Wie Oosterweelwerf zegt, denkt niet meteen aan vleermuizenbunkers, het verplanten van beschermde orchideeën, het verhuizen van padden of het aanleggen van waardevolle nieuwe slikken-en schorrengebieden voor watervogels. Toch is ook dat Oosterweel. Want tijdens de werken gaan we voor een duurzame werf waarbij mens, dier en plant voorop staan. En daar komt dus wel wat verrassends bij kijken. 

Meer bomen en groen

Groen is essentieel voor onze levenskwaliteit en gezondheid. Daarom proberen we tijdens de Oosterweelwerken zo veel mogelijk groen te behouden. Maar om de Oosterweel te bouwen, moeten we helaas ook soms bomen rooien. Na de werken planten we in de buurt van die plaatsen terug maximaal bomen aan. Als dat niet mogelijk is, planten we ter compensatie elders in Vlaanderen bomen bij.

Van bos naar andere natuur

Met de Oosterweelverbinding worden er ook stukken bos ingericht als een ander waardevol stukje natuur. Zo verandert 12 hectare van het Sint-Annabos in een slikken- en schorrengebied. Dat is een overstromingsgebied voor de Schelde waar zeldzame plantensoorten goed gedijen en ook watervogels een mooie rustplek en eten vinden. Ook wordt 6 hectare van Sint-Anna overstromingsbos. Zo krijgen we een grotere verscheidenheid aan dier- en plantensoorten. Goed nieuws dus voor de lokale biodiversiteit. 

Meer ruimte, meer groen

Door de Oosterweelverbinding komt er in Antwerpen meer ruimte bij. Zo wordt de Ring verdiept aangelegd en deels overkapt. Langs de Ring komt er een bermenlandschap met fiets-, wandelpaden en vooral veel groen en bomen. Op de overkappingen krijgt de stad er nieuwe groenoases bij. 

Slim omgaan met grondwater

Een diepergelegen Ring of tunnels onder de Schelde en het Albertkanaal bouwen, dat is niet alleen een huzarenwerkje, maar ook werken diep onder de grond. Omdat we dat graag veilig en met droge voeten doen, moeten we grondwater oppompen of bemalen om het grondwaterpeil laag te houden. Dat doen we liefst zo duurzaam mogelijk. Daarom plaatsen we waar mogelijk zogenaamde polderconstructies. Dat zijn wanden die onder de grond het water rond de werf tegenhouden. Daarmee maken we een gesloten bouwkuip waardoor enkel het water binnen in de kuip verpompt moet worden.

Wateroverleg

Water is kostbaar, zeker in tijden van steeds grotere droogte. Verstandig omgaan met water is dan ook essentieel. Daarom zitten we regelmatig samen met de stad, de Vlaamse Milieu Maatschappij, het Agentschap Wegen en Verkeer, Water-Link en Aquafin om info en kennis te delen. Tijdens dit wateroverleg bespreken we alle geplande projecten en uitvoeringsvergunningen. Samen bekijken we waar er tijdelijke bemalingen  tijdens uitvoering op de planning staan en hoe deze best georganiseerd worden. 

Op zoek naar nieuwe toepassingen voor grondwater 

Hoe minder kostbare druppels water er verloren gaan, hoe beter. Daarom zoeken we tijdens het overleg ook naar duurzame nieuwe toepassingen voor het bemalingswater. En daarbij is geen idee te gek. Want het water dat we tijdens de werken oppompen kan elders goed van pas komen. Vanuit de stad is er bijvoorbeeld een grote nood aan water. Zo onderzoeken we of water van de Oosterweelwerf niet kan dienen om het stadsgroen te bewateren. Of wat dacht je van Antwerpse veegwagens die met bemalingswater de straten schoonmaken? Lees er meer over: monitoring op de werf.

Beschermen van dieren en planten

Ook dieren en planten hebben rust nodig. Daarom doen we er alles aan opdat dieren zo weinig mogelijk impact van de Oosterweelwerken ondervinden. 

Vleermuizen

In de buurt van de Oosterweelwerken passeren verschillende soorten vleermuizen. Tijdens hun trektocht overnachten ze graag in bomenrijen of houtkanten of overwinteren er in holen of oude, leegstaande gebouwen. Om de dieren zo weinig mogelijk te storen, rooien we de bomen die weg moeten buiten het kraamperiode (mei t.e.m. juni) en controleren we eerst of er geen vleermuizen inzitten. Daarvoor gebruiken we onder andere warmtecamera’s en echte 'bat-detectoren'. 

Om de verdwenen verblijfplaatsen voor vleermuizen te compenseren, installeren we speciale vleermuizennestkasten. Aan het Noordkasteel, de kluifrotonde van Waaslandhaven-Oost en het toekomstige ecoduct op Linkeroever plaatsen we zelfs heuse vleermuizenbunkers.

Rugstreeppadden

De rugstreeppad is een door de EU beschermde diersoort. Ze komen voor op de Antwerpse Rechteroever, in de werfzone van de nieuwe Scheldetunnel en de Oosterweelknoop. Alvorens de werken er van start gingen, kregen daarom zo’n 2264 padden een nieuwe stek op de zandgronden van de Ekserse bospolder. 

