Dit saneringstraject heeft als doel de blootstelling met PFAS vanuit de bodem en het grondwater te verminderen. De focus ligt in eerste instantie op de gezondheidsrisico’s voor de omgeving.
Nieuw is dit saneringstraject van 3M niet. De eerste stappen dateren al van 2009 en hadden – met de toenmalige inzichten – vooral betrekking op het beheersen van de PFAS-verontreiniging in het grondwater zodat deze zich niet verder zou verspreiden naar de omgeving. Deze beheersmaatregelen zijn nog altijd van toepassing.
Sinds 2019 wordt met een verstrengd toetsingskader dit saneringstraject geactualiseerd, met als eerste stap de eerste fase van het beschrijvend bodemonderzoek. Hierbij worden in eerste instantie de gezondheidsrisico’s voor de omgeving in kaart gebracht. Dit beschrijvend bodemonderzoek werd door OVAM ontvangen op 10 februari 2022 en werd door OVAM conform verklaard op 7 april 2022.
De eerstvolgende stappen in dit saneringstraject krijgen concreet vorm: 3M engageert zich om de kernsanering op het eigen terrein te optimaliseren, het woon- en landbouwgebied rondom de bedrijfssite te saneren en daarnaast ook mee te werken aan de sanering van de Oosterweelgronden. Op deze manier wordt de verontreinigde grond van de Oosterweelwerken meegenomen in de sanering uit te voeren door 3M. Er wordt ook een plan van aanpak opgezet voor een sanering in een ruimere omgeving en op langere termijn.
Daarnaast wordt er onmiddellijk werk gemaakt van volgende acties, met een onmiddellijke impact op de omgeving. Ze zorgen voor een extra beperking van het risico op blootstelling:
- In afwachting van grondige volgende stappen rond sanering, wordt het bedrijfsterrein van 3M zo snel mogelijk afgedekt met grind zodat verspreiding van het stof door verwaaiing wordt tegengegaan.
- Er wordt meteen werk gemaakt om de continue grondwaterstroom van PFAS-houdend water naar de Palingbeek te onderbreken en op het terrein van 3M te houden.
- De sanering van de Palingbeek wordt volledig uitgevoerd, in synergie met de werken aan de Oosterweelverbinding.
Lantis werkte mee aan het inpassen van de grondverzetswerken in het saneringstraject om zo tot een geïntegreerde aanpak voor Zwijndrecht en omgeving te komen. Dit gebeurde onder coördinatie van Karl Vrancken en in samenwerking met onder andere OVAM, 3M, de gemeente Zwijndrecht en andere stakeholders. Lantis zal haar werkzaamheden verder monitoren en hierover regelmatig en transparant communiceren met omwonenden en de betrokken Vlaamse administraties.
Wordt de verontreiniging van PFOS verspreid door grondwater op te pompen voor de Oosterweelverbinding?
Neen. Door het grondwater op te pompen, nemen we net een deel van de verontreiniging weg. Al het grondwater dat we in het verontreinigde gebied oppompen, wordt namelijk gezuiverd voordat het naar de Schelde wordt afgevoerd of terugvloeit in de bodem. Hiervoor is speciaal binnen de werfzone Linkeroever een waterzuiveringsinstallatie gebouwd.
De lozingsnorm ligt op de laagst meetbare waarde (detectiewaarde) en wordt ook opgevolgd door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Er werd geen PFOS meer gevonden in het gezuiverde water, dus wordt er geen verontreiniging verspreid maar net weggenomen. Het grondwater gaat er dus op vooruit.
Waarom stelt Lantis zich vragen bij de waterzuivering (in het kader van de vergunning voor bemaling werken Scheldetunnel?) Loost Lantis dan PFAS in de Schelde?
In de motivatie bij de vergunningsaanvraag voor onder meer bemaling voor de werken Scheldetunnel heeft Lantis inderdaad aangehaald dat de zuivering van de korte keten een hoge ecologische en economische kost heeft. Weliswaar wordt de PFAS uit het grondwater gehaald, maar de totale impact (verbruik actief kool, energieverbruik en CO-uitstoot, ….) wordt als negatief beschouwd. Ondanks dit gegeven (negatieve ecologische totaalimpact) is het vanuit wettelijk standpunt toch vereist om het grondwater van PFAS te reinigen en zal Lantis dit dan ook doen. Alle PFAS-houdend grondwater zal voor lozing in het oppervlaktewater dan ook gereinigd worden in speciaal hiervoor gebouwde zuiveringsinstallaties.
