Eerste tunneldeel Scheldetunnel komt boven water in bouwdok Zeebrugge

Bouwheer Lantis en aannemer TM COTU* zijn vandaag gestart met het opdrijven van het eerste tunneldeel van de Scheldetunnel in het bouwdok van Zeebrugge. “We moeten een gigantisch stuk drijvend beton tot op de centimeter correct uitbalanceren,” zegt Philippe Van Gorp, projectleider bij TM COTU.  De acht enorme tunneldelen liggen sinds midden april onder water, nu komt het eerste naar boven. Op 19 mei** zet dit deel koers richting Antwerpen, via de Noordzee en de Schelde. De Scheldetunnel - een cruciale schakel in de Oosterweelverbinding - zorgt voor veiliger verkeer, vlottere mobiliteit en een sterkere Vlaamse economie. 

De acht betonnen tunneldelen, elk groter dan een voetbalveld en tot 60.000 ton zwaar, liggen al iets meer dan twee weken stevig op de bodem van het bouwdok. In ieder tunneldeel zitten vijf ballasttanks gevuld met water om ze op de bodem te houden. Nu worden de tanks van het eerste tunneldeel volledig leeggepompt, waardoor het element voorzichtig naar het wateroppervlak drijft. 

Een delicaat evenwicht 

Tijdens het opdrijven houden stevige kabels het tunneldeel nauwkeurig op z'n plaats. Aanvankelijk komt het tunneldeel te ver boven water wanneer de ballasttanks helemaal zijn leeggemaakt. Het tunneldeel moet vervolgens weer net voldoende zakken zodat enkel de dakplaat nog een stukje boven water blijft. “We moeten een gigantisch stuk drijvend beton beteugelen tijdens het opdrijven en daarna tot op tot op de centimeter correct uitbalanceren,” zegt Philippe Van Gorp, projectleider bij aannemer TM COTU. “Na het opdrijven storten we beton als ballast op verschillende plaatsen binnenin het tunneldeel, zodat het uiteindelijk perfect waterpas drijft. Arbeiders zijn tijdens dit proces aan het werk binnenin het tunneldeel om de betonwerken nauwkeurig uit te voeren.” 

Opening naar open water 

Intussen is ook het graafwerk gestart om een opening in de dijk van het bouwdok te maken. Sinds 22 april zijn graafmachines aan de slag om de doorgang te maken waarlangs de tunneldelen het dok kunnen verlaten. Het eerste tunneldeel vertrekt volgens de huidige planning op 19 mei. In een tocht van meer dan 100 kilometer, met tussenstops in Zeebrugge en Terneuzen, zullen de tunneldelen hun weg vinden naar het Doeldok in Antwerpen. Het traject zou zo’n 30 uur duren. 

In het Doeldok wachten de tunneldelen op het juiste moment om te worden afgezonken op hun definitieve plek in de Schelde. De Schelde is een levendige rivier met heel wat stroming. Afzinken gebeurt daarom het best bij doodtij, een tijdsvenster waarin het waterpeil het stabielst is. Dat tijdsvenster komt slechts twee keer per maand voor, daarom wachten de tunneldelen geduldig in het Doeldok.  

Het eerste tunneldeel is gepland om begin juli af te zinken. Tegen eind 2025 verwachten bouwheer Lantis en aannemer TM COTU dat alle acht tunneldelen op hun plaats liggen. De planning blijft hierbij afhankelijk van de getijden en weersomstandigheden. 

Scheldetunnel maakt Ring mee rond 

De Scheldetunnel bestaat uit twee kokers voor autoverkeer, een vluchtkoker en een zes meter brede fietskoker. De nieuwe tunnel biedt een extra kruising onder de Schelde en maakt zo mee de Antwerpse Ring rond. Vanaf 2028 kunnen fietsers de Scheldetunnel gebruiken, het autoverkeer volgt in 2030. De volledige Oosterweelverbinding is klaar in 2033. 

*TM COTU staat voor Tijdelijke Maatschap Combinatie Oosterweeltunnel. De groep bestaat uit de Belgische bouwgroepen BESIX, Stadsbader Contractors, DEME en Jan De Nul.  

**De planning is onderhevig aan tal van factoren zoals het weer, windkracht, stroming en getijden.