Render oosterweel

To test or not to test... dat is voor de bouw van de Scheldetunnel geen vraag

Shakespeare wist het al. Voor je een meesterstuk op het grote publiek loslaat, moet je repeteren en testen. En dat is exact wat wij ook gaan doen voor we het eerste tunnelelement voor de nieuwe Scheldetunnel bouwen. Benoit Janssens, expert Civiel-Technische Bouw en geotechniek bij Lantis, legt uit.

“De Scheldetunnel is een afgezonken tunnel*. Na de Kennedy-, de Liefkenshoek- en Rupeltunnel nog maar de vierde in België. Dus niet bepaald iets wat courant gebouwd wordt. Daarom gaan we een soort van generale repetitie houden voor we het eerste tunnelelement in Zeebrugge bouwen. Op die manier kan iedereen al een zekere ervaring opdoen. We bouwen namelijk een deel van een tunnelelement na. Dat noemen we een proefstort. Daarmee testen we of wat we op papier hebben gezet ook zo uitvoerbaar is in de realiteit. Het geeft de arbeiders en de ingenieurs die de elementen moeten bouwen de kans om het proces te optimaliseren. Het is voor de aannemer een test om te checken of al zijn systemen op punt staan.” Het proefstort zal ongeveer 5 op 7 meter groot zijn. Groot genoeg om te testen of de voorziene tandverbinding waarmee de verschillende tunnelelementen in elkaar klikken makkelijk te bouwen zijn.

213809034-1768372036700798-479802525163487342-n.jpg

Duurzame constructie

Maar niet alleen de bouwmethode wordt uitvoerig getest, ook het betonmengsel wordt serieus onder de loep genomen. Die testen gebeuren in een labo, op kleine betonnen kubussen. Het doel van deze testen is na te gaan hoe het betonmengsel op bepaalde factoren reageert. De Scheldetunnel moet immers een duurzame constructie worden die wel honderd jaar meegaat. Zo wordt er onder meer getest hoe het betonmengsel reageert op het indringen van zout. “Zout kan beton aantasten. Als uit de testen blijkt dat het mengsel niet aan de vereisten voldoet dan kunnen we het mengsel bijsturen. Ook op het opwarmen van het beton willen we zicht krijgen. Wanneer beton wordt gestort, ontstaat er een chemische reactie en wordt het betonmengsel dus opgewarmd. Tijdens het afkoelen, kunnen er dan scheurtjes ontstaan. Door dit op voorhand te testen, kunnen we achterhalen hoe gevoelig het betonmengsel daaraan is en weer bijsturen indien nodig.”

En niet onbelangrijk. Dankzij de kubussen, kunnen we berekenen wat het effectieve gewicht van de tunnelelementen zal zijn. Dat kan verschillen van betonmengsel tot mengsel. Zo komen we niet voor verrassingen te staan als de elementen tot drijven moeten worden gebracht.

213644493-1768372053367463-7099940787288800867-n.jpg

Verbrand en goedgekeurd

En brandveiligheid, wordt daar niet op getest? Uiteraard wel. De Scheldetunnel is voorzien op ADR-vervoer. Dat betekent dat transport van bepaalde chemische stoffen gebruik mag maken van de tunnel. Daarom moet de Scheldetunnel bestand zijn tegen bijvoorbeeld twee LPG-tankers die volledig uitbranden. Om dat te simuleren worden de brandwerende platen waarmee de tunnel wordt bekleed in een oven gestoken. Daarin worden ze blootgesteld aan temperaturen tot wel 1400 °C graden. Op die manier kunnen we nagaan hoe de platen op die hoge temperaturen reageren en bijstellen indien nodig.

Dus ja, “to test or not to test” is helemaal geen vraag bij Lantis. Wij testen alles, want veiligheid laat je niet aan het toeval over.

*Bij een afgezonken tunnel worden de verschillende onderdelen van de tunnel, de zogenaamde tunnelelementen, in een bouwdok op een andere locatie gemaakt. Wanneer ze klaar zijn, worden ze naar de juiste locatie gebracht en daar tot zinken gebracht. Voor de Scheldetunnel worden de tunnelelementen in een bouwdok in Zeebrugge gemaakt. Hoe we dat doen, kan je zien in dit simulatiefilmpje.