Vogels

Als we bomen moeten rooien, doen we dat uitsluitend buiten het broedseizoen. De nestplaatsen die zo verloren gaan, maken we goed door nestkasten te hangen. Op sommige plaatsen zoals aan de Tophatgracht kan je zelfs spreken van heuse appartementen. De kast die we daar voor de oeverzwaluwen plaatsten, biedt onderdak aan 100 koppeltjes. Wist je trouwens dat die 100 koppeltjes voor een kolonie van wel 1000 oeverzwaluwen kunnen zorgen?

Het tijdelijk verdwijnen van leefgebied voor vogels compenseren we door alternatieven te voorzien. Zoals aan de Burchtse Weel, daar creëerden we intussen een nieuw slikken- en schorrengebied om het verdwijnen van het slikken- en schorrengebied tijdens de bouw van de Scheldetunnel te compenseren. 

Bloemen

Bijenorchis, keverorchis, het soldaatje,… Deze namen doen misschien niet meteen een belletje rinkelen, maar de bloemen- en plantenkenners onder ons weten dat dit beschermde wilde orchideeën zijn. Om ervoor te zorgen dat ze ook tijdens en na de werken verder kunnen bloeien, verplanten we ze of vangen we hun zaden op om ze in een labo op te kweken. Zo werden in het Vlietbos - waar enkele rijen bomen gekapt werden voor de aanleg van de nieuwe verbindingsweg - 498 wilde orchideeën (Grote Keverorchissen) uitgegraven en succesvol verplant. Omdat orchideeën een zeer specifieke leefomgeving nodig hebben, werd ook de grond mee verplant.

Ook de heemst is een beschermde plantensoort. Daarom vangen we de zaden van de plant op en zaaien ze opnieuw buiten het gebied waar we aan het werk zijn.

Schonere grond

Binnen de Oosterweelwerf gaan we zorgvuldig en verantwoord met de grond die we opgraven om. Gezondheid, veiligheid en leefbaarheid staan daarbij voorop. Treffen we binnen het projectgebied verontreinigingen aan, dan brengen we deze in kaart en gaan we hiermee om zoals de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) en het Vlaams Reglement inzake bodemsanering (VLAREBO) voorschrijft. Zo laten we een betere en gezondere bodem achter.

Van onderzoek naar sanering

Voor er ook maar één spade in de grond gaat, controleert een bodemsaneringsdeskundige de kwaliteit van de grond. Tijdens dit oriënterend bodemonderzoek neemt hij zowel stalen van risicozones - denk aan grond waar bijvoorbeeld een benzinestation heeft gestaan. Is er sprake van verontreiniging, dan wordt de omvang ervan onderzocht in een beschrijvend bodemonderzoek. Naargelang de risico’s voor mens, plant, dier en water, moet er eerst gesaneerd worden. Hoe dat moet gebeuren, staat beschreven in een bodemsaneringsproject.

Nog voor de start van het Oosterweelproject, werd zo het hele projectgebied in kaart gebracht. Op basis daarvan werden al verschillende gebieden gesaneerd:

  • Lobroekdok: Wanneer we de nieuwe verdiepte Ring aanleggen, komt de sleuf gedeeltelijk in het Lobroekdok te liggen. Dat dok was historisch sterk vervuild. Om te vermijden dat het vervuilde slib zich zou verspreiden tijdens deze werken, werd het vooraf gesaneerd. De saneringswerken starten in 2017 en duurden 2,5 jaar. In totaal verwijderden we ca. 180 000 m³ verontreinigd slib. En dat niet alleen, ook verschillende scheepswrakken en autowrakken werden geborgen.
  • Burchtse Weel: Het vervuilde slib van de Burchtse Weel werd verwijderd. Het gebied kreeg een verbinding met de Schelde zodat er zich door de getijden van de rivier slikken en schorren kunnen vormen. Dat is een rijke biotoop voor watervogels.

Van technisch verslag naar reiniging

Voor de graafwerken effectief starten, gebeurt er een milieuhygiënisch onderzoek. Dat is ook zo indien de grond reeds gesaneerd werd. Op basis van dat onderzoek wordt een technisch verslag opgemaakt dat de kwaliteit van de grond beschrijft. De grond krijgt vervolgens een driecijferige code die bepaalt wat ermee mag gebeuren: 

  • De grond mag hergebruikt worden
  • De grond mag hergebruikt worden indien er maatregelen genomen worden om het risico op verdere verontreiniging te beperken, bijvoorbeeld door de grond af te dekken
  • De grond mag niet hergebruikt worden 

Wanneer de grond niet mag worden hergebruikt, dan wordt deze naar een locatie gebracht die gespecialiseerd is in het reinigen van grond. In een beperkt aantal gevallen is het echter niet mogelijk om de grond te reinigen. Die grond wordt naar een daartoe vergunde stortlocatie gebracht.