Wat gebeurt er met de veiligheidsberm waarvan de aanleg op het terrein van 3M gestart is?
De reeds aangevoerde grond werd opnieuw afgegraven en naar een reinigingscentrum gebracht.
Welke gronden zal Lantis verwijderen?
Uitgegraven gronden met een PFAS-concentratie hoger dan de site-specifieke hergebruikswaarde worden verwijderd. Onder ‘verwijdering’ wordt reiniging, dan wel het storten in een erkende stortplaats begrepen.
Hoe garandeert Lantis dat een toekomstige sanering door 3M nog steeds mogelijk is?
Bij alle grondwerken wordt de PFAS houdende grond enkel verplaatst binnen een zone met gelijkaardige kenmerken, zoals de graad van PFAS-verontreiniging. Er wordt daarbij over gewaakt dat gronden steeds in de richting van de verontreinigingsbron worden verplaatst en dat de grondverzetswerken een toekomstige sanering van de werfzone niet in verhinderen.
Dit wordt geconcretiseerd in technische verslagen, grondverzetsplannen, grondverzetstoelatingen en zorgvuldig gemonitord met verschillende controlemechanismen (zie FAQ "Hoe weten we dat Lantis ook effectief doet wat het zegt?").
Op welke manier wordt het grondverzet van vervuilde grond gecontroleerd?
Het grondverzet op de Oosterweelwerven wordt nauwgezet gemonitord. Het gaat om intense bewegingen in een verontreinigd gebied, vlakbij een woonkern en natuurgebied.
De bewegingen op de werf worden als volgt onderworpen aan controles:
- De verantwoordelijken grondverzet bij de aannemer en de bouwheer voeren permanente controles uit.
- Vervolgens voert de kwaliteitsdienst van de aannemer interne audits uit.
- De werfwaarnemers en de veiligheidstoezichters van Lantis voeren dagelijks controles uit.
- Ook het auditteam van Lantis onderwerpt alle rapporten regelmatig aan een uitvoerige controle.
Daarnaast keuren de bodembeheerorganisaties de technische verslagen en transporttoelatingen goed en voeren zij ook controles uit op de traceerbaarheid van de grondstromen. Tot slot voeren ook toezichthouders van OVAM en milieu-inspecties (Antwerpen, Zwijndrecht en Departement) regelmatig controles uit op de werf.
Controle van de omgang met het grondwater gebeurt door de milieu-inspectie diensten van de stad Antwerpen, de gemeente Zwijndrecht en door het departement Handhaving van de Vlaamse overheid.
Additioneel wordt er een comité van deskundigen samengesteld door de Vlaamse Overheid dat de technische verslagen en eventuele voorgestelde wijzigingen aan de werfaanpak aan een peer review onderwerpt alvorens Lantis ermee aan de slag gaat.
Hoe gaat Lantis om met nieuwe wetenschappelijke inzichten rond PFAS?
De werken aan de Oosterweelverbinding duren nog een kleine tien jaar. In deze periode zal Lantis geconfronteerd worden met nieuwe kennis en evoluerende inzichten. Lantis engageert zich om zich telkens te aligneren aan wijzigende inzichten inzake het normeringskader. Dit telkens voor de nog uit te voeren werken, ongeacht of zij al vergund werden.
Lantis zal zich verder met de hele professionele saneringswereld in verbinding stellen en actief kennis delen zodat succesvolle strategieën sneller tot actie kunnen leiden. Waar kennis ontbreekt, zal Lantis haar kennis delen. Zo vult Lantis uit ervaring de kennis van 3M aan inzake de zuivering van proceswater aan.
Lantis wil meewerken aan de ontwikkeling van nieuwe technieken en technologieën. Hiertoe werkt de bouwheer open en transparant samen met kennisinstellingen (VMM, Universiteit Antwerpen,…) en private instellingen (Inopsys, Hitech Roots,…). Men deelt beschikbare kennis, resultaten en terrein- en labo-onderzoeken en stelt werven en terreinen ook open voor onderzoek en innovatie. Lantis wil bijdragen aan deze ontwikkelingen en onderzoeken en stelt de werf ter beschikking als proeftuin, in de hoop een katalysator te zijn voor verdere ontwikkelingen.
Zowel voor de zuivering van grondwater als de grondreiniging neemt Lantis actief deel aan verschillende proefprojecten. Naast de specifieke beoordeling van haalbaarheid en rendement worden de projecten steeds beoordeeld op hun totale ecologische impact.